Herhaling leerstof sept - dec 1B

Herhaling leerstof sept - dec 1B
Samenvatting Chantier Français 1
  • Trajet 1
  • Trajet 2
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Herhaling leerstof sept - dec 1B
Samenvatting Chantier Français 1
  • Trajet 1
  • Trajet 2

Slide 1 - Tekstslide

leerstof Trajet 1

Slide 2 - Woordweb

Leerstof Trajet 2

Slide 3 - Woordweb

Leerstof Trajet 1

  • se présenter (zelf)
  • voc (nom, nom de famille, j'habite, j'ai ... ans, ...)
  • chiffres de 0 à 20
  • le verbe "être"
Leerstof Trajet 2

  • se présenter (andere)
  • voc (mère, père, oncle, grands-parents, ...)
  • poser des questions
  • le verbe "avoir"

Slide 4 - Tekstslide

Trajet 1
se présenter (zelf)
voc (nom, nom de famille, j'habite, j'ai ... ans, ...)
chiffres de 0 à 20
le verbe "être"

Slide 5 - Tekstslide

"Bonjour, je m'appelle Cyriel Naessens."
Quel est son prénom?
A
Bonjour
B
je m'appelle
C
Cyriel
D
Naessens

Slide 6 - Quizvraag

Op welke vraag is: "J'ai deux soeurs." het antwoord?
A
Tu habites où?
B
J'ai une grande famille.
C
Tu as des hobbys?
D
Tu as des frères ou soeurs?

Slide 7 - Quizvraag

Als je geen broers of zussen hebt, ben je ...
A
un enfant unique
B
un unique enfant
C
un enfant zéro

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je "veertien" in het Frans?
A
quatre
B
quatorze
C
quarante
D
quarantaine

Slide 9 - Quizvraag

Duid de juiste spelling aan:
A
vint
B
vingt

Slide 10 - Quizvraag

Welke rij telt af?
(van groot naar klein)
A
zéro - un - deux - trois
B
sept - huit - neuf - dix
C
treize - douze - onze - dix
D
seize - dix-sept - dix-huit - dix-neuf

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het werkwoord 'être' ?
A
hebben
B
zijn
C
willen
D
doen

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm past bij:
Tu ... un footballeur?
A
suis
B
est
C
es
D
sont

Slide 13 - Quizvraag

Vul aan:
Monsieur, ... ... le nouveau prof?

(Meneer, bent u de nieuwe leerkracht?)
A
nous sommes
B
il est
C
tu es
D
vous êtes

Slide 14 - Quizvraag

Louisa et Mohamed sont à l'école.
Door welke vorm kunnen we Louisa et Mohamed vervangen?
A
Il
B
Elle
C
Elles
D
Ils

Slide 15 - Quizvraag

Trajet 2
se présenter (andere)
voc (mère, père, oncle, grands-parents, ...)
poser des questions
le verbe "avoir"

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk de volgende video. Beantwoord de vragen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat gebeurt er in het filmpje?
A
Er stelt iemand een andere jongen voor.
B
Er stelt iemand een ander meisje voor.
C
Een jongen stelt vragen over een nieuw meisje.
D
Een meisje stelt vragen over een nieuw meisje.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Welke informatie vermelden ze NIET?
A
naam
B
leeftijd
C
broers/zussen
D
woonplaats

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Welke zin klopt NIET.
A
Il s'appelle Laura.
B
Elle habite à Paris.
C
Elle a douze ans.
D
C'est l'amie de la fille.

Slide 23 - Quizvraag

C'est mon ... . (nonkel/oom)
A
noncle
B
oncle
C
oncel

Slide 24 - Quizvraag

C'est ma ... (nicht).
A
tante
B
cousin
C
cousine
D
soeur

Slide 25 - Quizvraag

C'est ma ... . (stiefzus)
A
beau-frère
B
belle-mère
C
beau-père
D
belle-soeur

Slide 26 - Quizvraag

C'est mon ... . (grootvader)
A
grand-père
B
grand-mère
C
beau-père
D
belle-mère

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent het werkwoord 'avoir'?
A
hebben
B
zijn
C
willen
D
doen

Slide 28 - Quizvraag

Vertaal: Zij hebben een hond.
A
Ils ont un chien.
B
Il a un chien.
C
Elle a un chien.
D
Elles ont un chien.

Slide 29 - Quizvraag

Kies het juiste werkwoord.
Vertaling: Ik ben 16 jaar.
A
Je suis 16 ans.
B
J'ai 16 ans.

Slide 30 - Quizvraag

Kies het juiste werkwoord:
Elles ... les filles de notre classe!
(Ze zijn de meisjes uit onze klas)

A
sont
B
ont

Slide 31 - Quizvraag

Alles begrepen?

Slide 32 - Tekstslide

Vertaal volgend tekstje:
Ik ben Anna. Ik ben 5 jaar oud. Ik heb één zus, Elisa.

Slide 33 - Open vraag

Vertaal volgend tekstje:
Elisa is 3 jaar oud. Ze woont in Waregem.

Slide 34 - Open vraag

Vertaal volgend tekstje:
Hoe heet jij?

Slide 35 - Open vraag

Leerstof opgefrist?

Slide 36 - Tekstslide