Thema 4 B6 Zwangerschap

Thema 4 
Voortplanting en seksualiteit

B6
Zwangerschap
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 
Voortplanting en seksualiteit

B6
Zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen met paar vragen
  • Uitleg Basisstof 6
  • Oefenen
  • Tijd voor huiswerk
  • Afsluiten met paar vragen

Slide 2 - Tekstslide

Welk voorbehoedsmiddel beschermt ook tegen SOA's?
A
Condoom
B
Nuva-ring
C
Spiraaltje
D
Zaaddodende pasta

Slide 3 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel kan het langst worden gebruikt?
A
Condoom
B
Nuva-ring
C
Spiraaltje
D
Zaaddodende pasta

Slide 4 - Quizvraag

Een vrouw wil seks kunnen hebben zonder zwanger te worden. Maar ze wil niet dat er elke keer 'gedoe' is. Ze is er nog niet over uit of ze ooit kinderen wil. Welk voorbehoedsmiddel zou je haar aanraden?
A
Condoom
B
Prikpil
C
Sterilisatie
D
Spiraaltje

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen B6

  • 4.6.12 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.

  • 4.6.13 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.

  • 4.6.14 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe lang duurt denk je een zwangerschap ongeveer?

Slide 7 - Open vraag

Hoe lang duurt denk je een bevalling ongeveer?

Slide 8 - Open vraag

Hoe wil jij de uitleg van B6 krijgen?
Uitlegvideo van Biologie met Joost en zelf basisstof doorlezen
Uitleg met LessonUp door leraar

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Video

De fasen van de menstruatiecyclus

Slide 11 - Tekstslide

Twee streepjes...?

zwanger?

  • stress?
  • koorts?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Bevruchting
  • De bevruchting van een eicel door een zaadcel vindt plaats in een eileider.

  • Zodra de kop van een zaadcel de eicel is binnengedrongen blijft de zweepstaart achter en buitenste laag eicel wordt ondoordringbaar

  • Bij bevruchting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.   

Slide 14 - Tekstslide

Innesteling





  • bevruchte eicel deelt zich
  • klompje cellen wordt via eileider vervoert naar baarmoeder
  • innestelling: klompje zet zich vast in slijmvlies baarmoeder--> geen menstruatie meer
  • vrouw is zwanger
  • innesteling 5 a 7 dagen na ovulatie
  • klompje cellen groeit uit tot kind --> na ongeveer 38 weken: geboorte

Slide 15 - Tekstslide

Zwangerschap
  • eerste weken heet kind embryo --> voeding via baarmoederslijvlies
  •  vanaf 8e week tot geboorte: foetus -->   voeding via 
       placenta (moederkoek)
  • placenta is speciaal deel baarmoederwand:  hierin stroomt 
       bloed in bloedvaten embryo vlak langs bloed van moeder
  • hierdoor kunnen stoffen (O² en CO², voedingsstoffen 
      en afvalstoffen) uitgewisseld worden
  • bloed van moeder stroomt niet door embryo
  • embryo is via navelstreng verbonden met placenta

Slide 16 - Tekstslide

Foetus

  • om foetus liggen 2 vruchtvliezen

  • binnen de vliezen zit vruchtwater

  • bescherming tegen stotenuitdroging  en wisseling temperatuur

  • baby kan zich hierin bewegen

Slide 17 - Tekstslide

Ontwikkeling eerste 12 weken

  • Na innesteling -> ontstaan alle organen
  • Na 8 weken -> al een klein mensje
  • Vooral alleen nog maar groeien
  • Vanaf 8e week foetus in plaats     van embryo

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Verplaatsing van de organen

Slide 21 - Tekstslide

Echografie en prenataal onderzoek
  • +/- 10 weken een echo (geluidsgoven): bepaling 
       hoeveel weken zwanger, berekening geboorte 
  • Prenataal onderzoek: onderzoek op aangeboren 
      afwijking, erfelijke ziekte of geslacht (niet verplicht)

  • 9-14 wkn: combinatietest: test syndroom van Down
  • na 11 wkn: NIPT --> DNA onderzoek via bloed of er 
       erfelijke ziekte is
  • na 20 wkn: echo --> onderzoek afwijkingen hart, 
       hersenen, organen, ledematen en geslacht
  • pretecho

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 8 (+9)
  • Kijk de opdrachten na met het antwoordboek of digitaal
  • Oefen de Flitskaarten en check de leerdoelen met de Test Jezelf:

- 4.6.12 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.

- 4.6.13 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
- 4.6.14 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Eerder klaar? 
  • Lees de Samenhang op bladzijde 67 en maak opdracht 10 als je eerder klaar bent...


Slide 23 - Tekstslide

Lesafsluiter B6

Slide 24 - Tekstslide


Waar vindt de innesteling van de bevruchte eicel plaats?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 25 - Quizvraag

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel weken na de bevruchting vindt de geboorte ongeveer plaats?
A
36
B
38
C
40
D
42

Slide 27 - Quizvraag

Nog vier open controlevragen

Slide 28 - Tekstslide

1. Als een vrouw zwanger wordt, stopt de menstruatie. Waarom is dat?

Slide 29 - Open vraag

1. Als een vrouw zwanger wordt, stopt de menstruatie. Waarom is dat?
De menstruatie stopt omdat het slijmvlies nodig is voor het embryo. Als de vrouw zou menstrueren dan zou het embryo met het slijmvlies naar buiten komen.
Normale cyclus
Cyclus stopt door innesteling

Slide 30 - Tekstslide

2. Hoe krijgt het embryo zijn voeding aan de start van de zwangerschap?

Slide 31 - Open vraag

2. Hoe krijgt het embryo zijn voeding aan de start van de zwangerschap?

In de eerste weken wordt dit gedaan door het baarmoederslijmvlies om het embryo. Dit verandert later in de placenta/moederkoek.
Embryo aan het begin
Placenta

Slide 32 - Tekstslide

3. Hoe maakt de placenta het mogelijk dat een kind 'eten' krijgt.

Slide 33 - Open vraag

3. Hoe maakt de placenta het mogelijk dat een kind 'eten' krijgt.
Bloedvaten van het embryo lopen door de navelstreng naar de placenta. Daar loopt het bloed van moeder en embryo dicht langs elkaar. Hier kan voeding en afval worden uitgewisseld. Het bloed van de moeder gaat dus niet het embryo in!
Placenta

Slide 34 - Tekstslide

4. Waarom zit het embryo in een soort zak met vloeistof?

Slide 35 - Open vraag

4. Waarom zit het embryo in een soort zak met vloeistof?
Het vruchtwater heeft een aantal taken:
  • Beschermen tegen uitdroging
  • Beschermen tegen stoten (als de moeder ergens tegenaan komt of door iets geraakt wordt.)
  • Snelle wisseling van temperatuur tegengaan
Vruchtwater

Slide 36 - Tekstslide

Filmpjes
Op de volgende 2 dia's wordt er nog eens uitgelegd hoe een normale bevalling verloopt en hoe een baby met een keizersnede wordt geboren.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Maak de opdrachten van de laatste slide.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Link

Slide 42 - Link

Huiswerk
  • Leren B7

  • Maken opdracht 26 t/m 32

  • Flitskaarten oefenen en met Test Jezelf je leerdoelen controleren

Slide 43 - Tekstslide