Woordenboekgebruik 4 mavo

Hoe gebruik ik het woordenboek goed en effectief?


Opzoeken 
in het woordenboek
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe gebruik ik het woordenboek goed en effectief?


Opzoeken 
in het woordenboek

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel dieser Stunde:

Ik ben in staat om op de juiste manier een woordenboek te gebruiken!

- wanneer zoek ik een woord op?
- hoe zoek ik een woord op?

Slide 2 - Tekstslide

Wann Wörter nachschlagen / nicht nachschlagen?

- begrijp ik de tekst (context) zonder opzoeken?
- woord afleiden NL/Engels/Frans?
- afkorting? Welke ken je?

Slide 3 - Tekstslide


z. B.
u.s.w.
u.a.

Slide 4 - Tekstslide


z. B  - zum Beispiel
u.s.w. - und so weiter
u.a. - unter anderem

Slide 5 - Tekstslide

Welche Wörter suche ich im Wörterbuch nach?

  1. zelfstandig naamwoord - enkelvoud 
  2. werkwoord - hele werkwoord
  3. overige woorden -  signaalwoorden (reden, tegenstelling, opsomming etc.)


Leer de belangrijkste woorden
oranje boekje uit je hoofd

Slide 6 - Tekstslide

der Kontext
- je kunt de zin waarin het onbekende woord staat gebruiken om de betekenis te raden
- je maakt dan gebruik van de context

z. B.
Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden, sie hatten sich verirrt.


Slide 7 - Tekstslide

Ihr bekommt 20% Rabatt, die Hose kostet jetzt 60 euro anstatt 75

Slide 8 - Open vraag

Voriges Jahr war die Mückenpopulation sehr hoch, jetzt ist sie aber niedrig

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde woorden
Staan niet (altijd) in woordenboeken:
  • kijk uit welke delen ze bestaan
  • hak het woord op de juiste plek in stukjes
  • zoek eventueel de vertaling op van de stukjes 
  • Let er op dat je het woord in het enkelvoud opzoekt

We gaan oefenen: hak de volgende woorden in de juiste stukjes!



Slide 11 - Tekstslide

Verben- werkwoorden
In het woordenboek alleen hele werkwoord - infinitief
bepaal dus eerst het hele werkwoord en zoek het op
bijvoorbeeld:

gekauft / gesagt/ 




Slide 12 - Tekstslide

Quizlet
signaalwoorden! 
Veel voorkomende vragen! 

Slide 13 - Tekstslide