Financieringsbegroting

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar vorige les..
Wat is het doel van een investeringsbegroting?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Investeringsbegroting
Doel: De investeringsbegroting geeft aan hoeveel geld er nodig is om je bedrijf te kunnen starten. 
"Boodschappenlijstje"

Vaste activa = Langer dan 1 jaar in je onderneming
Vlotte activa = Korter dan 1 jaar in je bedrijf
Liquide middelen = Geld

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen vermogen (wat zijn je eigen middelen?)
Bijvoorbeeld: spaargeld, inbreng van een auto, achtergestelde lening, etc.
Vreemd vermogen (middelen verkregen van anderen)
Lang vreemd vermogen (langer dan 1 jaar)
Bijvoorbeeld: hypotheek of een banklening
Kort vreemd vermogen (korter dan 1 jaar)
Bijvoorbeeld: rekening courant krediet, crediteuren,
Zet hier bedragen achter en bepaal of je voldoet aan je financieringsbehoefte.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Achtergestelde lening
Dit is een lening op lange termijn die door één geldgever wordt verstrekt.

Voordelen:
1) Direct overleg over bijv. rente, aflossingsschema etc.
2) Vaak door familieleden verstrekt (vooral bij startende bedrijven) en dus nauwelijks bijkomende kosten
3) Achtergestelde lening, omdat ze hun geld pas terug krijgen nadat alle andere schuldeisers zijn afbetaald

Nadeel
1) Soms wordt niet alles goed vastgelegd dat kan tot problemen leiden

Slide 7 - Tekstslide

LET OP: de rente is niet lager want dit moet marktconform!

Eigen vermogen

  • Spaargeld:             € 15.000 Persoonlijk gespaard geld door de ondernemer
  • Inbreng van bedrijfsmiddelen € 10.000 Bijvoorbeeld paarden en uitrusting ter waarde van 
Lang vreemd vermogen
  • Hypotheek:           € 60.000 Lening voor de bouw van nieuwe stallen op het terrein
  • Banklening:          € 25.000 Lening voor de aanschaf van een nieuw voertuig voor het vervoer van paarden
  • Lease:                      € 8.000 Leasingovereenkomst voor een specifieke landbouwmachine
Kort vreemd vermogen
  • Crediteuren          (leverancierskrediet): € 5.000 Openstaande rekeningen bij voer- en materiaalleveranciers
  • Rekening courant krediet: € 12.000 Overeengekomen lening bij de bank om seizoensgebonden fluctuaties op te vangen

Totale financieringsbehoefte €  135.000



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord past bij lang vreemd vermogen?
A
Een lening voor een nieuwe stal
B
Omzetbelasting
C
Leverancierskrediet
D
Geen van deze

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoefsmid wil nieuwe apparaat aanschaffen. Hij/zij overweegt zijn spaargeld en een lening van de bank.

Welke categorie vertegenwoordigt het spaargeld in de financieringsbegroting?
A
Investeringen
B
Winst en verlies
C
Eigen vermogen
D
Vreemd vermogen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf waarom een achtergestelde lening nuttig kan zijn.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het opzetten van een paardenhouderij/hoefsmederij zijn diverse financieringsbronnen beschikbaar.

Kies welke financieringsbron jij zou overwegen
Inbreng van spaargeld of bedrijfsmiddelen
Lenen van een bank
Crowdfunding
Achtergestelde lening
Anders

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog tips / tops
voor mij?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: de balans

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies