In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Herhaling voor de toets
Slide 1 - Tekstslide
Programma
1. Lezen
2. Herhaling voor de toets
3. Uitleg
4. Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel:
Deze les leer je over feiten, meningen en argumenten.
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg feiten en meningen
Een feit kun je controleren. Bijvoorbeeld: Dit museum is gebouwd tussen 2013 en 2016. Je kunt controleren of dit waar is door bijvorbeeld op de website van het museum te kijken of door het op Wikipedia op te zoeken.
Slide 5 - Tekstslide
Uitleg feiten en meningen
Een mening is wat iemand vindt. Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Ik vind het een mooi gebouw is een mening. Je kunt het hiermee eens of oneens zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Argumenten
Als iemand zijn mening wil verdedigen, legt hij uit waarom hij iets vindt. Dit noem je een argument. Bijvoorbeeld:
Ik vind het een mooi gebouw (= mening), want je kunt op veel plekken door het plafond de lucht zijn (= argument).
Slide 7 - Tekstslide
Corona is een virus.
A
feit
B
mening
Slide 8 - Quizvraag
Hij vindt corona stom.
A
feit
B
mening
Slide 9 - Quizvraag
Feit of mening?
A
feit
B
mening
Slide 10 - Quizvraag
Feit of mening? Eindhoven telt 220.000 inwoners.
A
feit
B
mening
Slide 11 - Quizvraag
Feit of mening?
Jan werkt erg hard.
A
feit
B
mening
Slide 12 - Quizvraag
Een feit kun je controleren.
A
Feit
B
Mening
Slide 13 - Quizvraag
Feit of mening?: Gorinchem is saai.
A
Feit
B
Mening.
Slide 14 - Quizvraag
Feit of mening? De bladeren zijn nat.
A
feit
B
mening
Slide 15 - Quizvraag
Feit of mening? 'Yes, weer naar school!'
A
Feit
B
Mening
Slide 16 - Quizvraag
"levensgevaarlijk dus!" Feit of mening?
A
Feit
B
Mening
Slide 17 - Quizvraag
Feit of mening? Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening
Slide 18 - Quizvraag
Feit of mening? Nederland ligt in Europa.
A
feit
B
mening
Slide 19 - Quizvraag
Dieselmotoren zijn slecht voor de gezondheid.
A
feit
B
mening
Slide 20 - Quizvraag
Feit of mening? Hij praat heel snel.
A
feit
B
mening
Slide 21 - Quizvraag
Feit of mening: Vandaag is het vrijdag
A
feit
B
mening
Slide 22 - Quizvraag
Opdrachten maken
- Maak de overige opdrachten van lezen.
Sebas, Micka, Chris, Yente, Sven en Alana doen met mij mee.
Voor de rest van de klas: Pak je oortjes en ga voor jezelf aan de slag.