Kleding

Kleding
Praktijkles retail
Docent: Annarens Borger
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kleding
Praktijkles retail
Docent: Annarens Borger

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Thema bespreken
  • Uitleg
  • Praktijk 

Slide 2 - Tekstslide

Kleding
  • Product beschrijven 
  • Waslabels lezen
  • Opvouwen
  • Verkoopgesprek

Slide 3 - Tekstslide

Product beschrijven
Broeken

Slide 4 - Tekstslide

Welk type herenbroeken zijn er?

Slide 5 - Woordweb

Heren broeken

- Jeans
- Joggingbroek
- Shorts
-Cargobroek
- Chino's


Welke soorten zijn er?

Slide 6 - Tekstslide

Jeans: welk type ken jij?

Slide 7 - Woordweb

Jeans

- Skinny: zo strak mogelijk op de huid
- Slim: slanke broek
- Straight: rechte broek, niet te strak
- Tapered: ruimte bij de middel en de bovenbenen, strak naar de enkels
- Loose: wijde broek, veel ruimte
- Bootcut: aansluitend bij de bovenbenen, daarna breed
Met het woord 'fit' wordt de pasvorm van de broek bedoeld.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wassingen en Finishes

Dit zijn bewerkingen op de jeans waardoor deze een andere look krijgt.

 Er zijn veel verschillende soorten finishes, en er kunnen er meerdere bewerkingen per jeans zijn.

Slide 10 - Tekstslide

RAW
Het aanbrengen van finishes begint met een ongewassen jeans, ook wel een ‘raw jeans’ genoemd. 

Elke jeans begint als een donkerblauwe jeans. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Kies per tweetal een broek uit

Schrijf op welk type broek het is
Wat zijn de kenmerken van de broek?
(kleur, model, wassing, finish etc.)

Slide 15 - Tekstslide

Klaar?
Vertel per duo de kenmerken van je broek

Slide 16 - Tekstslide

Kleding - waslabels
Praktijkles retail
Docent: Annarens Borger

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Hussein herkansing presentatie broek

- Wassymbolen uitleg
- Oefenen
- Waslabels lezen
 - Presenteren hoe je om moet gaan met het gekozen product

Slide 18 - Tekstslide

Wat staat er op een waslabel?

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn wassymbolen?
Wassymbolen worden gebruikt om aan te geven hoe een artikel volgens de aanbevelingen van de fabrikant het beste gewassen kan worden. 


Slide 20 - Tekstslide

1. Wassen 2. Drogen 3. Bleken 4. Strijken 5. Chemisch reinigen

Slide 21 - Tekstslide

Wat kan er gebeuren als jij geen gebruik maakt van de informatie op het waslabel?

Slide 22 - Open vraag

Sleep het juiste woord naar het juiste symbool.
Wassen
Drogen
Strijken
Bleken
Chemisch reinigen

Slide 23 - Sleepvraag

Wassen
1. Kan in de machine worden gewassen (er staan waarschijnlijk cijfers, punten en/of streepjes bij dit eerste symbool)

2. Alleen met de hand wassen in water van minder dan 40 °C

3. Niet wassen met water

Slide 24 - Tekstslide

Wastemperatuur
De watertemperatuur wordt aangegeven met stippen als je in de VS of Canada bent, of met een getal (graden Celsius).

Slide 25 - Tekstslide

Wascycli
1. Geen streepjes onder de emmer geven aan dat je een normaal programma kunt kiezen

2. Eén streepje betekent dat je een antikreukprogramma of programma voor synthetische was moet kiezen

3. Twee streepjes betekenen dat je een programma voor delicate was of fijne was moet kiezen

Slide 26 - Tekstslide

Bleeksymbolen
1. Bleken mogelijk
2. Enkel bleken met bleekmiddel zonder chloor (zuurstofbleekmiddelen)
3. Niet bleken

Slide 27 - Tekstslide

Droogsymbolen
1. Niet drogen in de droger
2. Drogen aan de waslijn
3. Liggend drogen
4. Drogen in de schaduw
5. Uit laten druipen (niet wringen of draaien)
6 Niet wringen

Slide 28 - Tekstslide

Droogsymbolen
1. Drogen op om het even welke temperatuur
2. Drogen op lage temperatuur (maximale uitlaattemperatuur 60 °C)
3. Drogen op normale temperatuur (maximale uitlaattemperatuur 80 °C)
4. Drogen op hoge temperatuur
5. Drogen zonder warmte

Slide 29 - Tekstslide

Strijksymbolen
1. Strijken mogelijk
2. Niet strijken
3. Geen stoom gebruiken

Slide 30 - Tekstslide

Strijksymbolen
1. Enkel op lage temperatuur strijken (110 °C)
2. Strijken op middelhoge temperatuur mogelijk (150 °C)
3. Strijken op hoge temperatuur mogelijk (200 °C)

Slide 31 - Tekstslide

Symbolen voor chemisch reinigen
1. Chemisch reinigen mogelijk
2. Chemisch reinigen met elk oplosmiddel
3. Chemisch reinigen met elk oplosmiddel behalve trichloorethyleen
4. Enkel chemisch reinigen met koolwaterstoffen
5. Niet chemisch reinigen

Slide 32 - Tekstslide

Overige informatie
- met dezelfde kleuren wassen
- binnenstebuiten wassen
- herkomst (in welk land is het product gemaakt)
- van welke materialen is het product van gemaakt

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht
Kies een kledingstuk uit waar het waslabel nog duidelijk leesbaar is.

Schrijf zo veel mogelijk informatie op wat je terug kunt lezen op het waslabel.
timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht
Presenteer het product en vertel zoveel mogelijk details.

Je mag nog 5 minuten nadenken 
timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide

Presentatie tijd!

Slide 36 - Tekstslide

Volgende les:
13 februari

Slide 37 - Tekstslide

Kleding
Kleding opvouwen

Praktijkles retail
Docent: Annarens Borger

Slide 38 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Doel bespreken
- Theorie uitleg
- Praktijk kleding opvouwen
- Beoordeling

Slide 39 - Tekstslide

Doel:

- Je weet waarom je kleding opvouwt
- Je weet hoe je de verschillende kledingstukken moet opvouwen
- Je hebt laten zien dat je een t-shirt, longsleeve, hoodie en broek kunt opvouwen

Slide 40 - Tekstslide

Theorie
Uitlegvideo hoe je de volgende items opvouwt:

1. t-shirt
2. longsleeve
3. hoodie
4. broek

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Oefenen t-shirt
1. genoeg ruimte om het shirt neer te leggen
2. leg het shirt met de bovenkant naar beneden op tafel
3. onderkant een klein stukje dubbel vouwen
4. de zijkanten allebei naar binnen vouwen
(beide zijden even ver)
5. hele shirt dubbelvouwen
 

Slide 43 - Tekstslide

Oefenen long sleeve
1. Shirt met de bovenkant naar beneden leggen
2. mouwen omvouwen langs de rand van het shirt
in één rechte lijn
3. onderkant randje omvouwen
4. zijkanten naar binnen vouwen
5. shirt dubbelvouwen


Slide 44 - Tekstslide

Oefenen broek
1. broek languit neerleggen op tafel de tafel
2. broek met de buitenkant dubbelvouwen
3. kruis naar binnen vouwen
4. de broek twee keer dubbelvouwen


Slide 45 - Tekstslide

oefenen hoodie
1. hoodie met de bovenkant naar beneden leggen
2. vouw de capuchon langs de nek lijn
3. capuchon naar binnen vouwen, zodat hij plat wordt
4. mouwen vouwen langs de zijkant van het shirt
5. zijkanten naar binnen vouwen
6. hoodie dubbelvouwen


Slide 46 - Tekstslide

Aan de slag!
Schuif de tafels aan elkaar
Creëer voldoende ruimte
Oefen met het t-shirt

Klaar? Laat Annarens (Ananas) beoordelen

Slide 47 - Tekstslide

Opdracht
Opvouwen:
1. Long sleeve
2. Broek
3. Hoodie

Let op! Het item moet in de tas passen

Slide 48 - Tekstslide

Beoordeling
Alle vier items moeten beoordeeld zijn met een voldoende

Slide 49 - Tekstslide