2022-05-24 Dinsdagplanning

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dinsdagprogramma
Bijzonderheden:
Middag: portfolio opdrachten
Kampgroepje 2 boodschappenopdracht 13:30 uur

Slide 2 - Tekstslide

Economie
Lesdoel:                            Leren welke vragen er gesteld worden bij het mondeling economie

Lesinhoud:        
              herhaling:          Terugblik vorige week. Keurmerk soorten betalen etc.
              
              opdracht:           Maken examenopdrachten H3

              klaar:                    Kijken rtlz journaal

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Vorige week
Economie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

  • 2 soorten geld:
  1. Chartaal = munten en bankbiljetten. Je kunt het vastpakken.


  2. Giraal = geld dat op je bank/betaalrekening staat. Je kunt het niet vastpakken.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welk soort geld was een bankbiljet?
A
Giraal
B
Chartaal

Slide 14 - Quizvraag

Theorie H2
Samen oefenen
Leerlingen naar instructietafel

Daarna zelf aan de slag
Economie

Slide 15 - Tekstslide

Economie
Lesdoel:                            Leren welke vragen er gesteld worden bij het mondeling economie

Lesinhoud:        
              herhaling:          Terugblik vorige week. Keurmerk soorten betalen etc.
              
              opdracht:           Maken vragen mondeling bij H1 + H2

              klaar:                    Kijken rtlz journaal

Slide 16 - Tekstslide

Geld functies
  • Ruilmiddel: met geld kun je iets kopen.
  • Rekenmiddel: met geld stel je vast hoeveel iets waard is.
  • Spaarmiddel: met geld kun je sparen voor iets wat je later wilt kopen.

Slide 17 - Tekstslide

Elektronisch betalen
Bij elektronisch betalen gaat het geld meteen van jouw bankrekening naar de bankrekening van de ander.

Slide 18 - Tekstslide

Elektronisch betalen kan op drie manieren: 

  • Met internetbankieren
  • Bij een webwinkel. Je betaalt bijvoorbeeld via iDeal, PayPal, Afterpay of via een creditcard.
  • Bij een betaalautomaat met je pinpas en pincode of contactloos

Slide 19 - Tekstslide

Creditcard
Bij aankopen met een creditcard worden je betalingen meestal aan het eind van de maand van je rekening afgeschreven.
Tot die tijd heb je eigenlijk een schuld. 
Waarom is dat? 

(Bij een aanschaf van een 
creditcard moet je 18+ zijn.) 

Slide 20 - Tekstslide

Nieuw saldo berekenen 
Oud saldo + Ontvangsten - Betalingen = 
Nieuw saldo

Lisa's saldo was op vrijdag 18 september: €30,50 
Zij heeft zondag 20 september voor €24,95 aan kleding besteld. 
Gelukkig kreeg ze haar zakgeld van €15 vanochtend gestort op haar rekening. Wat is Lisa's saldo nu? 

Slide 21 - Tekstslide

Saldo 
Wat is je saldo? 
Saldo is het geld wat nog op je bankrekening staat.
'In de plus' (CR) & 'In de min' (D) 
Over een negatief saldo moet je rente betalen. 

Slide 22 - Tekstslide

Geld is een ruilmiddel wanneer ....
A
je iets koopt
B
een rekensom maakt
C
je geld in je spaarpot doet

Slide 23 - Quizvraag

Debetsaldo is ...
A
je saldo is positief
B
je saldo is negatief

Slide 24 - Quizvraag

Doelen:
  • Welke functies geld heeft
  • Hoe je op verschillende manieren kunt betalen
  • Wat voor saldo je betaalrekening kan hebben
  • Hoe je een nieuw saldo berekent

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Welkom basis 4! 
H2.2 Sparen of lenen? 
Deel 1 

Slide 27 - Tekstslide

Redenen om te sparen
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 28 - Tekstslide

Rente 
Een vergoeding die je krijgt omdat de 
bank jouw geld mag gebruiken. 

Hoogte afhankelijk van: 
- Het rentepercentage 
- De hoogte van het spaarbedrag
- Hoelang je het geld spaart 

Slide 29 - Tekstslide

Lenen
Gebruik maken van geld van een ander. 
Dit wordt ook wel krediet genoemd.   
Dit moet je meestal maandelijks terug betalen. 

Lenen kost (meestal) geld! Je betaald rente voor het leenbedrag. 

Alles wat je meer terugbetaald dan dat je hebt geleend noem je kredietkosten. 

Slide 30 - Tekstslide

Leenmotieven 
1. Tijdelijk geld tekort. 
2. Aankoop van een duurzaam consumptiegoed bijvoorbeeld meubels of een nieuwe auto. 
3. Woning kopen (hypothecaire lening/hypotheek) 
4. Onverwachte gebeurtenis die niet kan wachten (kapotte auto of wasmachine) 

Slide 31 - Tekstslide

Leenvormen

Geld lenen voor duurzame consumptiegoederen 
zoals meubels of een nieuwe auto noem je consumptief krediet. 
-  Persoonlijke lening (je leent een bedrag en betaalt dat in een aantal vaste termijnen terug)
- Koop op afbetaling (je koopt een product en betaalt het in een aantal vaste termijnen terug)


Slide 32 - Tekstslide

Kredietkosten 
(aantal termijnen x termijnbedrag) - lening 

Je leent €3000 en betaalt dit in 24 maandelijkse termijnen van €140 per maand terug. 

(24 x €140) - €3000 = €360 

Slide 33 - Tekstslide

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel rente na 3 jaar?
A
€ 54
B
€ 54,65
C
€ 1.554
D
€ 1.554,65

Slide 34 - Quizvraag

Wat is geen reden om te sparen?
A
Sparen uit voor voorzorg
B
Sparen als rekenmiddel
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor een doel

Slide 35 - Quizvraag

Mees haalt bij de Mediamarkt een grote TV. Deze betaald hij af in 24 maanden. We hebben te maken met een....
A
Persoonlijke lening
B
Koop op afbetaling

Slide 36 - Quizvraag

We hebben te maken met een consumptief krediet als...
A
je geld leent voor een aankoop van een duurzame consumptie
B
je geld leent voor het kopen van een woning
C
je geld leent om een onverwachte gebeurtenis op te vangen

Slide 37 - Quizvraag

Terugblik
Wat hebben we geleerd?

Welke vraag vond je het moeilijkste?
Economie

Slide 38 - Tekstslide

Afsluiting van de les
Tijd over kijken we rtlz 
Economie

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Fitness
            Groep A:              
Givan 
Shady
Sajad
Yannis
Groep B:
Milan
Frank
Nick 
Daisy


Slide 42 - Tekstslide

LOB
Lesdoel:              Bespreken wat je doel is/ wordt de komende periode

Lesinhoud:        
              herhaling:          Leeslijst finetunen
              
              opdracht:           Gesprek met mentor

              klaar:                    Portfolio opdrachten

Slide 43 - Tekstslide

Terugblik
activeren van voorkennis
LOB

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Portfolio opdrachten
Lesdoel:              afmaken stageopdrachten

Lesinhoud:        
              herhaling:          Afmaken stage opdracht
              
              opdracht:           Stage opdracht inleveren bij docent

              klaar:                    Logo opdracht, vacature opstellen opdracht

Slide 47 - Tekstslide

Terugblik
Doornemen opdracht
Wiskunde

Slide 48 - Tekstslide

Portfolio opdrachten
Lesdoel:              afmaken stageopdrachten

Lesinhoud:        
              herhaling:          Afmaken stage opdrachten, boekverslagen, Engels poster
              
              opdracht:           Stage opdracht inleveren bij docent

              klaar:                    Logo opdracht, vacature opstellen opdracht

Slide 49 - Tekstslide

Terugblik
Wat hebben we geleerd
Wiskunde

Slide 50 - Tekstslide

Afsluiting van de dag
Tijd over: Verhaal van Nederland

Morgen geen gymles > ideeën film kijken / wandeling naar winkel / ??

Wiskunde

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide