kerken RKK PK NK

LESDOEL DEZE LESSONUP nr2
Je hebt inzicht in de tekens van het Chr. geloof in de diverse kerken en de voorwerpen die je daarin vindt


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LESDOEL DEZE LESSONUP nr2
Je hebt inzicht in de tekens van het Chr. geloof in de diverse kerken en de voorwerpen die je daarin vindt


Slide 1 - Tekstslide

Katholieke kerk 
  • Christelijke kerk
  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)
  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht
  • Er staan beelden in de kerk
    die vereerd worden. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wie is de baas van de Katholieke kerk?

A
De dominee
B
De christenen
C
De Paus
D
De voorganger

Slide 4 - Quizvraag


Herkenbare kleding: Bisschop
Mischien herken je het hoofdeksel als die van sinterklaas. Dat komt omdat sinterklaas gebaseerd is op de bisschop van de plaats Myra.

Slide 5 - Tekstslide

Protestantse kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken

  • Sober

Slide 6 - Tekstslide

De Protestantse kerk
Katholieke kerk

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekend sober?
A
Eenvoudig
B
Niet dronken
C
Versierd
D
Armoedig

Slide 8 - Quizvraag

Voorgangers
De leider ofwel voorganger in de Protestantse kerkdienst noem je een dominee of predikant. In de Katholieke kerk heet het een priester en is altijd een man.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

WAT IS JUIST ?
A
Katholiek, Paus, sober, heiligen
B
Protestant, sober, Luther, Calvijn
C
Predikant, Calvijn, bisschop, biecht
D
Luther, sober, boekdruk-kunst , heiligenbeeld

Slide 11 - Quizvraag

Wat vind je in deze kerken en is juist?
A
RK: kruiswegstaties, altaar, soberheid
B
PROTESTANTSE KERK: preekstoel, kruis, Maria
C
PROTESTANTSE KERK: kruiswegstatie, orgel, hostie
D
RK: kruiswegstaties, altaar, doopvont

Slide 12 - Quizvraag

Luther was een herformer, dat is e

Luther is een van de oprichters van de Protestantse kerk. Hij vond dat mensen voor God's leiding in de bijbel moeten zoeken. Dus bij de protestantse kerk is er geen duidelijke hierargie.

Slide 13 - Tekstslide

Protestantse kerk, Katholieke kerk of Nieuwe Kerken?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk
C
Nieuwe kerken
D
Oosterse kerk

Slide 14 - Quizvraag

In Nederland werd 500 jaar geleden maar één geloof toegestaan. Welk geloof was dit?
A
Humanisme
B
Katholiek
C
Luthers Protestant
D
Jodendom

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een protestant?
A
Mensen die protesteren voor een beter leven zonder kerk
B
Christen die zich aansluit bij een hervormer
C
Monniken die mensen wilden bekeren tot het christendom.
D
Hervormer die strijd tegen het ongeloof van mensen

Slide 16 - Quizvraag

Protestant

Slide 17 - Woordweb

Dit is een .....
A
Protestantse kerk.
B
Katholieke kerk.
C
Nieuwe Kerk
D
Orthodoxe kerk

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we iemand die zich baseert op de denkbeelden van de Reformatie?
A
protestant
B
katholiek
C
humanist
D
ketter

Slide 19 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je een....
A
protestante kerk
B
katholieke kerk
C
synagoge
D
Nieuwe Kerk

Slide 20 - Quizvraag

Wat zie je NIET in een protestantse kerk en wel in een katholieke kerk?
A
Een doopvont
B
Een preekstoel
C
Een kaars
D
Een biechthokje

Slide 21 - Quizvraag

Noem de verschillen tussen de Protestanten en de katholieken en bepaal welk antwoorden goed zijn
A
Katholieken hebben beelden, Protestanten niet.
B
Protestanten: dominee Katholieken: Paus
C
Protestanten vereren Maria, dat doen katholieken niet
D
Protestantse kerk = leeg Katholieke kerk= vol met beelden

Slide 22 - Quizvraag

wat moet je na deze les maken: het huiswerk
wb blz 47 t/m 49 lezen en dan maken opdrachten 4,5,6 + Case= noteer welke verschillen er zijn tussen Protestanten en Katholieken en wanneer die zijn ontstaan (zie ook vorige lessonup + het rode kader op blz. 47 wb) +

de begrippen: biechtstoel, tabernakel, kruiswegstaties van blz.48,49 wb rode kader. ZIE HW MAGISTER

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide