H5.3 Volledige en onvolledige verbranding

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

H5.3 Volledige en onvolledige verbranding

Planning

• Leerdoelen.1
• Herhalen
• Aardgas
• Volledige verbranding
• Leerdoelen.2
• Onvolledig
• CO
• Vlamkleuren

Leerdoelen.1

Ik kan benoemen welke stof er altijd aanwezig moet zijn bij een verbrandingsreactie   (herhalen)

Ik kan benoemen uit welke stof aardgas voornamelijk bestaat

Ik kan benoemen welke twee stoffen er ontstaan bij een volledige verbranding

Herhalen

Welke 3 brandvoorwaarden staan er in de branddriehoek?

Aardgas

Aardgas bestaat uit 80% Methaan & 20% Stikstof

Reactieproducten Volledig

Bij een volledige verbranding van CH-moleculen ontstaan altijd:

Koolstofdioxide en Water

Voorbeeld

Geef de verbrandingsreactie van methaan (CH4):

Leerdoelen.2

Ik kan benoemen welke twee stoffen er ontstaan bij een onvolledige verbranding  

Ik kan het gevaar benoemen van koolstofmonoxide

Ik kan de vlam kleur die ontstaat bij een volledige en bij een onvolledige verbranding benoemen

Onvolledige verbranding

Er is niet genoeg zuurstof voor C en H om allemaal weg te reageren.

Daarom ontstaat er ook

Roet (C) en Koolstofmono-oxide (CO)

koolstofmono-oxide (CO)

Ook wel kolendamp

Giftig,

Reukloos,

Geurloos,

Smaakloos,

Vlamkleuren

Geel: onvolledige verbranding

te weinig zuurstof

Blauw: volledige verbranding

genoeg zuurstof

Ruisend: Volledige verbranding

'te veel' zuurstof

In een tabel

HW

Hoofdstuk 5  

Basisstof 3  

Opdrachten basisstof 3  

33 tot en met 42

HW-controle