H1.1 Stofeigenschappen HV3

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Scheikunde

Planning 

• Lesdoelen
• Wat is scheikunde?
• Stofeigenschappen
• Stofconstanten
• Eenheden en grootheden

Lesdoelen

• Ik kan benoemen wat scheikunde ofwel chemie is en wat je ermee kunt doen.             
  
• Ik kan benoemen wat stoffen zijn en ken minimaal 8 stofeigenschappen.              
  

Wat is scheikunde/ chemie?

• Het mengen, scheiden en maken van stoffen.
• Onomkeerbare processen, blijvend.
• Scheikunde is overal.

Stofeigenschappen

• Kenmerken die bij de stof horen. 
• Aan deze kenmerken kun je een stof herkennen

stofeigenschappen

1 Kleur

2 Geur

3 Smaak

4 Giftigheid

5 Brandbaarheid

6 Corrosiebestendigheid

7 Afbreekbaarheid

8 Oplosbaarheid in water

9 Geleidingsvermogen elektrische stroom

10 Geleidingsvermogen voor warmte

11 Kookpunt

12 Smeltpunt

13 Dichtheid

14 Hardheid

stofconstanten 

• Sommige stofeigenschappen hebben een cijfer. 
• Bijvoorbeeld: het kookpunt van water is 100°C en het smeltpunt is 0°C
• Deze cijfers zijn altijd hetzelfde, constant.

• Een belangrijke stofconstante is de dichtheid

Wat is geen stofconstante?

1. geur
2. kleur
3. smaak
4. dichtheid

Eenheden en grootheden

• Dingen die je kunt meten, noem je grootheden.
• afstand, massa, volume

• De maat die je gebruikt, noem je de eenheid. 
• meter (m), kilogram (kg), liter (l) 
• Een grootheid kan meerdere eenheden hebben.

stofconstanten dichtheid

dichtheid=​volume​​massa​​

dichtheid=​m​3​​​​kg​​

kg/L

komt ook voor maar minder

De dichtheid is een stofconstante dat zegt:

Als je 1 kubieke meter van een stof hebt, dan is dat zoveel kilogram.

kg = kilogram

m^3 = kubieke meter

/ = per

Kg/m^3 = kilogram per kubieke meter.

1 kubieke meter = 1000:

Belangrijk !!!

Je zorgt dat je altijd bij hebt:

• Je iPad/ laptop
• Je boek & werkboek
• Je etui
• Een schrift 
• Rekenmachine (niet op iPad/ Laptop)

opdrachten

Zie planner

HAVO maken:

Paragraaf 1.1 opgave: 2 t/m 12 en 14, 15

Paragraaf 1.2 opgave: 17, 20A, 21, 22, 23,24,25,

VWO maken:

paragraaf 1.1 opgave: 1 t/m 12 + 14,15

paragraaf 1.2 opgave: 17 t/m 27