Hoofdstuk 3.1 schrijven

Hoofdstuk 3 betoog schrijven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 betoog schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Programma
-Herhalen artikel
20 min
-Betoog schrijven
10 min
-Zelfstandig werken
45 min

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet welke onderdelen er in een betoog moeten staan;
  • Je kunt een betoog schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw artikel
De opdracht bestaat altijd uit:
  • de situatiebeschrijving
  • de opdracht 
  • de aandachtspunten
  • extra tips

Slide 4 - Tekstslide

Artikel schrijven
Het artikel bestaat altijd uit:
  • inleiding
  • kern
  • slot 
  • Dit zijn dus tenminste 3 alinea's

Slide 5 - Tekstslide

Artikel schrijven
Verdeel de gevraagde punten in de alinea's:


  • Welke punten horen bij de inleiding?
  • Welke punten horen bij de kern?
  • Welke punten horen bij het slot?


Slide 6 - Tekstslide

Betoog
Een betoog is een tekst waarin je de lezer wilt overtuigen van jouw mening. Om je standpunt (of stelling) te verdedigen, gebruik je argumenten. Je maakt je argumenten duidelijker door er een voorbeeld of uitleg bij te geven.
Zo schrijf je een betoog
- In de inleiding geef je kort je mening over het onderwerp. Je gebruikt signaalwoorden voor een mening, zoals Ik vind … Ik denk … Volgens mij … Ik ben van mening …
- In het middenstuk geef je argumenten voor jouw standpunt. Gebruik voor elk argument één alinea. In de eerste zin van elke alinea schrijf je je argument. Ga dan door op dezelfde regel en geef voorbeelden of een uitleg bij je argument. Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.
Voeg zo nodig een alinea toe voor een belangrijk tegenargument en weerleg dat argument.
- In het slot schrijf je je conclusie. Vaak herhaal je in de conclusie heel kort je mening en je argumenten. Gebruik in het slot een signaalwoord voor conclusie, zoals dus, kortom, dat betekent.
-Tip: Maak eerst een schrijfplan. 

Slide 7 - Tekstslide

Schrijfplan

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Nieuw Nederlands - Hfst 3  - Schrijven - opdracht 1 en 2. 
Hoe?
Chromebook, Nieuw Nederlands. 
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Leer de opbouw van een zakelijke brief/ email/ artikel/ betoog uit je hoofd. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet welke onderdelen er in een artikel moeten staan.

Je kunt een artikel schrijven. 

Slide 10 - Sleepvraag