Kapitel 4 - München - Lektion 2

Kapitel 4 - München - Lektion 2 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 4 - München - Lektion 2 

Slide 1 - Tekstslide

Heute
- Unterrichtsziele
- Wiederholung
- Aussprache
- Wortschatz und Lesefertigkeit
- Abschluss der Stunde 
- Ausblicken zu nächster Stunde

Slide 2 - Tekstslide

Unterrichtsziele
- Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen.
- Je kent nieuwe Duitse woorden over het thema sport.
- Je kunt een Duitse tekst over sport-highlights in München begrijpen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wiederholung
Aufgabe 1
Übersetze das Wort und ergänze es im Satz.

Slide 4 - Tekstslide

Aussprache
Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken. 
Wir üben zusammen Aufgabe 2 bis zum 5. 

Slide 5 - Tekstslide

An die Arbeit
Was? Mache Aufgaben 6 und 7
Wie? Individuell
Zeit? Siehe Uhr
Ergebnis? Je begrijpt een Duitse tekst over sport-highlights in München. + Je kent nieuwe Duitse woorden over het thema sport.
Fertig? Oefen met de woordtrainer online.
Nachher schauen wir zusammen nach.

timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Abschluss der Stunde

Welke lesdoelen heb je behaald en welke niet? 

Wat kun je nog doen om deze lesdoelen wel te behalen? 

Slide 7 - Tekstslide

Nenne mindestens ein deutsches Wort zum Thema 'Sport' was du heute gelernt hast.

Slide 8 - Woordweb

Ausblick zu nächster Stunde
- Je kent het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord.
- Je kunt het lied Weltmeister sein begrijpen. 

Slide 9 - Tekstslide

Kapitel 4 - München - Lektion 2 

Slide 10 - Tekstslide

Heute
- Unterrichtsziele
- Hörfertigkeit üben
- Erklärung Grammatik C
- An die Arbeit 
- Abschluss der Stunde 
- Ausblicken zu nächster Stunde

Slide 11 - Tekstslide

Unterrichtsziele
- Je kent het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord. 
- Je kunt het lied Weltmeister sein begrijpen. 

Slide 12 - Tekstslide

Hörfertigkeit üben
Wir sehen uns das VideoWeltmeister sein vom Balloom auf YouTube an und beantworten die Fragen dazu. 

Slide 13 - Tekstslide

Erklärung Grammatik C 
Unterschied zwischen Personal- und Possessivpronomen.

Slide 14 - Tekstslide

Was sind Personalpronomen? Erkläre.

Slide 15 - Woordweb

Was sind Possessivpronomen? Erkläre.

Slide 16 - Woordweb

Personalpronomen

Possessivpronomen

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
Een persoonlijk voornaamwoord kan een zelfstandig naamwoord vervangen. 
Beispiel: 
Nathan lacht. --> Er lacht. 

mein(e)
dein(e)
sein(e)
ihr(e)
unser(e)
euer, eure
ihr(e)
Ihr(e)
Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan en staat voor het zelfstandig naamwoord.

Beispiel: 
die Mutter --> meine Mutter


Slide 17 - Tekstslide

An die Arbeit
Was? Mache Aufgaben 10 und 11. 
Wie? Individuell
Hilfsmittel? Grammatik C auf Seite 22
Ergebnis?  Je kent het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord. 
Fertig? Oefen met de grammaticatrainer online. 
Nachher schauen wir zusammen nach. 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Anfang der Stunde

Wat weet je nog van de theorie van vorige les? 

Beantwoord de vragen.  

Slide 19 - Tekstslide

Was ist ein Personalpronomen?
A
Woorden die een tijdstip aangeven
B
Woorden die een plaats aangeven
C
Ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie,zij, u

Slide 20 - Quizvraag

Ein Personalpronomen kann?.....
A
een zelfstandig naamwoord vervangen.
B
staan meestal voor een zelfstandig naamwoord.

Slide 21 - Quizvraag

Das Personalpronomen: u
A
Sie
B
sie
C
wir
D
ihr

Slide 22 - Quizvraag

Das Personalpronomen: het
A
er
B
es
C
Sie
D
wir

Slide 23 - Quizvraag

Das Personalpronomen: wij
A
ihr
B
er
C
wir
D
sie

Slide 24 - Quizvraag

Was sind Possessivpronomen?
A
hij, zijn, hun
B
onze, haar, mijn
C
zij, jullie, jouw
D
mijn, jouw, u

Slide 25 - Quizvraag

Was macht ein Possessivpronomen?
A
geeft een meewerkend voorwerp aan
B
geeft een bezit aan
C
geeft een lijdend voorwerp aan

Slide 26 - Quizvraag

Das Possessivpronomen: uw
A
Ihr-
B
ihr-
C
dein
D
euer

Slide 27 - Quizvraag

Das Possessivpronomen:
haar
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 28 - Quizvraag

Das Possessivpronomen:
mijn
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 29 - Quizvraag

Ausblick zu nächster Stunde
- Je kunt een gesprek voeren in het Duis over het thema 'Sport'. 
- Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen.
- Je kunt een Duitse Rebus oplossen. 

 

Slide 30 - Tekstslide

Kapitel 4 - München - Lektion 2 

Slide 31 - Tekstslide

Heute
- Unterrichtsziele
- Sprechfertigkeit üben
- Abschluss der Stunde 
- Ausblicken zu nächster Stunde

Slide 32 - Tekstslide

Unterrichtsziele
- Je kunt een gesprek voeren in het Duis over het thema 'Sport'.
- Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen.
- Je kunt een Duitse Rebus oplossen. 

Slide 33 - Tekstslide

Was möchtest du heute lernen bei der Sprechfertigkeit?

Slide 34 - Open vraag

Welche Fragewörter gab es auch schon wieder?

Slide 35 - Woordweb

Sprechfertigkeit üben
Tipp: Er zijn in het Duits, net als in het Nederlands, twee manieren om de tijd aan te geven. Volgende manier wordt vaak in officiële mededelingen gebruikt (stations of op tv).
Beispiel:  11:23 --> Es ist elf Uhr dreiundzwanzig. 

Slide 36 - Tekstslide

An die Arbeit - Sprechen
Was? Mache Aufgabe 12
Wie? Zu zweit
Hilfsmittel? Die Information zu Aufgabe 12 auf Seite 24
Ergebnis? Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen. + Je kunt vragen stellen en antwoord geven met gegeven informatie. 
Fertig? Oefen met de woord- of grammaticatrainer online.

Nachher schauen wir wie das ging. 

Slide 37 - Tekstslide

Löse das Rebus 
Hilfsmittel --> www.uitmuntend.de und das Lernbox

Slide 38 - Tekstslide

Abschluss der Stunde

Welke lesdoelen heb je behaald en welke niet? 

Wat kun je nog doen om deze lesdoelen wel te behalen? 

Slide 39 - Tekstslide

Ausblick zu nächster Stunde
- Je kent nieuwe Duitse woorden en zinnen die bij het thema 'vrije tijd' horen. 
- Je kunt een fragment en tekst over sport begrijpen. 
- Je kunt een gesprek voeren in het Duits met gegeven informatie. 

Slide 40 - Tekstslide