Voor de vakantie heb je gekeken naar hoe grafieken kunnen veranderen. Dit is belangrijk om voorspellingen te kunnen doen over het verloop van een grafiek...
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat heb je ook alweer gedaan?
Voor de vakantie heb je gekeken naar hoe grafieken kunnen veranderen. Dit is belangrijk om voorspellingen te kunnen doen over het verloop van een grafiek...
Slide 1 - Tekstslide
Er waren 2 belangrijke zaken..
1. Je moet een stuk van de getallenlijn op drie manieren kunnen opschrijven.
2. Je moet verschillende soorten van stijgen en dalen kunnen herkennen
We gaan ze nu herhalen...
Slide 2 - Tekstslide
Laten we beginnen met de stijgingen en dalingen
Laten we beginnen met de stijgingen en dalingen....
Sleep in de volgende slide de juiste grafiek op de juiste omschrijving....
Slide 3 - Tekstslide
Constante stijging
Afnemende stijging
Toenemende stijging
Constante daling
Afnemende daling
Toenemende daling
Slide 4 - Sleepvraag
En nu de intervallen....
Een interval is eigenlijk een stuk van de getallenlijn... Een x-interval wil zeggen dat de x tussen twee bepaalde waarden in kan liggen. Er zijn drie manieren om een interval op te schrijven. Ze komen nu aan bod.
Slide 5 - Tekstslide
1. Met behulp van een getallenlijn
Met behulp van een getallenlijn.....
(Eigenlijk ga je dit later natuurlijk niet doen, als je moet rapporteren over de jaaromzet van je bedrijf aan een bank om een nieuwe lening te krijgen, kom je niet aanzetten met een getallenlijn. Maar goed, je moet het wel kennen en ook de betekenis van de open/gesloten bolletjes).
Slide 6 - Tekstslide
Je ziet hier 2 intervallen
Slide 7 - Tekstslide
2. Met behulp van de kleiner dan (en gelijk aan)/groter dan (en gelijk aan) tekens. Bijvoorbeeld x< -10 of -2< x < 8.
Slide 8 - Tekstslide
3. Met behulp van de intervalnotatie. Bijvoorbeeld:
Slide 9 - Tekstslide
Bij een getallenlijn betekent een gesloten (ingekleurd) bolletje dat de grens wel mee doet
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee
Slide 10 - Quizvraag
Bij een intervalnotatie betekent een rechte haak, [ of ], dat de grens mee doet en een punthaak < of > dat de grens niet mee doet.
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee
Slide 11 - Quizvraag
Je ziet hier 3 intervallen op een getallenlijn . Kies het juiste antwoord.
A
x ≤-5 of -2<x≤ 3 of x< 7
B
x< -5 of -2<x≤ 3 of x≥7
C
x ≤-5 of -2<x > 3 of x > 7
D
x < -5 of -2 >x< 3 of x< 7
Slide 12 - Quizvraag
Je ziet hierna weer dezelfde getallenlijn met de intervallen. Noteer de intervallen nu zelf mbv de intervalnotaties (dus met rechte of punthaken). Noteer een pijl met een streepje - en een >
Dus als volgt: ->
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Open vraag
Goed gedaan! Nu ga je leren over toenamediagrammen
Goed gedaan! Nu ga je leren over toenamediagrammen. Maak opg 18 op blz 19 en lees dan Theorie A. Daarna volgt klassikale uitleg, maar ben je al eerder klaar kun je door met opg 19 tm 25.