Numo grammatica uitleg

Welkom!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Welkom en opening
  • Uitleg Numo
  • Extra uitleg grammatica
  • Inloggen Numo
  • Oefenen in Numo: 25 min. voor leerlingen die niet meedoen met de uitleg. 
  • Leesboek

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 

Ik weet hoe de grammica in grote lijnen in elkaar zit.

Ik weet wat een onderwerp en een persoonsvorm is.

Ik weet wat een lidwoord, zelfstandig naamwoord en een werkwoord is. 

Ik weet welke werkwoordsvormen er zijn. 

Ik oefen op mijn niveau in Numo. 

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandig werken 

1. Log in op mijn.numo.nl. (schoolnaam = kalsbeekcollege)

2. Maak de sprongtoets van het onderdeel grammatica

3. Oefen daarna 25 minuten met grammatica. 

4. Lees je boek. 

 


Je camera blijft aan!

Vragen graag via privéchat.






timer
30:00

Slide 4 - Tekstslide

Als je meedoet met de uitleg?
Klik op de link. (Zie chat)
Doe mee in LessonUp. 
Hoe actiever, hoe beter voor je brein. 

Slide 5 - Tekstslide

Verschil zinsdelen
en woordsoorten

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

woordsoorten

Slide 8 - Tekstslide

zinsdelen

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling grammatica
- Woordsoorten:
* Werkwoorden
* Zelfstandig naamwoord en lidwoord

- Zinsdelen:
* Persoonsvorm en zinsdelen
* Onderwerp


Slide 10 - Tekstslide

Woordsoorten

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoorden kun je vervoegen

Slide 12 - Tekstslide

Welke werkwoorden zie je in de volgende zin?
Het publiek moest wachten op de huldiging.
A
moest
B
wachten
C
publiek
D
huldiging

Slide 13 - Quizvraag

Welke werkwoorden zie je in de volgende zin? Ik heb vandaag een heel leuk meisje gezoend.
A
ik
B
heb
C
vandaag
D
gezoend

Slide 14 - Quizvraag

Lidwoord: de, het, een

Slide 15 - Tekstslide

Welke lidwoorden staan in de volgende zin?
Wat doet de schrijver in het park?
A
wat
B
doet
C
de
D
het

Slide 16 - Quizvraag

Welke lidwoorden zie je in de volgende zin? De jongen ging met een meisje naar het theater.

Slide 17 - Open vraag

Zinsdelen

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord: 
me-di-pla-di-na

Slide 19 - Tekstslide

Welke zelfstandige naamwoorden zie je in de volgende zin? Masao gaat met Jochem naar de boerderij in het weekend.

Slide 20 - Open vraag

Welke zelfstandig naamwoorden zie je in de volgende zin? De grote beer gaat op zoek naar een mooi roosje voor zijn kindje.

Slide 21 - Open vraag

Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:

1. De zin vragend maken (Nadeel: vraagwoord is geen pv!)
2. De tijd in de zin veranderen
3. Het aantal in de zin veranderen

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank.
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Sturen jullie ook altijd Kerstkaarten?
A
jullie
B
Kerstkaarten
C
Sturen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de onderstaande zin?

De komende jaren zal de temperatuur stijgen.
A
zal
B
stijgen
C
de temperatuur
D
de komende jaren

Slide 25 - Quizvraag

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden in de zin?

Slide 26 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Hij gaat naar de fietsenmaker.
A
hij
B
gaat
C
naar
D
de fietsenmaker

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in de volgende zin? Het lieve kind heeft een prachtige tekening gemaakt
A
kind
B
het lieve kind
C
tekening
D
een prachtige tekening

Slide 28 - Quizvraag

Zelfstandig werken 

1. Log in op mijn.numo.nl. (schoolnaam = kalsbeekcollege)

2. Maak de sprongtoets van het onderdeel grammatica

3. Oefen daarna 25 minuten met grammatica. 

4. Lees je boek. 

 


Je camera blijft aan!

Vragen graag via privéchat.






timer
30:00

Slide 29 - Tekstslide