SE WRITING

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4 HAVO March 8

SE WRITING PREP

Voorstellen

Miss Verhoeven

SE WRITING

Keuze uit een narrative (=verhalend)  OF een descriptive ( = beschrijvend) essay

Narrative writing

Descriptive writing

Essay

Het essay heeft een titel en bestaat uit minimaal drie alinea's:

1. introductie

   2. middenstuk

3. conclusie

Narrative essay:

Denk aan:

- point of view: wie vertelt het verhaal?

- dialogen 

- betrek de lezer bij je verhaal

Descriptive essay:

Denk aan:

- woordkeuze

- beschrijf dingen in detail

en gebruik mooie vergelijkingen

Descriptive essay:

- woordkeuze

- vergelijkingen

nice

Describe an object used in your favorite sport or hobby. (5 mins)

Use a hyperbole to compare these words:

hungry - horse

Narrative writing

Short story

1. Plot 
   
2. Setting 
   
3. Characters 
   
4. Theme
   

Characters

• Protagonist - main character/we're rooting for him/her
  
• Antagonist - "bad guy"
  
• Secondary character(s)
  

What is the difference between a "protagonist" and an "antagonist"?

Introduces background

Builds toward point of greatest interest

sets central conflict in motion

Conflict or tension hits the highest point

Point after the climax

Wraps up the story

Exposition

Rising Action

Conclusion

Inciting Incident

Falling action

Climax

Write a short exposition about the following question: What is the best place to take a vacation?

Waar word je bij beide essays nog meer op beoordeeld?

- grammatica

- spelling (behalve als je dyslectisch bent)

- gebruik van signaalwoorden (linking words) en overgang tussen alinea's

- punctuatie + hoofdletters

signaalwoorden (linking words) zie ook blz 113 - 119 reference book

opsomming: and / also / besides / moreover / too / 

oorzaak en gevolg: because / due to / the reason why

tegenstelling: however / although / instead of / but / on the contrary / still 

signaalwoorden:

vergelijking: just like  / in comparison to

voorwaarde: if / unless  

voorbeeld: for example / for instance/ just like / just as / such as

conclusie: after all / in conclusion/ in short / so / therefore/ this shows that

overgang tussen alinea's

- gebruik signaalwoorden

- gebruik herhaling / synoniemen (cold / freezing)

- gebruik verwijswoorden (this)

Rubrics!

Take a look at the rubrics in the planner. 

Please make sure that you bring your OWN dictionary!!