Voor welke god waren de Olympische Spelen bedoeld?
A
Apollo
B
Athena
C
Zeus
D
Poseidon
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Voor welke god waren de Olympische Spelen bedoeld?
A
Apollo
B
Athena
C
Zeus
D
Poseidon
Slide 1 - Quizvraag
Wat klopt niet over de Olympische Spelen?
A
hardlopen en worstelen werden naakt beoefend
B
boksen was een populaire sport
C
De winnaars wonnen een gouden medaille
D
De eerste waren 776 v C
Slide 2 - Quizvraag
Tot welke zuilorde behoort deze zuil?
A
Dorisch
B
Ionisch
C
Korinthisch
Slide 3 - Quizvraag
Twee uitspraken over de Olympische Spelen:
I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen". II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.
Slide 4 - Quizvraag
Deze opdracht gaat over de Olympische Spelen.
Welke bewering over de Olympische spelen is juist?
A
De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
B
Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
C
Alle inwoners van stadstaten mochten meedoen aan de Olympische Spelen, óók vrouwen.
D
Geen van de genoemde beweringen is juist.
Slide 5 - Quizvraag
Komedie + Tragedie hoort bij de volgende kunstvorm
A
Schilderkunst
B
Theaterkunst
C
Bouwkunst
Slide 6 - Quizvraag
Wie mochten er mee doen aan de Olympische spelen?
A
Alle inwoners van Griekenland
B
Alleen vrije Griekse mannen
C
Alleen slaven
D
Vrije mannen en vrouwen
Slide 7 - Quizvraag
Tot welke zuilorde behoort deze zuil?
A
Dorisch
B
Ionisch
C
Korinthisch
Slide 8 - Quizvraag
Tot welke zuilorde behoort deze zuil?
A
Dorisch
B
Ionisch
C
Korinthisch
Slide 9 - Quizvraag
Kies het antwoord dat het beste past.
Tragedie: Liep altijd goed af.
Komedie: had een tragisch einde
A
De bovenstaande zinnen zijn omgedraaid
B
Dit klopt niet
C
De bovenstaande zinnen kloppen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde hoe de Grieken hun zuilen maakten?