Kap. 2 7-1-2021

der Unterrichtsplan

Diese Woche:
Aufg. 36 bis einschl. 42
Aufg. 43 bis einschl. 48

Heute   
- Rückblick
- Aufg. 36 bis einschl. 39, 41 und 42 kontrollieren
- der Artikel und das Geschlecht der Substantive. 
- Evaluation 



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

der Unterrichtsplan

Diese Woche:
Aufg. 36 bis einschl. 42
Aufg. 43 bis einschl. 48

Heute   
- Rückblick
- Aufg. 36 bis einschl. 39, 41 und 42 kontrollieren
- der Artikel und das Geschlecht der Substantive. 
- Evaluation 



Slide 1 - Tekstslide

die Lernziele

- ihr könnt sagen was das Geschlecht der Substantive ist. 

- ihr könnt wenigstens 3 gelernte Wörter auf Deutsch und ihre Bedeutung nennen. 


Slide 2 - Tekstslide

Rückblick
- Könnt ihr mir die Bedeutung dieser Wörter geben? 

    * das Midglied
    * der Verein
    * der Geburtstag
    * die Sprache
    * das Alter

Slide 3 - Tekstslide

-  Aufgabe 37 bis einschl. 39 kontrollieren

* verbessert eure Fehler mit einem roten 



Der Artikel ( = het lidwoord) + das Geschlecht der Substantive 
( geslacht van het zelfstandig naamwoord)




Slide 4 - Tekstslide




Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
uitleg

Slide 5 - Tekstslide

In het Nederlands kennen we de lidwoorden: de, het en een

de =   der  = mannelijk
de =   die   = vrouwelijk of meervoud
het = das   = onzijdig

een = ein
mannelijk = ein
onzijdig     = ein
vrouwelijk = eine

Slide 6 - Tekstslide

Aantekening: schrijf mee in je schrift!
Mannelijke woorden:
  • alle mannelijke mensen en dieren: der Lehrer, der Hahn
  • alle dagen van de week: der Montag
  • alle seizoenen: der Sommer
  • alle maanden: der Oktober
der Kater
uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Vrouwelijke woorden:
  • alle vrouwelijke mensen en dieren: die Oma, die Kuh
  • de meeste woorden op -e: die Adresse
  • alle woorden op -ung: die Zeitung
  • alle woorden op -schaft: die Freundschaft
  • alle woorden op -heit: die Freiheit
  • alle woorden op -keit: die Fröhlichkeit 
  • alle woorden op - ion: die Religion
  • alle woorden op - ität: die Identität
die Katze
uitleg

Slide 8 - Tekstslide

Onzijdige woorden:
  • alle verkleinwoorden op - lein of -chen:  das Fräuleindas Kaninchen
  • de meeste het-woorden: das Dorf 
das Buch
uitleg

Slide 9 - Tekstslide

-chen
1/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 10 - Quizvraag

mannelijke personen/dieren
A
die
B
das
C
der

Slide 11 - Quizvraag

dagen van de week
A
die
B
der
C
das

Slide 12 - Quizvraag

seizoen
2/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 13 - Quizvraag

-schaft
3/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 14 - Quizvraag

-e
5/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 15 - Quizvraag

het
8/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 16 - Quizvraag

    

                          Hausaufgaben: Aufg. 43 bis einschl. 48 
                           machen + bestudiert eure Notizen!! 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide