De ontkenning

iPads in de tas
Meedoen in de les

Leerdoel:
je kent een aantal ontkenningsvormen in het Frans
en je kunt ze in korte zinnetjes toepassen.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

iPads in de tas
Meedoen in de les

Leerdoel:
je kent een aantal ontkenningsvormen in het Frans
en je kunt ze in korte zinnetjes toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

De ontkenning
Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 

In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:
ne ........ pas

Slide 2 - Tekstslide

De ontkenning
Maak de volgende zin ontkennend:
Je parle français.

Slide 3 - Tekstslide

Maak ontkennend :
Lundi, nous travaillons au CDI.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

ik ben niet Paul
A
ne je pas suis Paul
B
je ne suis pas Paul
C
je suis ne Paul pas
D
je ne suis Paul pas

Slide 6 - Quizvraag

ik heb geen broer
A
ne je pas ai un frère
B
j'ai ne pas un frère
C
je n'ai pas un frère
D
j'ai un ne frère pas

Slide 7 - Quizvraag

nog meer ontkenningen
Noteer in je schrift!
niet meer = ne ..... plus 
        niets = ne ..... rien
             nooit = ne ..... jamais
            niemand = ne ..... personne
                nog niet = ne ..... pas encore

Slide 8 - Tekstslide

Ik kijk nooit tv
timer
1:00
A
Je ne regarde plus la télé
B
Je ne regarde jamais la télé
C
Je ne regarde rien la télé
D
Je regarde ne la télé jamais

Slide 9 - Quizvraag

Wij gaan nog niet naar Parijs
timer
1:00
A
Nous ne allons pas encore à Paris
B
Nous n'allons pas encore à Paris
C
Nous allons n'à pas encore Paris
D
Nous n'allons à Paris pas encore

Slide 10 - Quizvraag

Hij vindt voetballen niet meer leuk.
timer
1:00
A
Il n'aime plus le foot
B
Il n'aime jamais le foot
C
Il n'aime rien le foot
D
Il n'aime pas le foot

Slide 11 - Quizvraag

Lucas vindt niets in zijn tas
timer
1:00
A
Lucas ne trouve plus dans son sac.
B
Lucas ne trouve personne dans son sac.
C
Ne Lucas trouve rien dans son sac.
D
Lucas ne trouve rien dans son sac.

Slide 12 - Quizvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 13 - Sleepvraag

Ik zie niemand
A
Je vois personne
B
Je ne vois rien
C
Je ne vois personne
D
Je ne vois pas personne

Slide 14 - Quizvraag

maak nu ex 16+17a,c,d+18
page 22 -23

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link