the computer Basic

                       THE COMPUTER BASICS
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatiekundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                       THE COMPUTER BASICS

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu zelfstandig verder...
Ga naar de LessonUp app en 
 
bij recente lessen.

Ga zelfstandig verder vanaf deze dia 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldscherm
Computer
Muis
Toetsenbord

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De computer
Aan-knop: hier mee schakel je de computer aan en uit. Als de computer helemaal is vastgelopen kun je deze knop een paar seconden indrukken om de computer uit te zetten.
Dit zijn hotspots. Als je er op klikt krijg je meer informatie. Klik op de hotspots op alle afbeeldingen in deze les om meer te leren over de onderdelen van een computer
USB poort: Je kunt hier via een USB kabel een ander apparaat (zoals een telefoon of een digitale camera) op de computer aansluiten. Op deze manier kun je bestanden van het apparaat afhalen of, zoals in het geval van je telefoon, het apparaat opladen.
Geluidsaansluiting: hier kun je een koptelefoon of luidspreker op de computer aansluiten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De binnenkant van een computer
Harde schijf: Hierop wordt alles opgeslagen. Programma's die je installeert, maar ook al je bestanden. 
Ventilator: Deze houdt de processor (waar alle berekeningen en aansturingen van de computer plaatsvinden) op een lage temperatuur zodat het kan blijven werken. Als een computer vastloopt, is het vaak omdat de processor te warm is geworden. De processor ligt onder de ventilator.
Moederbord: Hiermee verbind je alle onderdelen (zoals de processor en het geheugen) van de computer met elkaar, zodat ze kunnen samenwerken en de computer het doet.
RAM: dit is het werkgeheugen van de computer. De processor kan hier tijdelijk informatie opslaan om mee te werken. Hoe groter het werkgeheugen, hoe minder de processor hoeft te wachten, en hoe sneller je computer is. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het beeldscherm
Aan-knop: hiermee schakel je het beeldscherm aan en uit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aansluitingen
VGA: hiermee sluit je een beeldscherm aan op de computer. Dit wordt tegenwoordig ook vaak met een HDMI kabel gedaan.
Ethernetpoort: hier sluit je de internetkabel aan op de computer (als er geen wifi ontvanger aanwezig is).
Stroomaansluiting: hier sluit je de stroomstekker aan op de computer
HDMI: aansluiting voor beeldschermen, betere kwaliteit dan VGA.
Stroomaansluiting: hier sluit je het beeldscherm aan op electriciteit

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroom
USB
VGA
HDMI

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk besturingssysteem gebruik jij het meeste?
A
Android
B
Mac
C
Chrome OS
D
Windows 10

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze symbolen kun je op de computer vinden?
WIFI verbinding: als je hier op klikt kun je een WIFI verbinding kiezen. Als je met de rechter muisknop klikt kun je problemen met de internet verbinding oplossen.
Batterij: je kunt hier zien hoeveel batterij er nog is, en of de batterij wordt opgeladen.
Volume: je kan het niveau van het volume wijzigen, en de bron van het geluid (computer, luidspreker, koptelefoon)
Instellingen: je kan de instellingen van de computer of een programma wijzigen
Aan/uit: hier kun je de computer uitschakelen, in de slaapstand zetten, of opnieuw opstarten
Zoeken: hier kun je zoeken naar programma's of bestanden
Bluetooth: hier kun je verbinding maken met een ander apparaat met bluetooth (zoals een speaker)
Internetverbinding: als je hier op klikt kun je een internet verbinding kiezen. Als je met de rechter muisknop klikt kun je problemen met de internet verbinding oplossen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Computer 'taal'
De computer: Je werkscherm
Dit scherm heet de 'desktop'
Elk programma wordt geopend in een venster (window)
Elk icoontje opent een programma of bestand. Vergelijkbaar met een app op de telefoon
Taakbalk: de balk onderaan de desktop heet de taakbalk

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Icoontjes in de taakbalk
Startmenu: hier vind je alle programma's op de computer, en je kunt de programma's die je vaak gebruikt vastzetten in het startmenu
Als je hier klikt kun je zien welke vensters je open hebt staan
Verkenner: hier kun je zien welke bestanden en programma's er op de computer staan. Je kunt van hier uit zoeken naar bestanden en programma's en deze openen. Je kunt ze ook kopiëren en verplaatsen.
Browser: hiermee kun je websites op het internet bezoeken. Chrome en Edge zijn browsers, Safari en Firefox ook. Op school gebruiken we meestal Chrome.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke sneltoetsen
ken je al?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het toetsenbord 
Sneltoetsen: er zijn bepaalde toetsen op het toetsenbord die, in combinatie met andere toetsen, een bepaalde actie kunnen uitvoeren. Zo kun je je hele computer besturen zonder muis!
Shift
Control
Tab
Alt

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sneltoetsen
  • ctrl + s = save (opslaan, in een document)
  • control+ c = copy (kopiëren plaatje of tekst)
  • control + v = paste (plakken plaatje of tekst)
  • control + z = undo (ongedaan maken laatste actie)
  • control + x = cut (knippen plaatje of tekst)
  • windows toets + tab = probeer maar!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog tijd over?

Test je computer vaardigheden en los de problemen op de volgende slides op!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleem oplossen: het beeldscherm gaat niet aan. Wat zou het probleem kunnen zijn?

Slide 17 - Open vraag

Volgende keer een probleem vraag voorleggen. 
Probleem oplossen: het lampje brandt dat het beeldscherm aan staat, maar je ziet niks op het scherm. Wat zou het probleem kunnen zijn?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Probleem oplossen: het internet werkt niet. Wat kan je doen?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Probleem oplossen: je wilt een bepaald programma gebruiken, maar kan het niet vinden. Hoe kan je het zoeken?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Probleem oplossen: je hebt je koptelefoon aangesloten op de geluidsaansluiting, maar je hoort niks. Hoe kan je dit oplossen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies