Geen telefoons toegestaan is een geschreven regel op school. Het staat in de schoolreglementen
Het opblazen van een pinautomaat (plofkraak) is een overtreding van een rechtsregel. Deze worden ook wel wetsregels genoemd. Dit is een geschreven regel in de wet
Elkaar aankijken als je met elkaar praat is een ongeschreven regel
Slide 7 - Tekstslide
Opstaan voor een oud vrouwtje in de bus
A
Ongeschreven regel
B
Geschreven regel
C
Rechtsregel
Slide 8 - Quizvraag
Een fiets stelen
A
Ongeschreven regel
B
Geschreven regel
C
Rechtsregel
Slide 9 - Quizvraag
Op straat spugen
A
Ongeschreven regel
B
Geschreven regel
C
Rechtsregel
Slide 10 - Quizvraag
Gericht óp iemand spugen
A
Ongeschreven regel
B
Geschreven regel
C
Rechtsregel
Slide 11 - Quizvraag
Jullie kunnen de kernbegrippen waarden, normen, macht en belangen gebruiken
Jullie kunnen voorbeelden van waarden en normen opschrijven
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Oefenen bij filmpje
We gaan kijken naar een fragment van een motorrace Let op de linker rijder
Bekijk het filmpje en schrijf daarna op welke waarde en welke norm bij het filmpje passen.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Welke norm heeft met dit filmpje te maken?
Slide 16 - Open vraag
Belangen
Belang: het voordeel dat je ergens van hebt
Jongeren die belang hebben bij: - leuke uitgaansgelegenheden zoals een discotheek - gratis wifi - veilige omgeving
Bejaarden die belang hebben bij - verlaagde stoep - rustige omgeving - veilige omgeving
Belangentegenstelling
Wanneer twee of meer belangen botsen noem je dit een belangentegenstelling. Voorbeeld: rust en discotheek in dezelfde omgeving
Slide 17 - Tekstslide
Machtsmiddelen
Middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
Beroep Overtuigingskracht Kennis Geld Vaardigheden Aantal mensen Status Geweld
Slide 18 - Tekstslide
Macht
Macht: de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beinvloeden.
Voorbeeld
Docent heeft macht over de leerling door beroep. De docent kan daardoor bepalen of en wat het huiswerk is maar kan ook een leerling uit de klas verwijderen.
Slide 19 - Tekstslide
Waar of niet waar: bij een waarde hoort altijd maar 1 norm
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Welke waarde past het beste bij de norm: Je moet twee stuks fruit per dag eten
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Gezondheid
D
Rijkdom
Slide 21 - Quizvraag
Welke waarde hoort bij school?
A
Gezondheid
B
Kennis
C
Effectiviteit
D
Rijkdom
Slide 22 - Quizvraag
Welk machtsmiddel past het best bij hooligans?
A
Kennis
B
Beroep
C
Geweld
D
Aantal
Slide 23 - Quizvraag
Is dit een belangentegenstelling: Automobilisten willen een nieuwe snelweg. Natuurliefhebbers willen de natuur behouden.
A
Ja
B
Nee
C
Dat ligt aan de situatie
D
Misschien
Slide 24 - Quizvraag
Is dit een belangentegenstelling: Schiphol wil uitbreiden. De overheid wil meer belastingen.
A
Ja
B
Nee
C
Dat ligt aan de situatie
D
Misschien
Slide 25 - Quizvraag
Sleepvraag
Welke norm hoort bij welke waarde?
- Waarden = principes die je belangrijk vindt in het leven
- Normen zijn regels hoe jij en anderen zich moeten gedragen
Slide 26 - Tekstslide
Je gooit je lege verpakking in de prullenbak
Je liegt niet tegen je docent Maatschappijleer
Je ontbijt altijd met fruit
Je wacht netjes op je beurt
Eerlijkheid
Gezondheid
Netheid
Geduld
Slide 27 - Sleepvraag
Jullie kunnen de
kenmerken van een
Maatschappelijk probleem
begrijpen en onthouden
Slide 28 - Tekstslide
!
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
En nu jij. Kies een Maatschappelijk probleem en beantwoord de vragen...
1. Stikstofcrisis
2. Oekraïne oorlog,
3. Ter Apel vluchtelingen
4. files
5. dierenmishandeling
6. plastic soep
7. armoede
8. terrorisme,
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Meningen zijn gebaseerd op WAARDEN
Argumenten = iets wat je vertelt om uit te leggen waarom je iets vindt.
Slide 34 - Tekstslide
Dilemma
Een lastige keuze tussen 2 dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben