Lezen H5 - tekstdoelen

Vandaag...
- 10 minuten lezen
- Herhalen lezen H2
- Lezen hoofdstuk 5

Tekstdoelen
timer
10:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag...
- 10 minuten lezen
- Herhalen lezen H2
- Lezen hoofdstuk 5

Tekstdoelen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer lees je een tekst oriënterend?
A
als je alleen het belangrijkste van de tekst wilt weten
B
als je iets wilt opzoeken in de tekst
C
als je precies wilt weten wat er in de tekst staat
D
als je snel wilt weten waarover de tekst gaat

Slide 2 - Quizvraag

Hoe kun je snel te weten komen wat het onderwerp van de tekst is?
A
door alleen de eerste zinnen van elke alinea te lezen
B
door de hele tekst snel door te nemen en de laatste alinea te lezen
C
door de tekst te bekijken en het eerste stukje van de tekst te lezen
D
door de titel te lezen en de afbeelding te bekijken

Slide 3 - Quizvraag

Om het onderwerp van een tekst te vinden moet je het antwoord op een vraag geven. Welke vraag is dat?
A
Waarover gaat de titel?
B
Waarover gaat deze tekst?
C
Wat staat er in de slotzin van de tekst?
D
Wat staat er in het begin van de tekst?

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je titels die boven tekstgedeeltes staan?

Slide 5 - Open vraag

Welke zin is juist?
A
Elke tekst gaat ergens over en de belangrijkste informatie noem je een alinea.
B
Elke tekst heeft een aantal onderwerpen en één onderwerp noem je een alinea.
C
Elke tekst is verdeeld in stukjes en één stukje noem je een alinea.

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel

- Ik kan het doel van een tekst herkennen

Slide 7 - Tekstslide

Wat heb je de afgelopen dagen gelezen?
Denk verder dan een boek of krant.

Slide 8 - Woordweb

Waarom heb je dat gelezen?
Wat was jouw doel om het te lezen?

Slide 9 - Woordweb

Waarom tekstdoel?

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.


De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Tekstdoel
De schrijver wil..
Voorbeeld tekstsoort
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
dat je iets te weten komt
dat je weet hoe je iets moet doen
je overhalen om iets te doen
dat je zijn mening overneemt
je vermaken
krantenbericht, verslag sportwedstrijd
recept, gebruiksaanwijzing
reclametekst, uitnodiging
bespreking van een film
verhaal, leesboek, strip

Slide 12 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Even checken.....

Slide 13 - Tekstslide

tekstdoel?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 27 - Quizvraag

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

En nu...?

Kies een opdracht van lezen H5 die je gaat maken.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide