5 vwo - week 51 les 1 [Germinal chapitre 1 et 2]

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

1. Login op Lessonup 

Bienvenue au cours de français!

Sur la table:

Ton livre

Ta trousse

Ton cahier

Terugblik - startopdracht

• Donnez un petit résumé de chapitre 1 de Germinal.

Zakkie avec ton téléphone dedans

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Overzicht Periode 1

• Thema: Schrijven & Spreken
• Benodigde lesmaterialen: Grandes Lignes, woordenboeken, examenidioom, aantekeningenschrift OF map

Week 1

Week 2

Week 3

Week 4

Week 5

Week 6

Week 7

      Leerdoelen

1. Ik kan een biografie presenteren van een historische of hedendaagse held(in).
2. Ik kan de historische en maatschappelijke context van de Franse mijnwerkersstakingen in de 19e eeuw beschrijven en uitleggen hoe Zola deze context gebruikt om sociale problemen te belichten.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Terugblik

Exemple 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Germinal

Chômeur pendant la crise industrielle, Etienne Lantier trouve du travail dans les mines du nord de la France. Il rencontre la famille Maheu et tombe amoureux de leur fille Catherine. celle-ci est la maitresse de la Chaval, un ouvrier brutal.

Etienne Lantier découvre les conditions inhumaines de travail dans les mines. Révolté par les injustices et plaçant beaucoup d'espoir dans la révolution, il pousse les mineurs à se battre. La grève éclate....

« Le livre comme un miroir de la société,  montrant les grandes inégalités entre les classes. »

publié en 1885

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Combinez les descriptions avec le bon personnage.

Étienne Lantier

Bonnemort

Catherine

Maheu

Rasseneur

Zacharie

Mineur de 58 ans en mauvaise santé, père de Maheu.

Jeune fille de 15 ans, travaille avec son père et son frère.

Ouvrier qui vient d'arriver, à la recherche d'un travail.

Mineur courageux, père de sept enfants.

Mineur de 21 ans, fils de M. et Mme Maheu

Jeune mineur amoureux de Catherine.

Lire

1. Comment Étienne arrive-t-il à Montsou?
2. Que vient-il faire ici?
3. Dans la famille Maheu, qui travaille à la mine? 
4. Qu'est-ce qui fait peur à Étienne quand il regarde les mineurs descendre?
5. Quelle est l'attitude de Catherine?
6. Qui est Chaval? Que fait-il?
7. Pourquoi Maheu est-il mécontent?
8. Donnez les deux raisons qui décident Étienne à rester.
9. Quelles sont les premières impressions d'Étienne sur les conditions de travail?

Ch01

Relisez et répondez aux questions ci-dessous (page 60)

Germinal

• Écrit au XIXième siècle (1800-1900)
• Ecrit sous forme des feuilletons au journal
• La révolution industrielle
• Les grandes inégalités sociales (les classes sociales)
• La grève comme une force pour le peuple
• Le Naturalisme
• Zola lui-même considérait "Germinal" comme l'une de ses œuvres les plus importantes, car il révélait la dure réalité de la classe ouvrière.
• Au fil des années, Germinal est devenu de plus en plus accepté et apprécié et fait maintenant partie des classiques de la littérature française.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

La révolution industrielle

La révolution industrielle est le passage de la fabrication manuelle à la fabrication mécanique, qui s'est accompagné de changements organisationnels et sociaux à grande échelle, caractérisés par une explosion du nombre d'usines, de la taille des villes et de la formation d'une quatrième classe, le prolétariat.

Le prolétariat = 

Classe sociale des prolétaires.

Le prolétariat urbain, ouvrier ; rural.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Le Romantisme (1820-1850)

Caractéristiques principales :

• Exaltation des sentiments, de l’imaginaire et de la nature.
  
• Opposition aux règles classiques du XVIIe siècle (Classicisme).
  
• Recherche de l’évasion, du sublime, et exploration de thèmes comme l’amour, la mort, la solitude, ou la quête de soi.
  

Auteurs et œuvres clés :

1. Victor Hugo : Notre-Dame de Paris, Les Contemplations.
2. Alfred de Musset : Lorenzaccio, Les Nuits.
3. Alphonse de Lamartine : Méditations poétiques.
4. Gérard de Nerval : Les Chimères.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Le Réalisme (1850-1870)

Caractéristiques principales :

• Représentation fidèle de la réalité sociale.
  
• Refus de l’idéalisation du Romantisme.
  
• Analyse des mœurs, des classes sociales, et de la condition humaine.

Auteurs et œuvres clés :

1. Honoré de Balzac : La Comédie humaine (cycle comprenant Le Père Goriot, Eugénie Grandet).
2. Gustave Flaubert : Madame Bovary, L’Éducation sentimentale.
3. Stendhal : Le Rouge et le Noir, La Chartreuse de Parme.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Le Naturalisme (1850-1900)

Le naturalisme s'est développé à partir du réalisme, mais mettait davantage l'accent sur une approche scientifique et déterministe de la vie humaine. 

Les naturalistes croyaient que l'homme est déterminé par:

• son hérédité
• son environnement 
• sa classe sociale

Émile Zola est une figure importante et le plus célèbre du naturalisme dans la littérature, avec son roman Germinal considéré comme l'un des plus grands chefs-d'œuvre du mouvement. Le naturalisme a aussi influencé d'autres formes d'art, comme le théâtre et la peinture.

Ils cherchaient à montrer la réalité brute, souvent sans optimisme ni embellissement. L'idée principale était que l'être humain était façonné par des forces qu'il ne pouvait pas contrôler.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Le Symbolisme (1880-1900)

Caractéristiques principales :

• Rejet du Réalisme et du Naturalisme.
• Recherche de la beauté et du mystère à travers des symboles.
• Exploration du rêve, de la spiritualité, et de l’inconscient.

Auteurs et œuvres clés :

1. Charles Baudelaire : Les Fleurs du mal.
2. Paul Verlaine : Poèmes saturniens.
3. Arthur Rimbaud : Une saison en enfer, Illuminations.
4. Stéphane Mallarmé : L’Après-midi d’un faune.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Germinal

1. Quelles classes sociales y-avait-il au XIX siècle?
   
2. Quelle était la force des ouvriers à l'époque?
   
3. Comment étaient les conditions de travail à cette époque?
   
4. Quels étaient les droits de l'ouvrier?

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Quelles classes sociales y-avait-il au XIX siècle?

Quelle était la force des ouvriers à époque?

Comment étaient les conditions de travail à cette époque?

Quels étaient les droits de l'ouvrier?

Germinal

1. Quelles classes sociales y-avait-il au XIX siècle?
   
2. Quelle était la force des ouvriers à l'époque?
   
3. Comment étaient les conditions de travail à cette époque?
   
4. Quels étaient les droits de l'ouvrier?

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

Germinal chapitre 2

1. Qui est monsieur Grégoire?
2. Comparez le réveil de mademoiselle Grégoire et le réveil de Cathérine (heure, chambre, occupation du matin).
3. Quelle est la profession de Maigrat?
4. Qui rend visite à la famille Grégoire? Pourquoi?
5. Quelle est la préoccupation principale de la Maheude?
6. Que vient faire madame Hennebeau, la femme du directeur, au village?
7. Pourquoi la Maheude parle-t-elle de Philomène Levaque?
8. Où se lavent les mineurs quand ils rentrent de leur journée de travail?
9. Qu'est-ce que Etienne a observé après le dîner, avant de retourner dans sa chambre?

Ch02

Le confort et la misère

Afsluiting

Volgende keer:

• Apprendre vocabulaire A (F-N, N-F)
• Finir écrire A
• Qui est ton héros? Prépare un texte d'environ 100 mots.
• Meenemen: Boek Grandes Lignes + aantekeningenschrift (map/schrift!)

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les?

Exit ticket