PAST SIMPLE VS PRESENT PERFECT

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

PRESENT PERFECT / PAST SIMPLE
Past simple:

- Gebeurtenissen uit het verleden die zijn afgelopen (met duidelijke tijdsbepaling)!
Present perfect:
- Gebeurtenissen die in het verleden zijn begonnen en nog niet voorbij zijn.

- Gebeurtenissen die in het verleden begonnen zijn en is nu nog bezig / merkbaar.

-Ervaringen 

Slide 2 - Tekstslide

PAST SIMPLE
Signaalwoorden:
When, Ago, Last, Day/Date, Yesterday/Year

ww + -ed óf 2e rijtje onregelmatige werkwoorden


Slide 3 - Tekstslide

PAST SIMPLE
I fell off my bike yesterday.

He was a singer, now he is a teacher.

They walked in the forest last weekend.

Slide 4 - Tekstslide

PRESENT PERFECT
have/has + ww-ed
have/has + 3e rijtje onregelmatige werkwoorden

Signaalwoorden: FYNE JAS
For, Yet, Never, Ever, Just, Always, Already, Since 



Slide 5 - Tekstslide

PRESENT PERFECT
I have become a teacher in 2008. (nu nog)

He has been to London once. (ervaring)

He has cleaned his car, it is shiny! (nu nog effect).

Slide 6 - Tekstslide

REGEL
Past simple
A
Iets wat is afgerond met een duidelijke tijdsbepaling
B
Iets wat in het verleden begon en nog aan de gang is
C
Iets wat ooit is gebeurd
D
Iets wat gebeurt op dit moment

Slide 7 - Quizvraag

VORM
Past simple
A
had + voltooid deelwoord
B
Have/has + voltooid deelwoord
C
ww + ed OF 2e rij oww
D
ww + ing

Slide 8 - Quizvraag

REGEL
Present Perfect
A
Iets wat is afgerond met een tijdsbepaling
B
Iets wat in het verleden begon en nog aan de gang is
C
Iets wat nog moet gebeuren
D
Iets wat gebeurt op dit moment

Slide 9 - Quizvraag

VORM
Present Perfect
A
had + voltooid deelwoord
B
Have/has + voltooid deelwoord
C
ww + ed OF 2e rij oww
D
ww + ing

Slide 10 - Quizvraag

Zij woont hier al 10 jaar.
Is dit een Present Perfect zin?
A
yep
B
nope

Slide 11 - Quizvraag

Past simple vs Present perfect
My mother ... (do - not) anything since this morning.
A
hasn't done
B
didn't do
C
doesn't do
D
has done

Slide 12 - Quizvraag

Past simple vs Present perfect
Mary ... (win) the lottery last year.
A
won
B
has won

Slide 13 - Quizvraag

Past simple vs Present perfect
Rick ... (break) his leg. He can't walk right now.
A
broke
B
has broken

Slide 14 - Quizvraag

Past simple vs Present perfect
I ... in London before.
A
stay
B
have stayed

Slide 15 - Quizvraag

Past simple vs Present perfect
I ... in London for three days now.
A
stayed
B
have stayed

Slide 16 - Quizvraag

Past simple vs Present perfect
I ... (live) in London three years ago. But I live in Newcastle now.

Slide 17 - Open vraag

Past simple vs Present perfect
Oh no! I must ... (lose) my wallet.

Slide 18 - Open vraag

Past simple vs Present perfect
I ... (read) six books this week.

Slide 19 - Open vraag

Past simple vs Present perfect
I ... (go) to the cinema last night.

Slide 20 - Open vraag