2CD 2. eind 5.3, start 5.4

Startdia
De start:
1. Telefoon in de telefoontas.
2. Kauwgom in de prullenbak.  
3. Boeken de Geo 
2. Pen op tafel.
4. Ipad in je tas.
5. Registraties Magister

MV: boek(en)/pen/Ipad waarmee gewerkt kan worden niet bij je. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startdia
De start:
1. Telefoon in de telefoontas.
2. Kauwgom in de prullenbak.  
3. Boeken de Geo 
2. Pen op tafel.
4. Ipad in je tas.
5. Registraties Magister

MV: boek(en)/pen/Ipad waarmee gewerkt kan worden niet bij je. 

Slide 1 - Tekstslide

Startdia
Leerdoelen:
5.3
1. Hoe ontstaat neerslag bij een gebergte?
2. Wat is een lijzijde en wat is een loefzijde?
5.4
3. Waar wonen Europeanen en waarom daar?





Slide 2 - Tekstslide

Startdia

Slide 3 - Tekstslide

Startdia

Slide 4 - Tekstslide

Welke zin is waar?
A
Bij de loefzijde is het droog, aan de lijzijde is er regenschaduw
B
Bij de loefzijde en bij de lijzijde valt regen
C
Bij beide zijdes is er droogte
D
Bij de lijzijde is er droogte, bij de loefzijde is er regenschaduw

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent 'loefzijde' in het Nederlands?
A
In de wind (nat)
B
In de schaduw
C
Tegen de wind in
D
Uit de wind (droog)

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke kant van de berg is zeer droog?
A
Lijzijde
B
Loefzijde

Slide 7 - Quizvraag

Wat is loefzijde ?
A
Dat is wind van zee
B
Dat is de kant van een berg in de wind
C
Dat is de kant van een berg uit de wind
D
Dat is de regenschaduw

Slide 8 - Quizvraag

Startdia
Leerdoelen:
3. Waar wonen Europeanen en waarom daar?





Slide 9 - Tekstslide

De meeste Europeanen wonen op toendra's.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat maakt de meeste Europeanen in steden wonen?
A
Daar zijn woonwijken.
B
Daar zijn industrieterreinen.
C
Daar zijn voorzieningen.
D
Vanwege A, B en C.

Slide 11 - Quizvraag

Startdia

Slide 12 - Tekstslide