Hoe zoek je literatuur?

     Literatuur
onderzoek
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

     Literatuur
onderzoek

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Waar kun je allemaal zoeken naar literatuur?

Slide 2 - Woordweb

Bronnen
Verwerken van bronnen
Je bent verplicht om een bron correct te parafraseren of citeren. Ook moet je een juiste bronvermelding toevoegen zodat de lezer de bron terug kan vinden. Doe je dit niet, dan pleeg je plagiaat.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een betrouwbare bron?

Slide 4 - Open vraag

Betrouwbaarheid van bronnen
  • Het moet duidelijk zijn van wie of van welke organisatie de informatie afkomstig is
  • Liefst een gerenommeerd onderzoeksinstituut
  • Het doel van de schrijver moet duidelijk zijn (informeren, overtuigen, amuseren of reclame maken)
  • Verwijzingen naar andere betrouwbare bronnen (sneeuwbaleffect)

Slide 5 - Tekstslide

Goede bron?
https://www.puurfiguur.nl/groene-thee/

Slide 6 - Tekstslide

Waar vind je betrouwbare bronnen?
  • Wetenschappelijk google: https://scholar.google.com/
  • Sociaal Cultureel Planbureau: SCP
  • Centraal Bureau voor de Statistiek: CBC
  • Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid: WRR
  • Via media en kranten-----> zoek door naar het oorspronkelijke onderzoek

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Meer info
https://www.auteursrechten.nl/files/auteursrechten/2019-09/surf_de-apa-richtlijnen-uitgelegd_versie-november-2018.pdf
https://www.scribbr.nl/bronnengenerator/apa/word

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Literatuuronderzoek
Opdracht 1:
Kies een onderwerp (liefst iets dat te maken heeft met je stage afdeling) en ga hier in ieder geval 5 verschillende publicaties over zoeken.
Vermeld waar je ze gevonden hebt (met welke zoekmachine, welke site) en wat de steekwoorden zijn waarmee je ze geselecteerd hebt.

Voor volgende week:
Onderwerp bepalen (wat te maken heeft met je beroep)
Minimaal 5 bronnen gevonden over dit onderwerp. Hierbij kun je aangeven of ze betrouwbaar zijn en waarom, relevant voor je onderwerp en niet verouderd.

Slide 16 - Tekstslide