Les Nederlands sterke of onregelmatige werkwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom - 1JAD- Nederlands 

Planning van deze les 

- 20 minuten in stilte lezen 

- Oefenen Goed Gebekt 

Pauze 

-Theorie sterke en onregelmatige werkwoorden 

- Oefenen 

-Afsluiting les 

Pauze

Theorie sterke en onregelmatige werkwoorden

Sterke werkwoorden (onregelmatige werkwoorden)--> Veranderen van klank in de verleden tijd 

De verleden tijd en onvoltooide tijd van onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren. 

Bij onregelmatige werkwoorden verandert meestal alleen de klinker in de verleden tijd.

Voorbeeld:

Lopen- liep-liepen-gelopen 

Soms veranderen er nog meer letters: 

kopen-kocht-kochten-gekocht

Werkwoordspelling

1. Makkie, kom maar op!
2. Redelijk, ik maak af en toe een foutje
3. Niet zo goed, ik maak regelmatig een fout
4. Moeilijk, ik begrijp er niks van

werkwoordspelling

1. Gisteren verhuisden we naar Groningen.
2. Gisteren verhuisten we naar Groningen.

werkwoordspelling

1. Hij bediend
2. Hij bedient
3. Hij bediendt

werkwoordspelling

1. Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
2. Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

werkwoordspelling

1. Hij heeft de boel belazerd
2. Hij heeft de boel belazert

Taalblokken werkwoordspelling sterke en onregelmatige werkwoorden 

Huiswerk dinsdag 5 oktober 2021 
Maken t/m opdracht 14/  bolletje 7