6.1

Thema 6 Waarneming, regeling en gedrag


Basisstof 1: Reageren op je omgeving


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Waarneming, regeling en gedrag


Basisstof 1: Reageren op je omgeving


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt de werking van zintuigen beschrijven

2. Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • absentie + hw controle
  • toets bespreken
  • nieuwe bs
  • Vragen maken

Slide 3 - Tekstslide

 Waarnemen


Zien, horen, ruiken, proeven en voelen:
Dit zijn de manieren waarop je waarneemt

Slide 4 - Tekstslide

welke zintuigen ken je al???

Slide 5 - Woordweb

Om je omgeving waar te nemen, gebruik je zintuigen. 
Een zintuig is een orgaan dat reageert op een invloed uit de omgeving. Zo’n invloed heet een prikkel

Voorbeelden van prikkels: licht, geluid, geur, smaak en aanraking. 

Doordat je zintuigen die prikkels opvangen, kun je allerlei dingen waarnemen.

Slide 6 - Tekstslide

De kok ziet en ruikt de chocolade. 

Hij gebruikt de zintuigen in zijn ogen en zijn neus. 

De zintuigen sturen seintjes naar de hersenen. De hersenen verwerken deze seintjes. 

Daardoor ziet en ruikt de kok de chocolade. Zien, horen, ruiken, proeven en voelen zijn de manieren waarop je je omgeving waarneemt.

Slide 7 - Tekstslide

Zintuigen prikkels 
Met je zintuig neem je waar. Je zintuigen zijn dus je oren, ogen, neus, mond en huid

Je neemt een prikkel waar. Een prikkel is een invloed uit de natuur, een signaal. Voorbeelden van prikkels zijn geluid, licht, geur, smaak en aanraking.

Slide 8 - Tekstslide

In de zintuigen liggen zintuigcellen. Als zintuigcellen prikkels opvangen, ontstaan impulsen. Dat zijn een soort elektrische signalen (‘seintjes’). 

Zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen. De zenuwen leiden de impulsen naar de hersenen. 
In de hersenen word je je bewust van de prikkels . Daardoor kun je de omgeving waarnemen.

Slide 9 - Tekstslide

prikkel
impuls
zintuig
gewenning

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zintuigcellen en impulsen
In je zintuigen liggen zintuigcellen

Zintuigcellen ontvangen prikkels, dan ontstaat er een signaal (een soort elekrisch stroompje)

Je zintuigcellen zijn aangesloten op je zenuwen. Die zenuwen leiden de impulsen door naar de hersenen. Daar wordt je je bewust van de prikkel

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Huid = zintuig
  • Warmtezintuig (reageerd wanneer de huid iets warms aanraakt)
  • Koudezintuig (reageerd wanneer de huid iets kouds aanraakt)
  • Drukzintuig (reageerd als er op de huid gedrukt wordt)
  • Tastzintuig (reageerd op lichte aanraking van de huid)

Slide 15 - Tekstslide

Pijn 
Pijn neem je waar met een pijnpunt.
Dit zijn de uiteinde van je zenuwen

ze komen in je hele lijf voor.....

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe goed kunnen jullie waarnemen?

Zie de volgende film!!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

De zenuwen geven de prikkels van de zintuigen door aan de hersenen
waar
niet waar
waar maar hersenen kunnen ook prikkels doorgeven

Slide 21 - Poll

licht is net als geluid of pijn een prikkel
waar
niet waar

Slide 22 - Poll

1. Prikkel: Invloed uit de omgeving op een organisme
2. Impuls: Een elektrisch signaal (‘seintje’) dat
van de zintuigcellen door zenuwen naar de
hersenen wordt geleid
A
1 Waar 2 Nietwaar
B
1 Nietwaar 2 Waar
C
Beide waar
D
Beide nietwaar

Slide 23 - Quizvraag


Wat zie je op de
afbeelding?

Kies het beste antwoord
A
Klieren
B
Het ruggenmerg
C
De zenuwen
D
Het zenuwstelsel

Slide 24 - Quizvraag

Een zintuig:
Het is een orgaan dat reageert op prikkels
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 25 - Quizvraag


Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 26 - Quizvraag

Waar ontstaat een impuls?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de klas
D
in de prikkel

Slide 27 - Quizvraag

Een functie van het zenuwstelsel

A
bloed zuiveren
B
reacties regelen van spieren of klieren
C
prikkels van de spieren ontvangen
D
zintuigcellen aanmaken

Slide 28 - Quizvraag

ontstaan in zintuigen prikkels ?
ja
nee

Slide 29 - Poll

wordt je je bewust van een prikkel in je hersenen?
ja
nee

Slide 30 - Poll

geur 
ruiken 
neus 
licht 
smaak 
aanraking
geluid 
voelen
zien
horen 
proeven
huid 
tong 
oog
oor 

Slide 31 - Sleepvraag

Wat is een functie van het zenuwstelsel?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Prikkels uit de omgeving opvangen.
B
Beweging mogelijk maken.
C
impulsen vanaf de zintuigen verwerken
D
opdracht geven aan spieren en klieren

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de functie van zintuigen?
A
prikkels uit de omgeving omzetten in impulsen
B
impulsen naar de hersenen sturen
C
beweging mogelijk maken
D
daarmee kun je zien

Slide 33 - Quizvraag

Welk van deze is geen waarneming?
A
horen
B
ruiken
C
zien
D
geluid

Slide 34 - Quizvraag

welke van deze is geen zintuig?
A
smaak
B
neus
C
oog
D
huid

Slide 35 - Quizvraag

welke van deze is geen prikkel?
A
geur
B
aanraking
C
licht
D
huid

Slide 36 - Quizvraag

wat is een impuls?
A
Een invloed vanuit de omgeving
B
Een elektrisch signaaltje

Slide 37 - Quizvraag

prikkel
zintuig
bewustwording
impuls

Slide 38 - Sleepvraag

Noem iets dat jij geleerd hebt deze les.

Slide 39 - Open vraag

HW bio
BB= 6.1 opdr 1 tm 6 + 9+
KGT= 6.1 opdr 1 tm 9+

klaar? nakijken
timer
10:00

Slide 40 - Tekstslide