HAVO & VWO | Relatie mens-dier in het vizier | Draag bij aan het lopend onderzoek van Vivian!

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieScience+4Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 130 min

Introductie

Bijdragen aan lopend onderzoek van de Universiteit van Utrecht? Met dit programma kan het! De leerlingen maken kennis met Vivian Goerlich, wetenschapper bij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

Instructies

Vakgebied: Mens en Natuur; Biologie; Algemene Natuurwetenschappen
Onderwerp: relatie tussen mens en dier
Doelgroep: onderbouw HAVO en VWO
Leerdoelen: 
  • Leerlingen verkrijgen nieuwe inzichten in de relatie tussen mens en dier.
  • Leerlingen werken volgens de methode onderzoekend leren (zie bijlage). 
o Leerlingen leren een goede onderzoeksvraag op te stellen.
o Leerlingen gaan aan de slag met het verzamelen van data.
o Leerlingen kunnen kritisch reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek.
o Leerlingen kunnen kritisch reflecteren op het onderzoeksproces.

Kerndoelen SLO: 28, 30 & 31
21ste eeuwse vaardigheden: 
  • creatief denken; 
  • informatievaardigheden; 
  • samenwerken; 
  • zelfregulering; 
  • kritisch denken.

Duur van het programma: 120 minuten. De planning is flexibel; de verschillende onderdelen zijn naar wens in te passen in het rooster.

Let op: Dit programma is ontwikkeld om klassikaal gegeven te worden. De leerlingen werken (online of offline) onder begeleiding van een docent aan dit programma. 

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vertel: De komende tijd gaan wij een programma volgen van het UMU (Universiteitsmuseum Utrecht).

Vraag: Is iemand ooit in het UMU geweest? Weten jullie daar iets over te vertellen? Wat doen mensen op de universiteit? (Stuur naar het hebben over onderzoek doen)

Slide 2 - Video

Doe: Bekijk het filmpje over het UMU.

Vertel: Dit UMU programma gaat over de relatie tussen mens en dier. Aan de Universiteit Utrecht zijn wetenschappers bij diergeneeskunde bezig met onderzoek naar deze relatie. Door zelf onderzoek te doen naar de relatie tussen mens en dier, gaan jullie data verzamelen die de wetenschappers gaan gebruiken in hun eigen onderzoek. Jullie dragen hiermee dus bij aan lopend onderzoek! Dit noemen we ook wel citizen science.

Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Klik op de hotspot
Afbeelding vergroten
Navigeren door de les
Kijken
Luisteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe denk jij 
over mij?
Vul het in op het formulier in de volgende slide!

Slide 4 - Tekstslide

Vertel: In dit programma gaan we ons verdiepen in de duif. Voordat we daaraan beginnen, is de wetenschapper geïnteresseerd in jullie denkbeelden over de duif. Deze neemt zij graag mee in haar onderzoek. Wees zo open en eerlijk mogelijk, er is geen goed of fout.

Let op: Omdat de anonieme data meegenomen wordt in onderzoek, kan elke leerling zelf beslissen of hij/zij deze enquête invult. 

Slide 5 - Link

Let op: Omdat de anonieme data meegenomen wordt in onderzoek, kan elke leerling zelf beslissen of hij/zij deze enquête invult. 

Doe: Klik op 'toon bij leerlingen', zo komt deze slide op de telefoon van de leerlingen terecht en kunnen zij via hun eigen scherm het formulier invullen. 
Bespreek samen jullie antwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Vraag: Bespreek kort klassikaal/onderling wat de leerlingen in het voorgaande formulier ingevuld hebben. 

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Op welke verschillende manieren staan deze dieren in relatie tot de mens?
Proefdier
Huisdier
Voedseldier
Wild dier

Slide 8 - Sleepvraag

Doe: Start de sleepvraag.
Sluit de sleepvraag wanneer de meeste leerlingen klaar zijn. 

Vertel: Dieren kunnen dus meerdere verschillende relaties hebben ten opzichte van de mens.

Bespreek:
- Is de relatie tussen een mens en een dier (bijv. hond, duif, konijn of varken) voor iedereen of overal in de wereld hetzelfde?
- Zijn de leerlingen het met elkaar eens over de relatie tussen deze dieren en mensen? Waarom wel of waarom niet?

Slide 9 - Video

Vertel: Vandaag duiken wij in het onderzoek van wetenschapper Vivian. Jullie mogen voor haar onderzoek data verzamelen. Zij zal zich nog aan jullie voorstellen in het volgende filmpje. 

Doe: Laat het filmpje zien.

Slide 10 - Video

Ook Wouter, de collega van Vivian, stelt zich even voor.

Laat ook dit filmpje zien.

Hoe overleven duiven in de stad?
Wapenen tegen gif in de stad
Hoe viezer de stad hoe meer donkere duiven! Hoe dit werkt zie je in dit filmpje.

Zwerfafval
De stadsduif heeft zich goed weten aan te passen aan de menselijke omgeving. Stadsduiven kunnen van alles eten. Naast hun natuurlijke dieet van zaden en granen is in de stad zwerfafval zoals brood of patat een belangrijke voedselbron voor ze. Ze kunnen daarmee overleven maar komen tekort in vitamines en andere voedingstoffen. Zo zorgt de menselijke activiteit in de stad ervoor dat er bijna overal in de wereld duiven te vinden zijn, maar helaas zijn ze dan vaak niet zo gezond als hun soortgenoten in de natuur.

Duivenmelk
Duiven geven melk! En niet alleen de vrouwtjes, ook de vaderduif helpt mee! Duiven hebben dus niet zoals veel andere vogels insecten nodig om hun jongen groot te brengen. Vlak voordat de jongen uit het ei komen produceren beide ouders de zogenaamde duivenmelk. De krop, een verbreding van de keel, wordt steeds dikker en bij het uitkomen van de eieren wordt een melkachtige substantie geproduceerd. De jongen kunnen dan zo de melk uit de snavel van hun ouders pikken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat we gaan doen: duiventellingen
Telformulier
Data

Slide 12 - Tekstslide

Herhaal: Vivian wil graag data over de aantallen, verspreiding en kleuren van stadsduiven. Voor het verzamelen van deze data heeft zij jullie hulp nodig. 

Vertel: Het telformulier is al voor jullie gemaakt (zie hotspot). De data die jullie daarmee verzamelen, kunnen we gaan delen met Vivian (zie hotspot). 

Doe: Maak groepjes van twee leerlingen. Dit groepje werkt de rest van het programma samen aan het onderzoek van Vivian en hun eigen onderzoek. 
Met de duiventellingen gaan we de volgende data verzamelen: 
Waar zijn jullie nieuwsgierig naar?

Bedenk jullie eigen onderzoeksvraag! Gebruik hiervoor het werkblad.
Locatie
Aantal
Kleur
Omstandigheden

Slide 13 - Tekstslide

Vertel: Met de duiventellingen gaan we de volgende data verzamelen: aantallen, locatie, kleur en omstandigheden. Vivian gaf aan dat we eigenlijk nog heel weinig weten over de stadsduif. 

Vraag: Waar ben jij nieuwsgierig naar?

Doe: Laat de leerlingen een onderzoeksvraag bedenken die ze kunnen beantwoorden met de data die ze gaan ophalen. 

Voor het maken van de onderzoeksvraag gebruiken de leerlingen het 'werkblad onderzoeksvraag HAVO/VWO'. 
Is de vraag specifiek? Dus geen vage termen zodat exact duidelijk is wat je wil gaan onderzoeken.

Kun je het antwoord opzoeken in een boek of op het internet?
Kan het binnen dit programma en de tijd die er voor is?
Past de vraag binnen het onderzoek van Vivian over stadsduiven?

Slide 14 - Tekstslide

Vertel: Zodra jullie een onderzoeksvraag hebben bedacht, gaan jullie door middel van het vragenmachientje controleren of het een goede onderzoeksvraag is.

 
Doe: Laat de leerlingen het vragenmachientje gebruiken.

Uitleg vragenmachientje: Komt de vraag niet door het vragenmachientje heen? Dan moet je de vraag aanpassen of een nieuwe vraag bedenken en nog een keer door het vragenmachientje heengaan. Als de vraag helemaal door het vragenmachientje heen kan, is het waarschijnlijk een goede onderzoeksvraag.
Stadsduif
Houtduif
De houtduif heeft een grijspaarse kop. Zijn nek is groengrijs. Hierop heeft hij een witte vlek. 
De houtduif heeft een grijsroze borst.
Het einde van zijn staart is zwart.
De snavel van de houtduif is geeloranje.
De snavel van de stadsduif is donkergrijs.
De nek van de stadsduif is groengrijs en loopt langzaam over in paars bij zijn borst.
Houtduiven eten zaden, peulvruchten, blad en bessen. Ze zoeken hun eten niet alleen in parken, bossen en in tuinen, maar ook in weilanden.

De houtduif is de grootste duivensoort van West-Europa.

Houtduiven bouwen hun nest op plekken die niet zo stevig zijn, zoals op het einde van een tak.
De stadsduif heeft een korte staart.
Zoals de naam al zegt, leeft de stadsduif voornamelijk in steden. Ze bouwen hun nesten vaak op randen van gebouwen en bruggen.

Niet iedere stadsduif heeft dezelfde kleur veren. 

Stadsduiven eten graag zaden. Maar laat je afval niet rondzwerven, want dit eten ze ook graag.

Slide 15 - Tekstslide

Vertel:  Jullie denken dat jullie nu klaar zijn om te gaan tellen, maar er huppelt ook nog een houtduif rond. Vivian wil alleen informatie over de stadsduif! 
Spotten jullie een Houtduif? Tel deze dan niet mee.

Vraag: Kunnen jullie de verschillen zien?

Doe: Laat de leerlingen de verschillen zoeken tussen de hout- en stadsduif. Klik op de onderzoek hotspots om erachter te komen hoe ze in uiterlijk van elkaar verschillen. Klik op de hotspots om meer te weten te komen over deze duiven.

Extra weetjes
  • Stadsduiven broeden bijna het gehele jaar door.
  • De houtduif heeft een zesde zintuig. Ze kunnen namelijk het magnetische veld van de aarde voelen met een orgaan dat boven hun snavel zit.
Turkse tortel
Het nest van de turkse tortel is simpel en slordig. Ze maken de nesten van takjes die los op elkaar liggen.

Turkse tortels zijn niet de beste nestenbouwers. Soms waait het nest weg of vallen er eieren of jongen door de dunne takjes heen. 

Turkse tortels eten graan, zaden en bessen. Dit vinden ze in tuinen, steden, bossen en parken.
De turkse tortel is klein en slank.
Ze hebben een lange staart.
Ze hebben lichtgrijze, beige veren.
De turkse tortel heeft een zwartwitte nekband.
Ze hebben donkere ogen.

Slide 16 - Tekstslide

Tel deze duiven niet! 
Net als de Houtduif is de de Turkse tortel een andere duivensoort die niet meetelt voor het onderzoek van Vivian.
Duiventellen: hoe dan?

Slide 17 - Tekstslide

Vertel: Jullie hebben nu jullie eigen onderzoeksvraag opgesteld én zijn meer te weten gekomen over de verschillende duiven. Nu is de beurt aan jullie om duiventellingen uit te voeren!
Gebruik de duiventelhandleiding om het tellen voor te bereiden. Daar vind je ook het telformulier waar je de bevindingen van tijdens het tellen op kan noteren.

Bereid jullie duiventelling voor met de handleiding duiventellingen

Doe: Maak afspraken met de leerlingen waar ze de duiven kunnen gaan tellen en hoe laat zij weer terug moeten zijn.

Het uitvoeren van de duiventelling kan ook gezien worden als huiswerk voor de leerlingen.

Tellen maar!

Slide 18 - Tekstslide

Het uitvoeren van de duiventelling kan ook gezien worden als huiswerk voor de leerlingen.

Doe: De leerlingen tellen 10 minuten per wijkttype.

Tip: geef de leerlingen een extra opdracht mee. Laat ze een foto maken van de duiventelling (een in actie foto van hen zelf of een foto van de duiven)
Leuk om die na afloop digitaal te uploaden en te bespreken.


Hoe ging het duiven tellen?
Deel jullie foto!

Slide 19 - Open vraag

Laat de leerlingen na het tellen een foto van hun duiventelling uploaden. Bekijk kort welke foto's de leerlingen gemaakt hebben.
Deel jullie resultaten 

Slide 20 - Tekstslide

Vertel: jullie hebben duiventellingen uitgevoerd en daarmee kunnen jullie je onderzoeksvraag beantwoorden. We verzamelen al jullie data en lopen samen de resultaten door. 

Doe: pak het resultatenwerkblad erbij en vul klassikaal van elk onderzoeksgroepje de data in. 

Combineer de data van jullie tellingen en bespreek deze klassikaal
Gebruik hiervoor het resultatenwerkblad.

Bespreek:  Wat zijn jullie resultaten? Hebben jullie bijzondere dingen meegemaakt tijdens het verzamelen van de data? Hebben jullie onverwachtse resultaten? Hadden jullie verwacht dat dit het antwoord zou zijn? Bespreek de grafieken in het resultatenwerkblad.
Beantwoord jullie onderzoeksvraag!
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Vertel: Nu jullie de data met elkaar hebben gedeeld, kunnen jullie aan de hand daarvan jullie eigen onderzoeksvraag beantwoorden. Jullie krijgen hiervoor vijf minuten de tijd. 

Doe: Laat de leerlingen de onderzoeksvraag beantwoorden in hun eigen groepje.
Wat was jullie onderzoeksvraag
en wat is jullie conclusie?

Slide 22 - Open vraag

Doe: Laat elk groepje leerlingen hun onderzoeksvraag en hun conclusie invullen. Kies daarna een aantal leerlingen of antwoorden uit om toe te lichten.

Vraag: Hoe zeker ben je van dit antwoord? Waarom? Staan er conclusies tussen die niet verwacht werden? 
  • Belicht dat je het antwoord niet helemaal zeker kunt weten, net zoals wetenschappers.
  • Belicht dat je zekerder wordt naar mate de hoeveelheid data toeneemt. 
Vraag: Zijn er groepjes die een antwoord hebben die ze van te voren niet hadden verwacht? Hoe komt dat?
  • Bespreek dat het onderzoek op meerdere manieren kan worden gedaan. Misschien zou een andere manier van onderzoeken wel andere resultaten opleveren. Veel verschillende data is dus belangrijk voor een wat zekerder antwoord!

Deel jullie resultaten met Vivian op de volgende slide!
Hoeveel duiven hebben jullie gespot?

Slide 23 - Tekstslide

Vertel: Jullie onderzoek doet er echt toe! Vivian is namelijk heel benieuwd wat jullie resultaten zijn en ze wilt het graag meenemen in haar eigen onderzoek. Daarom kunnen jullie met de volgende dia jullie resultaten delen met Vivian. Andere klassen kunnen jullie resultaten ook bekijken, zodat zij hun resultaten kunnen vergelijken met die van jullie. Door te vergelijken komen we een stapje dichter bij zekere antwoorden.
Delen van jullie data is optioneel.

Doe: Zorg dat het vakje 'toon bij leerling' aangevinkt is. Laat de leerlingen die dat willen het (anonieme) digitale formulier invullen.

Slide 24 - Link

Vertel: Jullie onderzoek doet er echt toe! Vivian is namelijk heel benieuwd wat jullie resultaten zijn en ze wilt het graag meenemen in haar eigen onderzoek. Daarom kunnen jullie via deze link jullie resultaten delen met Vivian. Andere klassen kunnen jullie resultaten ook bekijken, zodat zij hun resultaten kunnen vergelijken met die van jullie. Door te vergelijken komen we een stapje dichter bij zekere antwoorden.

Doe: Klik op 'toon bij leerlingen', zo komt deze slide op de telefoon van de leerlingen terecht en kunnen zij via hun eigen scherm het formulier invullen. 

Let op: Omdat de anonieme data meegenomen wordt in onderzoek, kan elke leerling zelf beslissen of hij/zij deze enquête invult. 
Roekoe
Vivian is benieuwd hoe jij nu denkt over mij, laat het haar weten!

Slide 25 - Tekstslide

Vertel: We begonnen deze les met de vraag "Waar denken jullie aan bij duiven?". Vivian is benieuwd of jullie nu anders denken over duiven. Waar denken jullie nu aan bij duiven? Is er iets veranderd?

Doe: Laat de leerlingen die dat willen de enquête invullen.

Let op:
Er zijn twee verschillende enquêtes!
Omdat de anonieme data meegenomen wordt in onderzoek, kan elke leerling zelf beslissen of hij/zij deze enquête invult. 

Slide 26 - Link

Let op: Omdat de anonieme data meegenomen wordt in onderzoek, kan elke leerling zelf beslissen of hij/zij deze enquête invult. 

Doe: Klik op 'toon bij leerlingen', zo komt deze slide op de telefoon van de leerlingen terecht en kunnen zij via hun eigen scherm het formulier invullen. 
Waar denken jullie
nu aan bij duiven?

Slide 27 - Woordweb

Informatie: Om de denkbeelden die de leerlingen hebben over de duif bespreekbaar te maken, kan dit woordweb als aanvulling worden gebruikt op de enquête. 

Doe: Verzamel de antwoorden van de leerlingen op de slide. 

Bespreek kort met de klas welke antwoorden er naar voren zijn gekomen.

Slide 28 - Tekstslide

Vertel: Vivian en Wouter zijn erg blij dat jullie hun hebben kunnen helpen met het onderzoek. Ze wil jullie daarom graag nog even bedanken in deze video.

Doe: Speel de video van Vivian en Wouter af.
Wat nemen jullie mee
uit dit programma?

Slide 29 - Woordweb

Doe: Reflecteer op het doorlopen proces. 

Vraag: Wat nemen jullie mee uit deze les? Hebben jullie iets nieuws geleerd of ervaren? Hoe lijkt het jullie om later zelf onderzoek te gaan doen? 
Help ons de digiles te verbeteren.
Vul de enquete in!

Slide 30 - Tekstslide

Doe: Klik op 'toon bij leerlingen', zo komt deze slide op de telefoon van de leerlingen terecht en kunnen zij via hun eigen scherm het formulier invullen. 
Dit programma is gemaakt in samenwerking met:



Vivian Goerlich-Jansson, onderzoeker UU


Wouter Schaake, docent Academie Tien

Franck Meijboom, onderzoeker UU

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies