Blok 3, Les 1: werken en beroepen

werken en beroepen
1 / 26
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

werken en beroepen

Slide 1 - Woordweb

werkzaam zijn
 Ergens werken.

Juf Pauline en juf Emma zijn werkzaam op een school.

Slide 2 - Tekstslide

Waar is jouw vader/moeder werkzaam?

Slide 3 - Open vraag

De beroepsgroep
Een groep mensen die hetzelfde werk doet.


Juffen en meester zijn samen een beroepsgroep. 

Slide 4 - Tekstslide

beroepsgroepen

Slide 5 - Woordweb

de collega
Iemand die voor dezelfde baas werkt.

Juf Pauline en juf Emma zijn collega's van elkaar. 

Slide 6 - Tekstslide

Wie zijn er nog meer collega's van juf Pauline en juf Emma?

Slide 7 - Open vraag

de functie
Het werk dat iemand doet

De functie van juf Pauline en juf Emma is leerkracht van groep 6.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de functie van juf Jenneke?

Slide 9 - Open vraag

de organisatie
Een groep mensen die samen met iets bezig is.

Een school is een voorbeeld van een organisatie. Iedereen die er werkt heeft één doel.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het doel van de schoolorganisatie?

Slide 11 - Open vraag

de werktijd
 De tijd die iemand aan het werk is.

De gemiddelde werktijd op een dag in Nederland is 8 uur.  

Slide 12 - Tekstslide

het uurloon
Het bedrag dat iemand per uur betaald krijgt voor zijn werk.

Het uurloon van een 13-jarige is rond de €2,50.

Slide 13 - Tekstslide

Als je met een uurloon van €10 per uur na een dag €80 hebt verdiend, wat is dan je werktijd?
A
5 uur
B
6 uur
C
8 uur
D
10 uur

Slide 14 - Quizvraag

Als je na 8 uur werken €56 hebt verdiend, wat is dan je uurloon?

Slide 15 - Open vraag

ploeteren
Heel hard werken.

Het was ploeteren om de finish van de obstakelrun te bereiken. 

Slide 16 - Tekstslide

Maak een zin met 'ploeteren'

Slide 17 - Open vraag

de staking
Als een groep werknemers niet wil werken, omdat ze het ergens niet mee eens zijn.

Een paar jaar geleden deden juffen en meesters een staking, omdat ze meer geld, minder werkdruk en meer collega's wilden.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

de vakbond
Een organisatie van werknemers met hetzelfde beroep die opkomt voor wat ze willen.

De vakbond heeft ervoor gezorgd dat juffen en meesters meer salaris krijgen.

Slide 20 - Tekstslide

de verplichting
 Iets wat je moet doen.

Tot je 18e ben je verplicht om naar school te gaan. 

Slide 21 - Tekstslide

Waar kan een vakbond allemaal voor strijden?

Slide 22 - Open vraag

verplichtingen

Slide 23 - Woordweb

de werkloze
 Iemand die geen werk heeft.

De werkloze heeft niet genoeg geld om rond te komen. 

Slide 24 - Tekstslide

Maak een zin met 'werkloos/werkloze'

Slide 25 - Open vraag

Kies minimaal twee woorden uit de lijst die jij bij elkaar vindt passen. Vertel ook waarom!

Slide 26 - Open vraag