Hoofdstuk 1 Paragraaf 4

Planning
  • Welkom
  • Kennismaking
  • Leerdoelen
  • Instructie paragraaf 4.1
  • Werken aan opgaven 39 t/m 46
  • Nakijken opgaven 39 t/m 42 
  • Terugblik leerdoelen
  • Afsluiting


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
  • Welkom
  • Kennismaking
  • Leerdoelen
  • Instructie paragraaf 4.1
  • Werken aan opgaven 39 t/m 46
  • Nakijken opgaven 39 t/m 42 
  • Terugblik leerdoelen
  • Afsluiting


Slide 1 - Tekstslide

Kennismaking
  • Naambordje maken.
  • Wie ben ik?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je hoe het CBS de inflatie kan vaststellen.
  • Aan het einde van de les weet je wat het consumentenprijsindexcijfer is.
  • Aan het einde van de les weet je hoe het cpi berekent. 

Slide 3 - Tekstslide

Instructie paragraaf 4.1 Het boodschappenmandje van het CBS

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt in Nederland de ontwikkeling van alle prijzen van goederen en diensten. Het CBS gebruikt daarbij indexcijfers.

Een indexcijfer laat een procentuele% verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode. Die periode noemen we het basisjaar.

Basisjaar = Indexcijfer 100

Slide 4 - Tekstslide

Berekening indexcijfer 
Berekening= nieuw getal / getal in het basisjaar x 100

Voorbeeld: In het basisjaar is de prijs van schoen € 75. Vier jaar later is de prijs € 83. 

Nieuwe indexcijfer= €83 / €75 x 100 = 110,6 
Procentuele stijging= 110,6 - 100 = 10,6%

Slide 5 - Tekstslide

Opgave indexcijfer
In het basisjaar is de prijs van een mobiele telefoon €560. Een jaar later is de prijs van de zelfde mobiel €568. 

1. Bereken met hoeveel % de prijs is gestegen ten opzichte van het basisjaar?
2. Een jaar later is de mobiel €674. Bereken de nieuwe indexcijfer.

Slide 6 - Tekstslide

Consumentenprijsindexcijfer (Cpi)
Het Cpi (consumentenprijsindexcijfer) is een indexcijfer dat de ontwikkeling van consumentenprijzen weergeeft. Aan de hand van het Cpi stelt het CBS vast hoeveel inflatie of deflatie er is. 

Maar wat is inflatie en deflatie nou?

Slide 7 - Tekstslide

Inflatie of Deflatie?

Slide 8 - Tekstslide

Samengesteld ongewogen prijsindexcijfer
Als iedere artikelgroep even zwaar meetelt heb je het samengesteld ongewogen/gewogen prijsindexcijfer. 

  • Samengesteld omdat het gemiddelde prijsindexcijfer is samengesteld uit verschillende artikelgroepen. 
  • Ongewogen omdat iedere artikelgroep even zwaar meetelt. 
  • Gewogen omdat iedere artikelgroep een andere weging (wegingsfactor) heeft en verschillend meetelt in de berekening van het Cpi.

Slide 9 - Tekstslide

Werken aan opgaven 39 t/m 46!

Krijg je het tijdens de les niet af?
Dan is het huiswerk t/m opgaven 46 af!

Slide 10 - Tekstslide

Werken aan opgaven 39 t/m 46!

Krijg je het tijdens de les niet af?
Dan is het huiswerk t/m opgaven 46 af!

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken opgaven 39 t/m 42.

Slide 12 - Tekstslide

Terugblik Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je hoe het CBS de inflatie kan   vaststellen.
  • Aan het einde van de les weet je wat het consumentenprijsindexcijfer is.
  • Aan het einde van de les weet je hoe het cpi berekent. 

Slide 13 - Tekstslide




Afsluiting

Slide 14 - Tekstslide