4a

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Historisch Overzicht 

vanaf 1848

De Tweede Wereldoorlog

 (1939-1945)

4a: Roep om onafhankelijkheid

Wat gaan we doen?

• Lezen paragraaf 4a
• Aantekening paragraaf 4 
• Uitleg paragraaf 4
• Maken opdrachten paragraaf 

Opkomend nationalisme

Aan de slag met paragraaf 4

10 minuten

Opkomend nationalisme: verzet tegen Nederlandse overheersing --> onafhankelijkheid

Oorzaken:

* Besef dat Europese landen niet onverslaanbaar zijn, door rol van Japan

* Opkomst van nationalistische organisaties: één land en één volk

Opkomend nationalisme

• Sommige Indonesiërs gingen in Nederland studeren;
  

• ..en leren daar over vrijheid en democratie
  

• Gevolg: ontstaan nationalisme in Nederlands-Indië

• Let op: Ook in andere kolonies ontstaat nationalisme

Hoe gaat Nederland om met het opkomend nationalisme?

• Gematigde nationalisten mogen meepraten in de Volksraad (1918)

• Voorlopig geen onafhankelijkheid (“Duurt nog wel een paar honderd jaar.”)

• Volksraad stelt niet veel voor: mag alleen advies geven aan de regering
  

Rol Soekarno

Wilde niet meer samenwerken met Nederland, omdat de Indonesiërs niet meer inspraak kregen.

Doel: dekolonisatie = onafhankelijkheid

Eigen partij PNI

Gevolg: hij werd gevangen gezet door de Nederlanders

Gevolgen

• Radicalisering: geen samenwerking meer met de Nederlanders

• (Gewapende) strijd voor onafhankelijkheid, bijvoorbeeld met een opstand

Reactie Nederland

• Indonesische partijen worden verboden

• Indonesische leiders worden gevangen gezet: Soekarno en Hatta 

• Alleen gematigde groepen werden toegestaan

Aan de slag

Maken van de opdrachten van paragraaf 4

Klaar?

Kies voor extra filmpjes

maak test jezelf

Of kies voor andere verdiepingsopdrachten

Afronding

Welk woord past bij Soekarno

1. imperialist
2. militarist
3. nationalist
4. socialist

Waarom dachten de Nederlanders negatief over Soekarno?

1. hij wil een communistisch bestuur
2. Hij heeft samengewerkt met Japan tijdens de oorlog
3. Hij werkt samen met de Duitsers
4. Hij is een nsb'er

Wat is niet duidelijk?

huiswerk:

Let op de planning in SOM