Thema 4, les 2 Bacteriën

Ordening
Thema 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Ordening
Thema 4

Slide 1 - Tekstslide

 Lesdoelen
Les 2, Bacteriën

Na deze les:
  1. weet je dat bacteriën bestaan uit 1 cel
  2. kun je uitleggen wanneer bacteriën nuttig zijn
  3. kun je uitleggen wanneer bacteriën schadelijk zijn

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bacteriën zijn ééncellig en hebben geen celkern, wel een celwand.

Ze planten zich voort door middel van delingen.

Slide 4 - Tekstslide

Bacteriën
Met een gewone microscoop alleen als 
kleine puntjes of streepjes ziet. 
Je moet een speciale elektronenmicroscoop hebben om ze goed te zien.
                                         
Alleen als je ze honderdduizenden keren vergroot, kun je zien hoe ze 
er in werkelijkheid uitzien.

Slide 5 - Tekstslide

Een bacterie
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit 1 cel
D
is geen cel

Slide 6 - Quizvraag

Voortplanting 
van bacteriën
Bacteriën planten zich voort door te delen.
Hoe ze dat doen?

1.  Eén bacterie deelt in tweeën.
2.  Die 2 groeien totdat ze weer even groot zijn.
3.  Dan gaan die 2 zich ook weer delen.
4.  Dan zijn er 4 en die gaan zich ook weer delen......

Bij gunstige omstandigheden delen ze zich elk half uur. 
Er moet dan voedsel en vocht zijn en de temperatuur moet goed zijn. 
Er ontstaat dan een hele grote groep, zo'n groep noem je een bacteriekolonie. 
Een bacteriekolonie kun je met het blote oog zien.


Slide 7 - Tekstslide

bacteriën
vermenigvuldigen door:
 delen, groeien, delen, groeien, delen, groeien, delen............




Slide 8 - Tekstslide

De meeste bacteriën voeden zich met resten van dode organismen. 
Zo ruimen bacteriën andere organismen op. 
Het menselijk lichaam telt 10 x meer bacteriën dan cellen.
Het menselijk lichaam telt 10x meer bacterien dan cellen
In de darmen zitten ontzettend veel bacteriën. De meeste zijn nuttig. 
Ze helpen bij het verteren van voedsel.
Door de goede, nuttige bacteriën hebben schadelijke bacteriën geen kans. Nuttige bacteriën beschermen de huid.
In je mond zitten 25 x meer bacteriën 
dan er mensen op de aarde leven.
Het zijn veel nuttige bacteriën maar er zijn ook schadelijke bacteriën.
Nuttige bacteriën

Slide 9 - Tekstslide

Voortplanting van bacteriën:
Bacteriën planten zich voort
door te delen.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 10 - Quizvraag

Voedsel maken

Bacteriën kunnen een rol hebben bij het maken van voedsel.

Die speciale bacteriën worden gebruikt bij het maken van voedingsmiddelen.

Slide 11 - Tekstslide



Dit product is gemaakt
met bacteriën.

zuurkool
A
ja
B
nee, juist met schimmels
C
soms wel
D
soms niet

Slide 12 - Quizvraag

Schadelijke bacteriën
Voedsel bestaat uit (delen van) organismen.

Voorbeelden hiervan zijn: vlees, vis, fruit en groenten. 

Voor bacteriën is dat voedsel, daarom kunnen ze daar 
goed op leven. 

Het voedsel gaat daardoor bederven. Als wij bedorven voedsel eten, kunnen we daarvan ziek worden.

Er zijn bepaalde soorten bacteriën die mensen ziek kunnen maken. De huisarts zal dan een antibioticum voorschrijven.
Dat antibioticum dood de schadelijke bacteriën.
Een voorbeeld is penicilline maar er zijn meer antibiotica.
longontsteking
blaasontsteking

Slide 13 - Tekstslide

Bacteriën hebben
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 14 - Quizvraag

Roy zegt: "Bacteriën planten
zich voort door deling."

Emily zegt: Bacteriën voeden zich met dode resten van organismen."
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Roy: waar Emily: niet waar
D
Roy: niet waar Emily: waar

Slide 15 - Quizvraag

Bacteriën
A
zijn nuttig omdat ze een beschermende laag op je huid vormen
B
zijn nuttig voor de natuur, ruimen (resten) van organismen op
C
zijn nuttig omdat ze voorkomen dat het glazuur van je tanden wordt aangetast
D
A, B en C zijn waar

Slide 16 - Quizvraag

Bacteriën kunnen zich elke 30 minuten delen. Als er één is:

Roy zegt: "Na 2 uur zijn er dan al 16."
Tess zegt: "Na 4 uur zijn er dan al 256."

A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Roy: waar Tess: nietwaar
D
Roy: nietwaar Tess: waar

Slide 17 - Quizvraag

Antibiotica doodt alle bacteriën.
Wat is daarvan het nadeel?
Leg uit!

Slide 18 - Open vraag

Huiswerk
B/K
TL
Lezen
les 2
les 2
Maken
4.2 opdracht 6 t/m 10 en 12
4.2 opdracht 5 en 6
Leren
les 1 
les 1
Dinsdag 16 maart, 1e uur

Slide 19 - Tekstslide