Maatschappijleer - Oefentoets politiek

OEFENTOETS POLITIEK
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

OEFENTOETS POLITIEK

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je leren voor de toets?
3. Politiek
3.1 Keuzes maken (blz. 60) 
3.2 Wie heeft de macht? (blz. 64) 
3.3 Op wie ga jij stemmen? (blz. 68) 
3.4 Regering en de Tweede Kamer (blz. 74) 
3.5 Politiek in de buurt (blz. 78) 
3.6 Politiek over de grens (blz. 82) 

Slide 2 - Tekstslide

Vul de zin aan.
Politici en ambtenaren samen noem je de …

Slide 3 - Tekstslide

Wat is van algemeen belang?

 
A. Goede gezondheidszorg.
B. Dat mensen voor hun 25e trouwen.
C. Dat iedereen thuis wifi heeft.
D. Dat je weet wie de minister-president is.

Slide 4 - Tekstslide

De overheid kan burgers plichten opleggen. Dit gebeurt:

A. alleen in een dictatuur.
B. alleen in een democratie.
C. in een dictatuur én een democratie.

Slide 5 - Tekstslide

Nederland is een democratie.
Leg in je eigen woorden uit wat een democratie is.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een dictatuur? Schrijf de juiste letters op.

 
A. Er is een kleine groep mensen aan de macht.
B. Journalisten mogen kritiek hebben op de leiders.
C. Het is verboden om te demonstreren.
D. Er zijn verkiezingen.
E. De bevolking heeft veel rechten.
F. Het leger steunt de leiders.

Slide 7 - Tekstslide

Komt de volgende uitspraak van een linkse of van een rechtse partij?
“Criminelen moeten strenger gestraft worden.”
Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Tekstslide

Iemand zonder werk heeft recht op een goede uitkering.

Deze uitspraak hoort vooral bij:

A. links.
B. rechts.
C. midden.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste verschil tussen linkse en rechtse politieke partijen?

Slide 10 - Tekstslide

De gemeenteraad beslist over zaken die in de gemeente spelen.

Noem twee dingen waar een gemeenteraad zich mee bemoeit. 

Slide 11 - Tekstslide

Een minister maakt wetsvoorstellen.
Wie moeten er over die wetsvoorstellen stemmen?

Slide 12 - Tekstslide

Zitten de ministers in de regering of in de Tweede Kamer?

Slide 13 - Tekstslide

Geef met een letter aan waar de volgende woorden in het schema horen te staan.

 
CONTROLEERT
TWEEDE KAMER
KONING + MINISTERS
REGERING
VRAAGT TOESTEMMING


Slide 14 - Tekstslide

Wie heeft de meeste macht in de gemeente: B en W of de gemeenteraad? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Tekstslide

Nederland is aangesloten bij twee grote internationale organisaties.
Welke twee?

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt de landelijke politiek en de gemeentelijke politiek met elkaar vergelijken.
Waar lijkt de gemeenteraad dan het meeste op?


A. De Eerste Kamer.
B. De ministers.
C. De regering.
D. De Tweede Kamer.

Slide 17 - Tekstslide