Mevrouw Feenstra wordt poliklinisch behandeld met cytostatica voor borstkanker. Wekelijks krijgt ze via een infuus het middel toegediend. Ze reageert heftig op de behandeling. Ze is de eerste 24 uur na het infuus altijd erg misselijk, moet dan vaak braken en heeft last van diarree. Als helpende in de thuiszorg ondersteun jij het gezin bij de verzorging van mevrouw. Vandaag wil je het bed verschonen. Mevrouw heeft afgelopen nacht een erg slechte nacht gehad. Ze heeft veel gezweet en heeft helaas het bed licht vervuild met wat braaksel en ontlasting. ‘Ik was zo ziek, ik kon gewoon niet snel genoeg het bed uitkomen om naar het toilet te gaan.’ Je stelt mevrouw gerust en legt uit wat je gaat doen.