... je leert over het verschil tussen fictie en non-fictie.
... je leert over realistische verhalen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
... je leert over het verschil tussen fictie en non-fictie.
... je leert over realistische verhalen.
Slide 1 - Tekstslide
5.1 Fictie
In deze periode maak je kennis met fictie.
Dat zijn verhalen die de schrijver heeft verzonnen.
Het doel van fictie is amuseren. Daardoor kun je bijvoorbeeld even helemaal wegdromen bij een verhaal, aan het denken worden gezet of je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Fictie en non-fictie
Verhalen kunnen verzonnen zijn. Deze verhalen noem je fictie.
Bijvoorbeeld sprookjes of science fiction.
Verhalen kunnen ook echt gebeurd zijn. Dat noem je non-fictie.
Nieuwsberichten en reisverslagen zijn voorbeelden van non-fictie
Slide 3 - Tekstslide
Begrippen
Realistisch= fictie die 'net echt' is.
Niet-realistisch= fictie die niet waar kan zijn.
Slide 4 - Tekstslide
Realistische fictie
* lijkt op de werkelijkheid
vb:
boeken van Carry Slee
Ze gaan over:
pesten
school
ziekte
niet-realistische fictie
* lijkt niet op de werkelijkheid
vb:
sprookjes
fantasy
Science fiction (toekomst)
Slide 5 - Tekstslide
Fictie kan bestaan uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.
A
niet waar
B
waar
Slide 6 - Quizvraag
Welke stelling is juist?
Realistische fictie...
A
is echt gebeurd.
B
kan nooit gebeuren.
C
is niet echt gebeurd, maar zou wel kunnen.
D
is niet echt gebeurd en kan ook niet gebeuren.
Slide 7 - Quizvraag
Is een boek over de Lion King realistische of niet-realistische fictie?
A
realistisch
B
niet-realistisch
Slide 8 - Quizvraag
Is Achtste groepers huilen niet Realistische of niet-realistische fictie?