les 3.1 Module Participeren: Motiveren en activeren

Module Participeren
Lesweek 3: 
Les 3.1 : Motiveren en activeren

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Module Participeren
Lesweek 3: 
Les 3.1 : Motiveren en activeren

Slide 1 - Tekstslide

Programma 

  • Theorie -  Begeleidingsmethodieken begeleidingstechnieken, motivatietechnieken en STRAK - methodiek
  • Evalueren op proces en product




Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Toepassingsdoelen: 

Je laat zien hoe je de cliënt doelbewust motiveert om moeilijkheden te overwinnen. 
Je laat zien hoe je de cliënt doelbewust motiveert om moeilijkheden te accepteren 
Communicatie: 
Je stemt je communicatie af op het niveau van de client 
Je laat zien hoe je cliënten kunt motiveren aan de slag te gaan met activiteiten  



Slide 3 - Tekstslide

Dagbesteding
is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die je tot je beschikking hebt te besteden?




                                Theoretisch gedeelte

Slide 4 - Tekstslide

Begeleidingsmethodiek en -techniek
  • Begeleidingsmethodiek
Geheel van op theorieën gebaseerde begeleidingsmethoden die worden gebruikt om een doel te bereiken. De methodiek bestaat uit handelingsrichtlijnen, praktische handvatten, etc.

  • Begeleidingstechniek
Kennis, vaardigheid en hulpmiddelen die je inzet in de begeleiding om een doel te bereiken


Slide 5 - Tekstslide

Begeleidingsmethodieken

  • Het 8 fasenmodel
  • Empowerment
  • Systematisch werken
  • Motiverende gespreksvoering
  • Oplossingsgericht werken
  • Belevingsgerichte zorg
  • Muzisch agogisch werken

Welke begeleidingsmethodieken worden er binnen jullie organisatie gebruikt?
Let op: je dient dat te onderzoeken voor je eindopdracht

Slide 6 - Tekstslide

Begeleidingsmethodieken
  • 1 Validation (dementie, vergevorderd stadium)
  • 2 ROB (dementie, vroeg stadium)
  • 3 Vlaskamp (ernstig verstandelijk beperkt)
  • 4 Active Support (licht en matig verstandelijk beperkt)
  • 5 Triple C (gehandicaptenzorg, ASVZ)
  • 6 Methode Urlings (ernstig verstandelijk beperkt)
  • 7 Reminiscentie (dementie)
  • 8 Gentle Teaching (dementie, gehandicaptenzorg)
  • 9 EIM (licht en matig verstandelijk beperkt)
  • 10 Totale Communicatie (ernstig meervoudig beperkt)
  • 11 Herstelondersteunende zorg (psychiatrie)
  • 12 Empowerment (psychiatrie, gehandicaptenzorg)
  • 13 Rehabilitatie (psychiatrie)

Slide 7 - Tekstslide

opdracht
iedereen zoekt een methodiek op en legt deze uit
groep 1 methodiek 1
groep 2 methodiek 2 etc 

Slide 8 - Tekstslide

verschillende methodieken

Slide 9 - Woordweb

Begeleidingstechnieken
  • Motiveren
  • Stimuleren
  • Activeren

Technieken kunnen onderdeel zijn van een methodiek, zoals gedragsmodificatie:
  • Straffen
  • Belonen
  • Negeren


Slide 10 - Tekstslide

Begeleidingstechnieken
Andere technieken zijn:
  • Structuur bieden
  • Nabijheid bieden
  • Time-out
  • Terughalen naar de werkelijkheid

Welke begeleidingstechnieken worden er binnen jullie organisatie gebruikt?
Let op: je dient dat te onderzoeken voor je eind opdracht!

Slide 11 - Tekstslide

Motivatietechnieken

Slide 12 - Tekstslide

STRAK - methodiek
  1. Situatie: Vertel kort de situatie 
  2. Taak: Wat is jouw taak?
  3. Resultaat: Wat is het resultaat van jouw handelen?
  4. Aanpak: Hoe heb je dat aangepakt in die situatie?
  5. Keuzes: Welke keuzes heb je gemaakt? 

Verantwoorden beschrijf je door de de onderstaande vragen te beantwoorden:
  • Wat heb ik gedaan? of Wat was mijn handelen?
  • Hoe heb ik het gedaan? of Hoe heb ik gehandeld?
  • Waarom ik dat zo gedaan? of waarom heb ik zo gehandeld zo als ik heb gehandeld?

Slide 13 - Tekstslide

Welke vraag stel je bij het evalueren op het proces?

Slide 14 - Woordweb

Welke vraag stel je bij het evalueren op het product?

Slide 15 - Woordweb

Huiswerk
Ga naar de eindopdracht van deze module. Beantwoord de volgende vragen:
  1. Sluiten de activiteiten aan bij de mogelijkheden, wensen en behoeften?
  2. Wil de cliënt verder oefenen met oude vaardigheden?
  3. Wil de cliënt oefenen met nieuwe vaardigheden?
  4. Welke keuzemogelijkheden of alternatieve activiteiten bied je aan aan de cliënt?
  5. Geef voorbeelden voor de cliënt om activiteiten in te vullen.
  6. Welke voorwaarden zijn er waardoor de cliënt zijn mogelijkheden en behoeften kan realiseren?
  7. Adviseer de activiteiten die in het kader van werk, scholing of vrije tijd kunnen worden ondernomen.
  8. Plan de activiteiten die de cliënt gaat ondernemen. 







Slide 16 - Tekstslide