Herhaling H1

Wat is een ander woord voor retailer?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wat is een ander woord voor retailer?

Slide 1 - Open vraag

Huisstijl, je ziet deze terug in het exterieur en het interieur. Noem bij beide een voorbeeld!

Slide 2 - Open vraag

Welke winkel heeft een vrije routing?

Slide 3 - Open vraag

Impulsaankopen zijn spontane aankopen. Deze zetten we op de plek neer waar de klant graag komt, de Verkoopsterke zones. Noem er 4:

Slide 4 - Open vraag

noem 5 verkoopzwakke zones

Slide 5 - Woordweb

Geef een voorbeeld van een massdisplay.

Slide 6 - Open vraag

Koffiemelk staat bij de koffie ,kwasten liggen bij de verf, lippenstift ligt naast de nagellak. Hoe noemen we dit?
A
een schap
B
artikelverwantschap
C
schappenplan
D
facings

Slide 7 - Quizvraag

Vraag: hoeveel facings heeft de gewone red bull? Stuur mij het antwoord via teams naar Voortman!
 

Slide 8 - Tekstslide

Traypacken
Beugelen 
Per stuk ompakken 

Slide 9 - Sleepvraag

Bij het aanvullen van artikelen
ben je gebonden aan speciale regels,
aanvulvoorschriften. Hier staan instructie in over: noem er 5

Slide 10 - Woordweb

FIFO en LIFO, wanneer gebruik je Fifo?

Slide 11 - Open vraag

Het schap op welke hoogte noemen we het gouden schap?
A
Reikhoogte (160 cm of hoger)
B
Ooghoogte (120 tot 160 cm)
C
Grijphoogte (80 - 120 cm)
D
Bukhoogte 0 - 80 cm)

Slide 12 - Quizvraag

zoek 3 plaatjes. 1: gesloten etalage, 2 halfopen etalage, 3 open etalage.

Slide 13 - Open vraag

Prijskaart

Prijssticker
Schapsticker

Slide 14 - Sleepvraag