Les 2: anatomie fysiologie urinewegstelsel

Les 6: Geslachtsorganen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 6: Geslachtsorganen

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Planning
  • Lesdoelen
  • Terugblik vorige les 
  • Geslachtsorganen 
  • Deelopdracht 4

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan je het verschil benoemen tussen primaire en geslachtskenmerken
  • Aan het einde van de les kan je minimaal 4 geslachtsorganen benoemen van de man
  • Aan het einde van de les kan je minimaal 4 geslachtsorganen benoemen van de vrouw

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Kruiswoordpuzzel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al van de geslachtsorganen?

Slide 6 - Woordweb

De geslachtskenmerken
Mannen en vrouwen hebben verschillende kenmerkende eigenschappen: de geslachtskenmerken.

Primaire geslachtskenmerken: Dit zijn geslachtskenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn.
Secundaire geslachtskenmerken : Dit zijn geslachtskenmerken die zich tijdens de puberteit ontwikkelen.


Slide 7 - Tekstslide

De mannelijke geslachtskenmerken
De primaire mannelijke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte bij een jongen aanwezig. Dit zijn:

  • de penis;
  • de zaadballen;
  • de prostaat;
  • de bijballen;
  • de zaadleiders.

Slide 8 - Tekstslide

De mannelijke geslachtskenmerken
Dan zijn er ook nog de secundaire mannelijke geslachtskenmerken. 

  • een volgroeide penis en zaadballen;
  • een lager klinkende stem vanaf het moment dat mannen de ‘baard in de keel’ krijgen;
  • beharing onder de oksels, in de schaamstreek, in het gezicht, op de borst, schouders, rug, armen en benen;
  • meer spierontwikkeling.

Slide 9 - Tekstslide

De vrouwelijke geslachtskenmerken
De primaire vrouwelijke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte bij een meisje aanwezig. Dit zijn:

  • de vulva;
  • de vagina;
  • de baarmoeder;
  • de eierstokken;
  • de eileiders.

Slide 10 - Tekstslide

De vrouwelijke geslachtskenmerken
Dan zijn er ook nog de secundaire vrouwelijke geslachtskenmerken

  • een volgroeide vulva, baarmoeder en eierstokken;
  • de ongesteldheidscyclus (menstruatiecyclus);
  • borsten;
  • beharing onder de oksels en in de schaamstreek;
  • een breder wordend bekken;
  • meer onderhuids vet op plaatsen als de heupen en bovenbenen.

Slide 11 - Tekstslide

De penis
De penis kan worden onderverdeeld in drie delen:
  • De wortel
  • De schacht
  • De eikel

De penis bestaat uit drie zwellichamen. 

Slide 12 - Tekstslide

De balzak en de zaadballen
 In de balzak liggen de zaadballen, de bijballen, de bloedvaten en de zenuwen. 

De zaadballen zijn de mannelijke geslachtsklieren.

In de zaadballen liggen gekronkelde buisjes: de zaadbuisjes. 

Slide 13 - Tekstslide

De bijbal
De bijbal heeft een aantal functies:
  • zaadcellen beschermen en bewaren
  • ontwikkeling en groei
  • zaadcellen vervoeren naar de zaadleider

Slide 14 - Tekstslide

De zaadleider
De zaadleider loopt vanaf de balzak tot boven de prostaat

De zaadleider vervoert zaadcellen vanuit de bijbal naar de urinebuis.


Slide 15 - Tekstslide

De zaadblaasjes
Deze klieren produceren dik, doorzichtig vocht. 

Het sperma dat tijdens de zaadlozing uit de penis komt, bevat zaadvocht en zaadcellen.

Zaadvocht bevat ook fructose, en suiker.

Slide 16 - Tekstslide

De vulva
  • De venusheuvel
  • Buitenste schaamlippen
  • Binnenste schaamlippen
  • voorhof
  • Clitoris

Slide 17 - Tekstslide

De eierstokken
De eierstokken zijn de geslachtsklieren van de vrouw.

In de eierstokken vinden twee belangrijke processen plaats:
  1. de groei en rijping van een eiblaasje;
  2. de aanmaak van geslachtshormonen, onder andere oestrogeen en progesteron.

Slide 18 - Tekstslide

De eileiders
Het laatste stukje van de eileider is over de eierstok heen gebogen. 

De eicel komt dus gemakkelijk in de eileider terecht en wordt naar de baarmoeder vervoerd.

Slide 19 - Tekstslide

De baarmoeder
De baarmoeder bestaat uit:

  • de baarmoederhals;
  • het lichaam van de baarmoeder.

De baarmoederwand bestaat uit drie lagen.

  1. een dun laagje buikvlies, dat de baarmoeder aan de buitenkant bedekt;
  2. een dikke laag glad spierweefsel;
  3. een slijmvlieslaag, die de binnenkant van de baarmoederholte bedekt (baarmoederslijmvlies).


Slide 20 - Tekstslide

De vagina
Het is de verbinding tussen de baarmoeder en de buitenwereld. 

De vaginawand, die erg elastisch en rekbaar is, bestaat uit drie lagen. Van binnen naar buiten zijn dit:
  • een slijmvlieslaag;
  • een gladde spierlaag;
  • een laag elastisch bindweefsel.

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan je het verschil benoemen tussen primaire en geslachtskenmerken
  • Aan het einde van de les kan je minimaal 4 geslachtsorganen benoemen van de man
  • Aan het einde van de les kan je minimaal 4 geslachtsorganen benoemen van de vrouw

Slide 22 - Tekstslide