1mhv Unit 3 Lesson 4 Grammar

Today's plan
- Lesson 3: Describing people and their emotions

- Lesson 4: Talking about something that is happening now


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Today's plan
- Lesson 3: Describing people and their emotions

- Lesson 4: Talking about something that is happening now


Slide 1 - Tekstslide

Unit 3 Lesson 3+4  
Na vandaag kun je:
  • Jezelf en anderen beschrijven (lesson 3)

  • In het Engels over gebeurtenissen vertellen die nu bezig zijn.
  • Onderscheid maken tussen gewoontes en gebeurtenissen die nu bezig zijn. (lesson 4)

Slide 2 - Tekstslide

Unit 3: lesson 3
Unit 3: exercise 2

Unit 3: exercise 4+9

Unit 3: Exercise 11

Slide 3 - Tekstslide

Unit 3: lesson 3
Unit 3: exercise 2

Unit 3: exercise 3+ 4

Unit 3: Exercise 11

Slide 4 - Tekstslide

Unit 3: lesson 3
Unit 3: exercise 2

Unit 3: exercise 3+ 4

Unit 3: Exercise 11

Slide 5 - Tekstslide

Work
Finish the exercises from lesson 3

Remember: you don't need to do the listening exercises and pairwork exercises. 

Slide 6 - Tekstslide

Have a break
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Any differences?
1. I play tennis every Saturday.
2. I am playing tennis right now.

3. He eats meat on Mondays.
4. He is eating meat at the moment.

timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Gewoontes of Nu Bezig?
My mother sleeps downstairs. (gewoonte)
My mother is sleeping now. (nu bezig)
The friends meet every week. (gewoonte)
The friends are meeting right now. (nu bezig)

Slide 9 - Tekstslide

Gewoontes of Nu Bezig?
My mother sleeps downstairs. (gewoonte)
My mother is sleeping now. (nu bezig)
The friends meet every week. (gewoonte)
The friends are meeting right now. (nu bezig)

Slide 10 - Tekstslide

Nu bezig
Gewoonte
I go to school every day.
My father works every weekend.
Peter talks too much.
Jane usually goes to bed at 9.
Terry is typing a letter.
The friends are having fun right now.
At the moment, she is doing homework.
The children are studying.

Slide 11 - Sleepvraag

Uitleg: Present Continuous
1. Hoe maak je de Present Continuous?
2. Wanneer gebruik je de Present Continuous?

- take notes
- pay attention
- participate

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je de Present Continuous?
de regel:
een vorm van 'to be' + werkwoord + ing
Stap 1: welke vorm van 'to be'? Dus: am/is/are

Stap 2: stam van het werkwoord: (to walk)= walk

Stap 3: plak ing aan het werkwoord vast = walking

Slide 13 - Tekstslide

DUS:
de regel:
een vorm van 'to be' + werkwoord + ing

I am talking
He is listening
You are writing

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de Present Continuous?
Als iets nu/op dit moment bezig is.
I am talking now
You are listening at the moment

Signaalwoorden:
now, right now, at the moment, Look!, currently

Slide 15 - Tekstslide

+, -, ?
(+) I am talking
(-) I am not talking
(?) Am I talking?

Slide 16 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in.

Jack and Jane _____ a game at the moment. (to play)

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.

Peter _____ to school right now. (to walk)

Slide 18 - Open vraag

WORK
Lesson 4 : exercise 5

Done?

Weektaak: 
Unit 3: lesson 3+ lesson 4
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in.

My friends _____ too much to each other. (to talk)

Slide 20 - Open vraag

Vul de juiste vorm in.

Petra always _____ too much candy. (to eat)

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Woordweb

Afronden
Let op:
  • -ing vormen gebruik je vaak voor dingen die bezig zijn
  • Kijk goed naar de volledige zin

Slide 23 - Tekstslide

Questions?

Slide 24 - Tekstslide

Feiten en gewoontes
We play football every year.
My father visits New York all the time.
My friend works very hard.
We sleep in a hotel every holiday.

Slide 25 - Tekstslide

Things you
do every week

Slide 26 - Woordweb