Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
W20 GPL klas 2
Bienvenue
Semaine 20
Le 17 mai
GPL
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bienvenue
Semaine 20
Le 17 mai
GPL
Slide 1 - Tekstslide
Aujourd'hui
de ontkenning
een vraag stellen zonder vraagwoord
Slide 2 - Tekstslide
Réviser
De ontkenning:
Een ontkenning in het Frans bestaat uit twee woorden.
ne.... + pas / plus / jamais / pas encore / rien
Ne
staat er dus altijd.
Het tweede deel kan dus veranderen. Dan verandert de betekenis van de ontkenning ook.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de vertaling van:
ne....pas?
A
niet
B
niets
C
geen
D
nooit
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de vertaling van:
ne....plus?
A
niet
B
niets
C
nooit
D
niet meer
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de vertaling van:
ne....jamais?
A
nog niet
B
niets
C
nooit
D
niet meer
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de vertaling van:
ne.... pas encore?
A
nog niet
B
geen
C
nooit
D
niet meer
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de vertaling van:
ne....rien?
A
nog niet
B
niets
C
nooit
D
niet meer
Slide 8 - Quizvraag
Uit hoeveel woorden bestaat een ontkenning in het Frans?
(noteer een getal)
Slide 9 - Open vraag
Waar zet je de ontkenning omheen?
(Hoe noemen we dat woord?)
Slide 10 - Open vraag
Réviser
ne.... + pas / plus / jamais / pas encore / rien
open plek
persoonvorm
Slide 11 - Tekstslide
Réviser
il préfère les pizzas.
persoonsvorm?
persoonsvorm = préfère
ne
ervoor en
pas
erachter
Il
ne
préfère
pas
les pizzas.
Slide 12 - Tekstslide
Réviser
Chantal habite à Rome + ne ...plus
persoonsvorm?
persoonsvorm = habite
ne
ervoor en
plus
erachter
Let op:
ne
wordt
n'
Chantal
ne
habite
plus
à Rome.
Slide 13 - Tekstslide
Zet de volgende zin in de ontkenning:
Ils mangent bien + ne ... pas
Slide 14 - Open vraag
Zet de volgende zin in de ontkenning:
Mon frère travaille + ne ... plus
Slide 15 - Open vraag
Zet de volgende zin in de ontkenning:
J'ai mangé beaucoup + ne ... pas
Slide 16 - Open vraag
Zet de volgende zin in de ontkenning:
Tu vas changer + ne ... pas encore
Slide 17 - Open vraag
Zet de volgende zin in de ontkenning:
Alicia a d'argent + ne ... jamais
Slide 18 - Open vraag
Welke zin is correct?
A
Je n'ai rien fait ce matin.
B
Je n'ai fait rien ce matin.
C
Je ne ai rien fait ce matin.
D
J'ai ne rien fait ce matin.
Slide 19 - Quizvraag
Welke zin is correct?
A
Mon ne frère pas fait de sport.
B
Mon frère n'fait pas de sport.
C
Mon frère ne fait pas de sport.
D
Mon frère ne fait de sport pas.
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de correcte vertaling van
'Ik ben nooit ziek.'?
A
Je ne suis pas encore malade.
B
Je ne suis jamais malade.
C
Je ne suis plus malade.
D
Je ne suis pas malade.
Slide 21 - Quizvraag
En de laatste:
Wat is de correcte vertaling van
'Steph eet geen vlees meer.'?
A
Steph ne mange pas de viande.
B
Steph ne mange jamais de viande.
C
Steph ne mange rien de viande.
D
Steph ne mange plus de viande.
Slide 22 - Quizvraag
Zijn er nu nog vragen over de ontkenning?
Slide 23 - Tekstslide
Réviser
Een vraag stellen:
vragen zonder vraagwoord
Twee manieren (eigenlijk drie!):
vragend uitspreken
est-ce que
(3. inversie)
Slide 24 - Tekstslide
Réviser
1. Vragend uitspreken
Aan het einde van de zin een vraagteken en je stem gaat omhoog.
Tu as un frère. => Tu as un frère?
Il mange une pizza. => Il mange une pizza?
Vous êtes en France. => Vous êtes en France?
Slide 25 - Tekstslide
Réviser
2. Est-ce que
Est-ce que + gewone zin
Tu as un frère. => Est-ce que tu as un frère?
Il mange une pizza. => Est- ce qu'il mange une pizza?
Vous êtes en France. => Est-ce que vous êtes en France?
Let op: que verandert in qu' bij een klinker
Slide 26 - Tekstslide
Maak de volgende zin op een andere manier vragend:
Son père est sportif?
Slide 27 - Open vraag
Maak de volgende zin op een andere manier vragend:
Vous faites de la natation?
Slide 28 - Open vraag
Maak de volgende zin op een andere manier vragend:
Est-ce que tu aimes le foot?
Slide 29 - Open vraag
Maak de volgende zin vragend met est-ce que:
Il mange beaucoup?
Slide 30 - Open vraag
Maak de volgende zin vragend met est-ce que:
Nous avons raison?
Slide 31 - Open vraag
En de laatste:
Maak de volgende zin vragend met est-ce que:
Elles sont en route?
Slide 32 - Open vraag
Zijn er nu nog vragen?
Over een vraag stellen, de ontkenning, andere stof (van de toets)?
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Maandag 12 juni herhaling
Juni 2023
- Les met
37 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
herhaling lesstof objectif santé lj 2
Maart 2024
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhaling chapitre 5
April 2024
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 53 (26-06)
Juni 2023
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 49 (03-06)
Augustus 2024
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 53 (18-06)
Juni 2024
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
La question
Mei 2023
- Les met
45 slides
Frans
Secundair onderwijs
La question
16 dagen geleden
- Les met
45 slides
Frans
Secundair onderwijs