Leren voor de toets criminaliteit 6789 KGT

Leren voor de toets criminaliteit 6789 KGT
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leren voor de toets criminaliteit 6789 KGT

Slide 1 - Tekstslide

6.1 weten:
Wat zijn de taken van de politie?
Wat zijn de bevoegdheden van de politie?
Wat zijn boa's ?
Waarom is er heel precies omschreven wat de politie mag?

Slide 2 - Tekstslide

Taken politie
  1. Handhaven openbare orde: zorgen voor orde op straat
  2. Hulpverlening: Helpen bij ongelukken 
  3. Opsporing: Opsporen van strafbare feiten
  4. Preventie: voorkomen van criminaliteit (door bv surveillance)
  5. (Dienstverlening: advies over bv beveiliging van je huis.)


Onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester
afhandelen van verkeersongeval
Onder de verantwoordelijkheid van de Officier van Justitie
Maatregelen om misdaad te voorkomen
Maatregelen die burgers kunnen nemen om inbraak te voorkomen

Slide 3 - Tekstslide

Wat mag de politie doen? (bevoegdheden)
- Een verdacht staande houden en vragen naar zijn persoonlijke gegevens.
- Een bekeuring geven.
-                                      
- Fouilleren
- Politie en leger mogen als enige overheidsinstanties geweld gebruiken 
- Opstellen proces verbaal (aanpassen in boek!)
Zware opsporingsmiddelen zoals telefoon/internet afluisteren/ woning doorzoeken mag alleen met toestemming van de OvJ en de rechter-commissaris


identificatieplicht voor iedereen van 14 jaar en ouder
aanhouden
Arresteren en meenemen naar het bureau
vasthouden
Je moet op het bureau blijven. Max. 9 uren (de nacht telt niet mee).
Met toetstemming van de oficier van justitie mag dit worden verlengd.

Slide 4 - Tekstslide

Boa's
Zij vullen de politie aan bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid.  
En controleren of mensen zich aan de regels houden en geen overtredingen begaan, zoals foutparkeren of milieuregels overtreden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

h6.2
Vandaag: 
Wat doet de officier van justitie?
Ik weet uit welke maatregelen de officier van justitie kan kiezen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat doet de officier van justitie?
Officier van justitie:
- Leidt het opsporingsonderzoek (geeft de politie opdracht)
- Beslist of de verdachte vervolgt wordt (of seponeren of schikken)
- Is de openbare aanklager in de rechtbank (vertegenwoordigt het OM)
- Zorgt dat die straf ook wordt uitgevoerd.


Slide 8 - Tekstslide

De Officier van justitie kan kiezen uit:
Seponeren: Er komt geen rechtszaak (gebrek aan bewijs, schade te groot, geen noodzaak)

Schikken: Er komt geen rechtszaak de OvJ biedt een transactie aan. (als je niet betaald/instemt komt er alsnog een rechtszaak).

Strafbeschikking: Bij een aantal veelvoorkomende strafbare feiten mag de OvJ zelf oordelen i.p.v. de rechter. Bij bezwaar alsnog rechtszaak.
(Boete, taakstraf of een schadevergoeding; gevangenisstraf is niet mogelijk).

Vervolgen: Er komt een rechtszaak en de rechter beslist je straf (boete, cel of taakstraf)

Slide 9 - Tekstslide

7.1 Wat gebeurt er als de o.v.j. besluit dat je naar de rechter moet?
Hoe wordt je opgeroepen?

Waar worden rechtszittingen gehouden?

Slide 10 - Tekstslide

Soorten rechters

kantonrechter 

(overtredingen)


politierechter

(lichte misdrijven) 


meervoudige kamer

(zware misdrijven)

Slide 11 - Tekstslide

Waar zijn de rechtszittingen?
Rechtbank: Hier vindt je strafzaak plaats. 
                         Er zijn er 11 in Nederland.

Gerechtshof: Hier  vindt het hoger beroep plaats van misdrijven.
                             Er zijn er 4 in Nederland.

Hoge raad: Hier kun je in cassatie.
                         Dit is in Den Haag.

Slide 12 - Tekstslide

Advocaat arbeidsrecht Hermine Voûte snapt de onduidelijkheid: "Dit is weer zo'n situatie waar we nog geen jurisprudentie over hebben." In Nederland is de werknemer leidend bij het opnemen van vakantiedagen. Een werkgever mag alleen een vakantieaanvraag weigeren vanwege bedrijfsredenen. Maar dit zijn andere tijden, vindt de advocaat, dus blijft het twijfelachtig wie het risico draagt. Een duidelijk beleid van werkgevers is noodzakelijk.


Wat is jurisprudentie?

Slide 13 - Tekstslide

Een rechtszaak bestaat uit acht stappen, namelijk:

1. De opening door de rechter
2. De aanklacht, deze wordt voorgelezen door de officier van justitie.
3. Het verhoor van getuigen/deskundigen. (3 pers)
Getuigen staan onder ede en mogen niet liegen. Doen ze dat wel, dan plegen ze meineed.
4. Het verhoor van de verdachte. (3 pers)
5. Het requisitoir, dat wordt gehouden door de officier van justitie.
6. Het pleidooi dat wordt gehouden door de advocaat.
7. Het laatste woord van de verdachte.
8. De uitspraak door de rechter
 








timer
13:00

Slide 15 - Tekstslide

Vonnis
  1. Is er voldoende bewijs?
  2. Gaat het om een strafbaar feit?
  3. Is de dader strafbaar , of wordt er geseponeerd?
  4. Welke straf of maatregel wordt opgelegd?

Slide 16 - Tekstslide

MASK  criminaliteit 8.1
Leerdoel:
Waarom straffen we?

Slide 17 - Tekstslide

Doelen van straffen zijn:
Vergelding: onrecht moet bestraft worden

Afschrikking/preventie: Het moet de dader en andere burgers afschrikken.

 Beveiliging van de samenleving: Wij zijn veiliger met boeven achter de                                                                                                                    tralies

 Handhaving van de rechtsorde: De wetten worden nageleefd

Slide 18 - Tekstslide

- Voorkomen van eigenrichting: Zorgen dat mensen niet zelf gaan straffen

- Heropvoeding/resocialisatie: De dader heropvoeden

- Genoegdoening: Het slachtoffer voelt zich beter doordat er gestraft wordt.

Slide 19 - Tekstslide

8.2 criminaliteit

Soorten straffen

Slide 20 - Tekstslide

8.2
8.2
  • Welke soorten straffen zijn er?
  • Welke rechten heeft het slachtoffer?

Slide 21 - Tekstslide

straffen/sancties:
- hoofdstraffen
- Bijkomende straffen
- Maatregelen

Slide 22 - Tekstslide

Hoofdstraffen
- Geldboete: De rechter bepaalt dat je een boete moet betalen

- Celstraf: Je wordt opgesloten. 
   Hechtenis: Bij een overtreding, max een jaar.
   Gevangenisstraf: Bij een misdrijf, max levenslang.

- Taakstraf: een straf waar je wat van leert.
   Dit is een werkstraf en voor jongeren kan het ook een leerstraf zijn (cursus).

Slide 23 - Tekstslide

Bijkomende straffen
Een straf die er bij komt en te maken heeft met wat je hebt gedaan. (mag ook alleen opgelegd worden)

Bijvoorbeeld:
- Je mag niet meer autorijden
- Je mag geen arts meer zijn
- openbaar maken van de uitspraak (met naam noemen)

Slide 24 - Tekstslide

Maatregelen
Is niet bedoelt om te straffen maar om:
De dader tegen zichzelf te beschermen of de samenleving tegen de dader te  beschermen.
Of om de schade te herstellen naar de situatie zoals hij was.

Bijvoorbeeld:
- de 'Plukze wetgeving' (spullen/ geld wat met criminele activiteiten is verdiend afpakken).
- TBS
- Het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer.
- Enkelband

Slide 25 - Tekstslide

voorwaardelijke straf
De rechter kan ook iemand voorwaardelijk veroordelen tot een geldboete of een vrijheidsstraf. 
Een voorwaardelijke straf wordt (nog) niet uitgevoerd. De veroordeelde krijgt dan een proeftijd.
Wanneer hij zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit, wordt de voorwaardelijke straf uitgevoerd.

Slide 26 - Tekstslide

rechten van het slachtoffer
- Spreekrecht tijdens een zitting bij een ernstig misdrijf (2005)
- Vragen om schadevergoeding (via de OvJ).
- Recht op slachtofferhulp
- Recht op informatie over de zaak.
- Als het slachtoffer is overleden hebben nabestaanden spreekrecht.

Slide 27 - Tekstslide

slachtofferhulp
- Helpt bij het aanvragen van een schadevergoeding.
- Geeft Psychische hulp
- Helpt het spreekrecht voorbereiden (rechtszaak).



Volgende dia voorbeeld spreekrecht:

Slide 28 - Tekstslide

8.3

  • Helpt straf?
  • Wat betekent recidive?
  • Wat doet de reclassering?


Slide 29 - Tekstslide

recidive
Iemand valt na een eerdere veroordeling opnieuw terug in crimineel gedrag.

50% van de ex-gevangenen pleegt nu binnen twee jaar opnieuw een misdaad.

Werkt gevangenisstraf? Hoe kunnen we zorgen dat het werkt?

Slide 30 - Tekstslide

reclassering
- adviseren de rechtbanken en het OM over de daders en verdachten.
- Begeleiden en controleren mensen die onder toezicht staan.
- Zorgen dat werkstraffen worden uitgevoerd.

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen:



- Wie maken het beleid over criminaliteit?
- Werkt het? En wat vinden de verschillende partijen?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Burgemeester
  • Verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente.
  • Voorzitter van de gemeenteraad en College van B&W.
  • Hoofd van politie en brandweer.
  • Werkt samen met de politiecommissaris + OvJ
      =driehoeksoverleg.

Slide 35 - Tekstslide

Hoe denken de politieke stromingen over criminaliteit?
Sociaal-democratisch
Vooral preventieve maatregelen nemen, maatschappelijke oorzaken aanpakken
Bescherming rechten van de burger, uitbreiding taakstraffen

Christen-democratisch
Veel verschillen tussen de partijen.
De omgeving is belangrijk (gezin, school, organisaties) 
Waarden en normen

Liberale partijen
Repressieve aanpak 
Eigen verantwoordelijkheid burger
ruimere bevoegdheden voor de politie, justitie (kan botsen met rechten) en strenger/sneller straffen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Effectiviteit:
Werkt het beleid ook echt? Je kijkt naar:

Feitelijke daling of stijging van bepaalde vormen van criminaliteit op grond van cijfers
en statistieken.
Daling van criminaliteit/verminderen van onveiligheidsgevoelens (door het nemen van
preventieve of repressieve beleidsmaatregelen).
• De vermindering van de gevolgen van criminaliteit op materieel en immaterieel vlak.

Slide 38 - Tekstslide

Wenselijkheid:
Welk beleid vind jij het meest wenselijk?

• Wil je meer rechtsbescherming of rechtshandhaving?
• De visies van politieke stromingen op de aanpak van criminaliteit.
• De gevolgen van criminaliteit voor burger en samenleving op materieel en
immaterieel vlak. Waar moet wat aan gedaan worden? (wat je vindt hangt af van wat je hebt meegemaakt en je politieke voorkeur).

Slide 39 - Tekstslide

9.2: Beleidsterreinen
9.3: Repressie en preventie

Slide 40 - Tekstslide

leerdoelen:
- Ik kan de 4 beleidsterreinen noemen, herkennen, beschrijven en toepassen.

- Ik kan het verschil tussen preventieve en repressieve aspecten van overheidsbeleid noemen, herkennen, beschrijven en toepassen.

Slide 41 - Tekstslide

9.2 beleidsterreinen:
  • Opsporingsbeleid
  • Vervolgingsbeleid
  • Gevangenisbeleid
  • Jeugdbeleid

Beleid= afspraken over wat de regering wil doen.

Slide 42 - Tekstslide

Afspraken maken over wat je gaat opsporen en hoe.

Wat heeft prioriteit?  Welke vormen van criminaliteit moeten vooral worden aangepakt?
Nu prioriteit: georganiseerde misdaad/terreur/seksueel  geweld tegen kinderen
Welke middelen mogen gebruikt worden?
( wapens, apparatuur, preventief fouilleren, extra manschappen)

Slide 43 - Tekstslide

Afspraken maken over de manier van vervolgen

Voorbeeld: 
  • snelrecht  
  • gedoogbeleid softdrugs 
  • Zware criminaliteit zo snel mogelijk berechten.

Slide 44 - Tekstslide

Afspraken over de behandeling + opvang 

bijvoorbeeld:
  • meerdere personen per cel? Naar Estland sturen?
  • TBS proefverlof? 
  • EBI
  • Gevangenissen sluiten?

Slide 45 - Tekstslide

Jeugdbeleid
Wat wordt er afgesproken over jongeren? (om criminaliteit te voorkomen).

  • Meer toezicht+controle
  • vaker zinvolle straffen- Halt 
  • Aandacht voor onderwijs/kwalicifatieplicht
  • Banenplannen

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Preventief beleid door de overheid
  • Voorlichting geven (alcohol, vuuwerk, inbraak, cybercrime)
  • Halt: straf voor jongeren om strafblad te voorkomen.
  • Woonomgeving verbeteren.(straatverlichting, struiken, voetbalveldje)
  • Sociale controle vergroten (camera's, stadswachten)

Slide 48 - Tekstslide

Preventie bedrijven en  burgers:
  • Bedrijven: bewaking inschakelen.
  • Winkeliers: poortjes, meer personeel enz.
  • Scholen: Werken samen met de politie tegen spijbelen
  • Wijken: Mensen letten zelf op elkaar, burgerwacht.

Slide 49 - Tekstslide