Paragraaf 1 De grens over

Programma
uitleg paragraaf 6.1
huiswerk maken paragraaf 6.1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
uitleg paragraaf 6.1
huiswerk maken paragraaf 6.1

Slide 1 - Tekstslide

H6 De grens over
leerdoelen
Je kunt import en export onderscheiden
Je kunt export en importquote berekenen en de economie in een land beschrijven
Je kunt de kenmerken van de EU beschrijven aan de hand van verschillende begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

7.1 Wat voeren we uit?
EXPORT
IMPORT

Slide 4 - Tekstslide

opdracht
zoek eens de top 5 export en import producten
5 minuten de tijd

Slide 5 - Tekstslide

Zoek op internet de 5 producten of diensten die we het meest exporteren en importeren.

Slide 6 - Open vraag

Welvaart (BBP) = gemiddeld inkomen per inwoner per jaar 
BBP per hoofd =
gemiddeld inkomen per inwoner per jaar

Slide 7 - Tekstslide

Open economie
Nederland heeft een open economie
Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Bruto binnenlands product (bbp): waarde van alle geproduceerde goederen 
en diensten in een land in een jaar

exportquote = (waarde van de export / bbp) x 100%
importquote = (waarde van de import / bbp) x 100%

Hoe hoger de quote, hoe opener de economie!

Slide 8 - Tekstslide

Hoe worden de doelen bereikt?

In de EU zijn er afspraken gemaakt waardoor er meer veiligheid en meer welvaart is. De drie belangrijkste afspraken zijn:

  1. Vrij verkeer van personen (iedereen mag vrij reizen, werken en wonen binnen de EU)
  2. Vrij verkeer van goederen en diensten (Iedereen mag verkopen en inkopen binnen de EU, dit noemen we vrijhandel)
  3. Vrij verkeer van kapitaal (Iedereen mag in elk EU-land sparen, beleggen of investeren)

Slide 9 - Tekstslide

Gesloten economie
Noord-Korea heeft een gesloten economie

Of Noord-Korea naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 10 - Tekstslide

PROTECTIEMAATREGELEN

Slide 11 - Tekstslide

Handelsbelemmeringen = protectiemaatregelen

Nederlandse bedrijven moeten concurreren met andere bedrijven uit de EU. Soms neemt de EU maatregelen waarmee ze de productie en werkgelegenheid beschermt tegen concurrentie van buitenaf = protectiemaatregelen

Slide 12 - Tekstslide

Protectiemaatregelen
  • Het heffen van Invoerrechten
  • Contingentering (maximale hoeveelheid)
  • Subsidies overheid

Slide 13 - Tekstslide

VRIJHANDEL

(globalisering)


Gevolg: internationale arbeidsverdeling

= productie vindt plaats in

het land waar dit het goedkoopste / beste kan.

PROTECTIONISME

(handelsbelemmeringen)

  1. invoerrechten
  2. contingentering
  3. exportsubsidie
  4. Invoerverbod

Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.





Slide 14 - Tekstslide

huiswerk
maken paragraaf 6.1

Slide 15 - Tekstslide