LUK1_PVS_lesweek1.6_bijeenkomst1

• Verpleegkunde
• HBO
• Studiejaar 1

Praktijkvraagstuk

Luk 1

Week 6

Bijeenkomst 1

Bring Your Own Patiënt LUK 2

In het volgende kwartaal gaan jullie aan de slag met een patiënt uit je eigen netwerk. 

Criteria voor de Patiënt:

De patiënt moet onder behandeling staan van een zorgverlener.

De patiënt moet bereid zijn om mee te werken aan de opdrachten.

Tijdlijn van de Opdrachten:

• Week 2.1: Kennismakingsgesprek (week van 18 november)
• Week 2.2 t/m 2.4: Interview (25 november t/m 15 december)
• Week 2.5 en 2.6: Zorgmoment Bijwonen (16 december t/m 12 januari Let op: Kerstvakantie zit tussen deze weken)

Belangrijk om uit te zoeken of iedere student een BYOP kan meenemen. Geef ook even aan dat wanneer ze wel een patiënt hebben maar geen zorgmoment ze toch met die pt kunnen werken. We zoeken dan een andere oplossing (filmpje met simpat oid ).

Tijdlijn van de Opdrachten:

Week 2.1: Kennismakingsgesprek

Datum: Week van 18 november

Doel: Maak kennis met de patiënt en bespreek de zorgsituatie.

Week 2.2 t/m 2.4: Interview

Datum: 25 november t/m 15 december

Doel: Voer een diepgaand interview met de patiënt over hun zorgervaringen.

Week 2.5 en 2.6: Zorgmoment Bijwonen

Datum: 16 december t/m 12 januari

Let op: Kerstvakantie zit tussen deze weken.

Doel: Woon een zorgmoment bij waarin de patiënt zorg ontvangt, observeer en maak aantekeningen.

Belangrijk:

Zorg ervoor dat je tijdig een patiënt vindt die bereid is om mee te werken.

Houd rekening met de planning rondom de kerstvakantie voor de opdracht in week 2.5 en 2.6.

• Lesdoelen
• Terugblik vorige week
• Start met de volgende portfolio opdracht 

Agenda 

Lesdoelen deze week

• Je kent de begrippen; voorbehouden handelingen bevoegd en bekwaam kunt deze beschrijven vanuit je eigen “patiënt journey”.

• Je past de wet BIG (irt voorbehouden handelingen en bevoegd en bekwaam) toe op je eigen patient journey.

• Je kent de basisprincipes van het klinisch redeneren.

• Je beschrijft het verpleegkundig proces in je eigen patiënt journey

Stel, je hebt als hbo-v student een bijbaan in de zorg. Je twijfelt of je wondzorg mag uitvoeren. Dit is vraag die vooral betrekking heeft op...

1. Bekwaamheid
2. Bevoegdheid
3. Bekwaamheid en bevoegdheid

Bekwaamheid en bevoegdheid mag je niet los van elkaar zien. 

Wat is jouw definitie van klinisch redeneren?

De verpleegkundige anamnese is de eerste stap in het cyclisch verpleegkundig proces. Met de anamnese verzamel je als verpleegkundige op systematische wijze gegevens die je een goed inzicht geven in de situatie van een zorgvrager of een groep zorgvragers.

Op basis van de anamnese kun je een verpleegkundige diagnose stellen. Dit is de omschrijving van het probleem als conclusie van alle gegevens die je hebt verzameld via observatie en gesprekken.

Na de fase van gegevensverzameling en het vaststellen en formuleren van de verpleegkundige diagnose, ga je de resultaten vaststellen en beschrijven. Wat wil je bereiken, welke resultaten zijn wenselijk en haalbaar?

Wanneer duidelijk is welk(e) doel(en) en welk zorgresultaat je wilt bereiken, kun je de verpleegkundige interventies en activiteiten plannen. Die neem je op in het zorgplan. Wat is nodig om de interventies goed te kunnen plannen?

Ook worden de vastgestelde interventies uitgevoerd. De planning van deze interventies is essentieel. Dat komt doordat het vaak een kwestie van teamwork is, én doordat betrokkenheid van de patiënt meestal doorslaggevend is.

Evalueren is een essentieel en geen vrijblijvend onderdeel van het verpleegkundig proces. Het betreft een continu proces van plannen, uitvoeren en zo nodig de resultaten en interventies aanpassen aan nieuwe inzichten. Hoe zorg je voor een zinvolle evaluatie?

Lesopdracht klinisch redeneren

• In  groepjes
• Fase voor fase door het verpleegkundig proces
• Na elke fase terugkoppeling klassikaal
• Hulpbronnen mogen worden gebruikt, denk aan Google, ChatGPT, Boeken etc 

Grootte van de groepjes kun je laten afhangen van grootte en indeling lokaal.

Studenten gaan in de komende opdracht aan de hand van een casus oefenen met het verpleegkundig. Als docent begeleid je hen door de denkstappen binnen het verpleegkundig redeneren.

Ze gaan aan de slag vanuit gezond verstand en dus nog niet met NANDA, NIC NOC. Ze mogen uiteraard wel internet gebruiken om de denkstappen te kunnen doorlopen.

Na iedere fase klassikale terugkoppeling en daarna kunnen de studenten door met de volgende fase, tot alle fasen doorlopen zijn.

Als docent begeleid je de studenten in hun denk proces.

Casus

Mevrouw Janssen, 79 jaar, woont zelfstandig en krijgt twee keer per dag thuiszorg. Ze heeft lichte artrose, maar geen ernstige medische aandoeningen. De afgelopen weken is ze steeds vermoeider, klaagt ze over lichte duizeligheid en voelt ze zich soms onvast op de benen. Ze heeft de neiging om maaltijden over te slaan, vooral als ze zich moe voelt, en drinkt ook minder water dan voorheen. Bij een huisbezoek valt het de thuiszorgmedewerker op dat haar huis wat rommeliger is dan normaal en dat mevrouw Janssen meer dan normaal op de bank zit, zonder veel te bewegen.

Deze casus nodigt uit tot klinisch redeneren door te kijken naar de alledaagse zorg van de cliënt (voeding, hydratatie, beweging) en de psychosociale factoren die mogelijk een rol spelen, zonder te medisch te worden.

gegevens verzamelen

1. Open de casus van de mevrouw Janssen op Brightspace bij week 6 PVS. 

2. Lees de casus van de mevrouw Janssen in stilte individueel door (5 minuten).

- Noteer individueel welke symptomen je het meest zorgwekkend vindt.

4. Bespreek in groepen van 3-4 personen 

- Welke symptomen jullie het meest zorgwekkend vinden. 

- Welke ontbrekende informatie zou jullie helpen om de situatie beter te begrijpen? 

Wat zijn de belangrijkste problemen van de mevrouw Janssen?

Symptomen: Vermoeidheid, duizeligheid, onvastheid op de benen, verminderde eetlust, minder water drinken, minder beweging.

Gezondheidsproblemen: Kans op dehydratie, ondervoeding, valrisico.

Opdracht: Groepsdiscussie

Bespreek in groepen van 3-4 personen welke symptomen jullie het meest zorgwekkend vinden. Wat valt op?

vraag aan de klas: Waarom is het belangrijk om de symptomen te identificeren?

Om gericht zorg te verlenen en vervolginterventies te plannen.

Welke informatie zou jullie helpen om de situatie beter te begrijpen? Denk aan eet- en drinkpatroon, medicatiegebruik, mobiliteit, en hulp van de thuiszorg.

Diagnose

1. Bespreek in je groepje: 

- Hoe staan de symptomen met elkaar in verband?

- Waarom zouden de symptomen van de mevrouw Janssen toegenomen zijn?

klassikaal bespreken

2. Bepaal in je groep welke verpleegkundige diagnoses passend zijn bij de mevrouw Janssen.

- Bespreek als groep welke diagnose  als eerste aangepakt moet worden en waarom?

klassikaal bespreken

Opdracht: Lees en bespreek de symptomen

Lees de symptomen van de mevrouw Janssen opnieuw en probeer verbanden te leggen tussen de symptomen (5 minuten).

What: Hoe staan de symptomen met elkaar in verband?

Symptomen zoals vermoeidheid, duizeligheid en minder eten/drinken kunnen wijzen op ondervoeding of dehydratie. Onvastheid op de benen verhoogt het valrisico.

Opdracht: Groepsdiscussie

Bespreek in kleine groepen welke verbanden jullie zien tussen de symptomen. Waarom zouden de klachten van de mevrouw Janssen verergerd zijn?

Why: Waarom verbanden leggen?

Het begrijpen van samenhang tussen symptomen helpt bij het stellen van de juiste verpleegkundige diagnose en bepalen van effectieve interventies.

How: Reflecteer op het eet- en drinkgedrag van mevrouw Janssen

Waarom zou mevrouw Janssen haar maaltijden overslaan en minder drinken? Welke factoren kunnen hierbij een rol spelen?

Why: Waarom deze diagnoses prioriteren?

Het vaststellen van diagnoses vormt de basis voor het plannen van zorg.

Resultaten

Klassikaal: Waarom doelen stellen?

Stel per groep een doel op. Het doel moet gericht zijn op de zorg voor de mevrouw Janssen in de komende drie dagen.

Gebruik de SMART-methode

Zorg dat het doel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden is.

Opdracht: Formuleer doelen voor de zorg

Stel per groep een SMART-doel op (5 minuten). Het doel moet gericht zijn op de zorg voor de mevrouw Janssen in de komende drie dagen.

What: Welke doelen stel je op?

Doelvoorbeeld: "Mevrouw Janssen verbetert binnen 3 dagen haar vochtinname, wat blijkt uit minimaal 1,5 liter drinken per dag."

Why: Waarom doelen stellen?

Doelen geven richting aan de zorg en maken het mogelijk om de voortgang te meten.

How: Gebruik de SMART-methode

Zorg dat het doel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden is.

Interventies

Brainstorm in je groep over verpleegkundige interventies die nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken (5 minuten).

klassikaal bespreken: Welke verpleegkundige interventies zijn nodig?

Bespreek in je groep de haalbaarheid van de interventies. Wat kunnen mogelijke obstakels zijn? Hoe kunnen jullie deze overwinnen?

Opdracht: Bedenk interventies om de doelen te bereiken

Brainstorm in groepen over verpleegkundige interventies die nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken (5 minuten).

What: Welke verpleegkundige interventies zijn nodig?

Mogelijke interventies: Educatie over voeding en vochtinname, ondersteuning bij het opstellen van een voedingsschema, valpreventie, stimuleren van mobilisatie.

Opdracht: Kritisch evalueren van de interventies

Bespreek in je groep de haalbaarheid van de interventies. Wat kunnen mogelijke obstakels zijn? Hoe kunnen jullie deze overwinnen?

Why: Waarom interventies kritisch beoordelen?

Niet elke interventie is even haalbaar of effectief. Kritisch denken helpt om barrières te identificeren en aan te pakken.

How: Plan een realistische aanpak

Bespreek hoe jullie de gekozen interventies gaan uitvoeren en welke aanpassingen nodig kunnen zijn.

Evaluatie

Bepaal samen met je groep hoe je de interventies evalueert

- Hoe weet je of de interventies effectief zijn?

- Hoe plan je evaluatiemomenten?

Opdracht: Bepaal hoe je de interventies evalueert

Bespreek in je groep hoe je de effectiviteit van de interventies kunt beoordelen (5 minuten).

What: Hoe weten we of de interventies effectief zijn?

Meetinstrumenten: Monitoren van vochtinname, observaties van mobiliteit, checken van maaltijdconsumptie, valincidenten.

Opdracht: Stel evaluatiemethoden op

Welke methoden of observaties kunnen jullie gebruiken om te zien of de doelen behaald worden?

Why: Waarom evaluatie nodig is

Evaluatie laat zien of de zorg effectief is en waar verbetering nodig is.

How: Hoe plan je evaluatiemomenten?

Bespreek welke observaties of meetmomenten jullie zouden gebruiken om de voortgang te beoordelen.

Nabespreken

Hoe ging dit?

Wat heeft nog aandacht nodig?

Volgende les

Verder werken aan de portfolio opdracht(en)! Neem je eventuele vragen mee naar de volgende bijeenkomst.

Succes!!

Geef jezelf een review naar aanleiding van deze les.

1 ster

2 sterren

3 sterren

4 sterren

5 sterren

Tekst