b Bijvoorbeeld: K. Augustus: ≈ 600.000 mensen in Rome. K. Trajanus: 1 milj. ME: ↓ inwoners.
c Bijvoorbeeld: Volksvermaak in oude Rome, bv: Colosseum (gladiatoren) Circus Maximus (paardenraces) thermen (bad)
Slide 13 - Tekstslide
H30, opdracht 4, blz. 123
Wat is de hoofdzaak?
Antwoord: Een cookie wordt geplaatst om alles wat jij op die site doet te volgen en te bewaren.
Hoe geeft de spreker aan dat dit een hoofdzaak is?
Antwoord: Dit doet de spreker door na de hoofdzaak enkele voorbeelden te geven om zijn uitspraak te verduidelijken.
Er zit ook een tegenstelling in dit fragment. Aan welk woord kun je dit herkennen? Welk teken zou je hiervoor in je aantekeningen kunnen gebruiken?
Antwoord: Deze tegenstelling kun je herkennen aan het woord ‘maar’. Hiervoor kun je bijvoorbeeld het volgende teken gebruiken: -> <-
Slide 14 - Tekstslide
Programma
Nakijken
;lUitleg les 30, luisteren en aantekeningen maken
Zelfstandig werken
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag
Afmaken opdracht 6 t/m 9 op blz. 124 en 125
Slide 22 - Tekstslide
H30, opdracht 6, blz. 124
De tekst hieronder komt uit een college op televisie. Maak aantekeningen en gebruik daarbij tussenkopjes en opsommingstekens.
Bijvoorbeeld: Verschil zintuigen dieren en mensen
- Mensen ervaren maar klein deel v.d. wereld (ondanks goede zintuigen).
- Er zijn meer kleuren licht dan mensen kunnen zien.
- Goudvis ziet bv. UV & infrarood, want ogen aangepast aan omgeving (voorouders troebel water Azië).
- Niet zichtbaar ≠ niet bestaand.
Slide 23 - Tekstslide
H30, opdracht 7, blz. 125
Bekijk het voorbeeld uit de uitleg over milieuproblemen (‘Niet zo, maar zo’). Noteer ten minste drie manieren die zijn toegepast om van de tekst uit het linkervak overzichtelijke aantekeningen te maken.
Bijvoorbeeld:
- Getallen zijn niet meer uitgeschreven (4 i.p.v. vier).
- Opsommingstekens zijn gebruikt.
- Er zijn geen volledige zinnen meer gebruikt.
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk H30, opdracht 8, blz. 125
De tekst hieronder komt uit een online uitlegcollege over tranen. Maak aantekeningen en gebruik daarbij een tabel.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
H30, opdracht 9, blz. 125
Zoek op YouTube een filmpje op van 2 tot 5 minuten over: hoe maak je een mindmap? Maak aantekeningen terwijl je naar het filmpje kijkt.
Bijvoorbeeld:
Er zijn steekwoorden gebruikt, in plaat van gehele zinnen.
Wellicht zijn er afkortingen toegevoegd.
Ook zijn steekwoorden waar nodig met lijntjes of pijltjes met elkaar verbonden, om verbanden aan te geven.