Past Simple & present Perfect

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Our aims for today!
You can tell me the difference between Past simple and Present perfect

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
1. Wat is de Present Perfect & Past Simple (15 min)
2. Quiz (10 min)
3. Uitleg en instructie (5 min)
4. Aan de slag / individueel (10 min)
StudyGo/Englisch-hilfen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PAST SIMPLE 
PRESENT PERFECT

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

past simple & present perfect
Je gebruikt de                                      wanneer er een tijdsaanduiding in de zin staat. 

Je gebruikt de                                      als de tijd niet belangrijk of onduidelijk is.

Je gebruikt de                                      als er 'ago' in de zin staat.

Je gebruikt de                                      als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds zo is.
past simple
past simple
present perfect
present perfect

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de past simple & present perfect?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple - present perfect
Past simple
Present perfect
Wanneer
Verleden; afgelopen
- Begonnen in verleden en nu nog bezig  
- zichtbaar resultaat
- ervaringen tot nu toe
Signaalwoorden
last week, in 1995, yesterday, etc. 

FYNE JAS
HOE
ww + ed / 2e rijtje
have/has + voltooid deelwoord (+ed / 3e rijtje)

Voorbeeld
I lived in London when I was 15. 
I have lived in London since 2015. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / Present perfect

Slide 9 - Tekstslide

(5 min total) 10 min
I lived in Stein
I have lived in Stein
Present Perfect
Past Simple

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

past simple & present perfect
Je gebruikt de                                      wanneer er een tijdsaanduiding in de zin staat. 

Je gebruikt de                                      als de tijd niet belangrijk of onduidelijk is.

Je gebruikt de                                      als er 'ago' in de zin staat.

Je gebruikt de                                      als iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds zo is.
past simple
past simple
present perfect
present perfect

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

past simple
present perfect

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

past simple
present perfect

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Batman left the building.
Batman has left the building.
Present Perfect
Past Simple

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

What do you know about the Past Simple & Present Perfect?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple <> Present Perfect
She had a headache yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple <> Present Perfect
I have never been to Australia.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I lived in the USA
I have lived in USA
Present Perfect
Past Simple

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

I didn't live in London.
Have I lived in London?
Present Perfect
Past Simple

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
Present continuous
Present perfect
Present perfect continuous
Past simple
Past continuous
Past perfect
Past perfect continuous
I walk
He walks
I am walking
He is walking
We are walking
I have walked
I have been walking
He has been walking
I walked
He walked
I was walking
He was walking
We were walking
I had walked
I had been walking
He had been walking

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zit een belangrijk verschil tussen de past simple en de present perfect. Sleep de tijd naar de regel die erbij hoort.
Iets is in het verleden begonnen en het resultaat is nog steeds merkbaar.
Iets is in het verleden begonnen en afgerond. Het is helemaal klaar.
Iets is in het verleden begonnen en is nog steeds zo. Het is onveranderd.
Past simple
Present perfect
Present perfect

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

I worked at Reggesteyn.
I have worked at Reggesteyn
Present Perfect
Past Simple

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Match the tenses with the verbs
Present simple
Present continuous
Past simple
Present Perfect
has booked
booked
books
is booking

Slide 23 - Sleepvraag

8B SB ex. 2
I lived in Italy
I have lived in Italy
Present Perfect
Past Simple

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Present Perfect
He ..... not ..... on the lights yet.
A
did not switch
B
did not switched
C
has not switch
D
has not switched

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Present Perfect
I _______ (always + like) playing board games.
A
always like
B
always liked
C
have always liked
D
has always liked

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / present perfect
When I was a child I ...............(read) a lot of comics.
A
read
B
readed
C
have read
D
have readed

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
His grandparents _____ (to live) there for 40 years and they are still happy!
A
lived
B
have lived
C
has lived

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Present Perfect:
I ..... just ..... my telephone call.
A
has just finished
B
have just finished
C
did just finish
D
am just finishing

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / present perfect
I ............. ( break) my leg, now I can't walk anymore.
A
breaked
B
broke
C
have breaked
D
have broken

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple / Present Perfect:
Me and my friends _____ (to watch) a movie yesterday.
A
watched
B
have watched

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Present Perfect
I _______ (visit) Paris three times.
A
visited
B
have visited

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple & Present Perfect: Which do you use?

"They . . . (wonen / to live) in Wateringen since 2014."
A
lived
B
live
C
has lived
D
have lived

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Present Perfect
I ________ (know) my great grandmother for a few years - she ________ (die) when I was eight.
A
have known, has died
B
knew, died
C
have known, died
D
knew, has died

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple & Present Perfect: Which do you use?

"We . . . (gaan / to go) to the movies yesterday."
A
go
B
has gone
C
went
D
have gone

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Present Perfect
______ you _____ (eat) eggs for breakfast yesterday?

A
Did ... ate
B
Have ... eaten
C
Did .... eat
D
Has ... eaten

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple <> Present Perfect
I _______ (always + like) playing board games, but when I was young I _______ outside.
A
always liked, have played
B
have always liked, have played
C
have always liked, played
D
always liked, played

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies