In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
2.2. Waarom zou je sparen?
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik
Uitleg en instructie 2.2.
Maakwerk voor vandaag
Quiz
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
Beginsaldo 35
Je wast de auto van je vader voor 5 euro.
Je gaat naar de film.
Eindsaldo is 19 euro.
Hoeveel heeft de film gekost?
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Na afloop van deze les weet/kan ik ...
... wat de motieven zijn om te sparen
... wat rente is
... hoe om rente die je ontvangt te berekenen
... wat geldfuncties zijn
Slide 4 - Tekstslide
Spaarmotieven
Doel
sparen voor een doel
Voorzorg
sparen uit voorzorg
Rente
sparen voor de rente
Slide 5 - Tekstslide
Rente
Een vergoeding die je van de bank krijgt voor je spaargeld
Berekend in % per jaar.
Rente per jaar =
100(percentage)xspaarbedrag
Slide 6 - Tekstslide
Geldfuncties
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel
Geldfuncties
Ruilmiddel
je koopt iets
Spaarmiddel
Geld bewaren om later uit te geven
Rekenmiddel
Om de waarde van iets in geld uit te drukken
Slide 7 - Tekstslide
Maakwerk
Op Pincode:
Maak 2.2., opgaven 13 t/m 25
In je schrift. Klaar?
Maak Rekenopdrachten blz. 64, opgaven 3 t/m 7
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Quiz
Slide 9 - Tekstslide
Directe ruil
Indirecte ruil
Joanne koopt in de winkel een taart van 5 euro.
Kim geeft bijles aan Saar en in ruil daarvoor lakt Saar de nagels van Kim.
Tim doet klusjes in de tuin bij zijn tante. Als hij voldoende klusjes heeft gedaan krijgt hij een nieuwe telefoon.
Slide 10 - Sleepvraag
Het saldo op mijn bankrekening is 460 euro. Ik neem 50 euro op bij een bankautomaat. Mijn chartaal geld...
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 11 - Quizvraag
Het saldo op mijn bankrekening is 460 euro. Ik neem 50 euro op bij een bankautomaat. Mijn giraal geld...
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 12 - Quizvraag
Op vrijdag is mijn saldo 95 euro. Donderdag heb ik bij de Action 12 euro uitgegeven. Woensdag heb voor oppassen 8 euro gekregen. Wat was mijn saldo op dinsdag?
A
91 euro
B
99 euro
C
107 euro
D
103 euro
Slide 13 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van elektronisch betalen:
A
Betalen met iDeal voor een online bestelling
B
Betalen met een 5 euro biljet bij de Jumbo
C
Geld overmaken naar Zalando nadat iets afgeleverd is