Keuzedeel AA leerjaar 2, P1 (les 3 medicatiebewaking & MFB's)

Keuzedeel specifieke doelgroepen voor apothekersassistenten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
apothekersassisitentMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel specifieke doelgroepen voor apothekersassistenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van deze les
Medicatiebewaking  & 

Medische farmaceutische 
beslisregels (MFB's)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kijken we bij kinderen op een andere manier naar doseringen voor het toedienen van geneesmiddelen?
A
omdat een kind jonger is dan een volwassenen
B
omdat de afbraak van geneesmiddelen bij kinderen anders gaat dan bij volwassenen
C
omdat de organen van kinderen minder ontwikkelt zijn dan bij volwassenen
D
omdat kinderen kleiner zijn dan volwassenen

Slide 3 - Quizvraag

Hier zijn twee antwoorden juist: B en C
Doel van deze les
  • Medicatiebewaking inhoud bij risicogroepen
  • samenwerking tussen apotheek en artsen bij een goede medicatiebewaking
  • welke rol heeft de (huis)arts, apotheek & patiënt
  • een AMO (actueel medicatie overzicht)
  • MFB's medisch farmaceutisch beslisregels

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking

Slide 5 - Woordweb

Vul samen met de studenten dit woordweb in.
Waar denken zij aan bij goede medicatiebewaking?
Samenwerking medicatiebewaking 

Slide 6 - Tekstslide

In deze video wordt uitgelegd wat de G-standaard is en hoe deze wordt bewaakt door het bedrijf Z-index.

Deze video is goed als aanvulling op de video die hierna komt over de medicatie bewaking, dan begrijpt de student de begrippen beter en de inhoud.

Slide 7 - Video

In deze video wordt kort uitgelegd hoe we in Nederland omgaan met de MFB's als een oudere patiënt een nieuw geneesmiddel voorgeschreven krijgt..

Als aan vullende uitleg-> bij de MFB's is de nierfunctie van belang bij ouderen boven de 65 jaar met meer dan 5 geneesmiddelen. Je spreekt dan van polyfarmacie. Daar onder heeft de nierfunctie (nog) niet direct een invloed tenzij die wel bekend is.
vastleggen medicatiebewakingsignalen
  • In AIS
  • in patiëntendossier
  • uitprinten extra etiket voor                                                       informatie bij afleveren

Slide 8 - Tekstslide

het vastleggen van deze gegevens moeten in het AIS (apotheek informatie systeem), in het patiëntendossier (bij bv de arts of het LSP) zodat iedereen op de hoogte is van de situatie van de patiënt.

het extra etiket print je uit voor degene die het geneesmiddel gaat afleveren zodat deze collega weet welke afhandelingen er gedaan zijn, welke informatie gevraagd of doorgegeven is en of er evt. wijzigingen zijn toegepast.

Kortom: communiceren (in taal en schrift) is erg belangrijk op verschillende vlakken!!

verminderde nier- leverfunctie
Labwaarden bij geneesmiddelen
juiste dosering geneesmiddel




Slide 9 - Tekstslide

Labwaarden vertellen ons iets over de conditie van de organen van een patiënt. Bijvoorbeeld hoe functioneren zijn/haar nieren of lever. Afhankelijk hiervan moet we de dosering wel of niet aanpassen.

Of de patiënt de juiste dosering van een geneesmiddel heeft kunnen we ook terug zien in de labwaarden.  Als het cholesterol gedaald is betekent dit dat de dosering juist is, is deze nog te hoog dan zal de dosering verhoogd moeten worden. Dit geldt bv ook bij Lithium (een smalle therapeutische breedte dus moeilijker in te stellen) en bij geneesmiddelen die schade aan lever en/of nier kunnen aanbrengen. Deze controleren we ook a.d.h.v. van labwaarden
MFB's

Slide 10 - Woordweb

Vul samen met de studneten dit woordweb in en vraag de studenten wat ze al weten over MFB's.

Een MFB's is afhankelijk van:
  • de labwaarden -> (verminderde) nier- en leverfunctie, kaliumspiegel en natriumspiegel
  • ondersteuning van kwaliteitsindicatoren -> laxeermiddel toevoegen bij opiaatgebruik
  • MFB -> INR en combinatie Methotrexaat en Foliumzuur
  • onderdrukken van interactie met tijdsinterval -> IJzerpreparaat met antibiotica 

Slide 11 - Tekstslide

de labwaarden -> (verminderde) nier- en leverfunctie, kaliumspiegel en natriumspiegel: de dosering wordt aangepast afhankelijk van de labwaarden.
ondersteuning van kwaliteitsindicatoren -> laxeermiddel toevoegen bij opiaatgebruik. Opiaten kunnen obstipatie veroorzaken en door toevoegen van een laxeermiddel optimaliseer je de kwaliteit van de patiënt door een betere/optimale stoelgang
clinical rules -> INR en combinatie Methotrexaat en Foliumzuur
Worden opgesteld door de NVZA voor de ziekenhuizen. INR is belangrijk om te bepalen hoe de nierfunctie is van de patiënt bij het doseren van geneesmiddelen.
onderdrukken van interactie met tijdsinterval -> IJzerpreparaat met antibiotica 
Gescheiden innametijden (min 2 uur) en het uitschrijven van een tijdsschema is een must voor de betere opname van beide geneesmiddelen
Welke voorbeelden kun je nog meer geven van MFB's?

Slide 12 - Open vraag

Laat de studenten woord geven op deze vraag. 

Zij kunnen o.a. invullen:
- maagbeschermer bij acetylsalicylzuur
- maagbeschermer bij NSAID's
- nierfunctie controle bij Norfloxacine, Nitrofuranoïne, Claritromycine
- Statines bij diabetes
- Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïden (kalktabletten/vit D3 bij prednisolon bv)

Patiëntendossier
- Voor zowel traditionele medicatiebewaking als MFB’s is het noodzakelijk om patiëntgegevens vast te leggen in je AIS.​


- Daarom is het ook belangrijk om nieuwe patiënten of passanten te vragen naar hun medicijngebruik​

- Met toestemming van de patiënt is medische informatie op de vragen bij de vorige/huidige apotheek​



Slide 13 - Tekstslide

Benoem hierbij alvast het LSP (landelijk schakelpunt)​
Op de volgende dia komt deze ook uitgebreid aan bod.
De rol van de (huis)arts
  • Geef wijzigingen in de medicatie door aan de apotheek​


  • Startrecepten​

  • Stoprecepten​

  • Wijzigingsrecepten





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rol van de apotheek
  • Als medicatie door de andere apotheek wordt geleverd, dient dit te worden doorgegeven aan de eigen apotheek​


  • Het is dan de taak van de eigen ​
apotheek om deze informatie ​
juist te verwerken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rol van de ziekenhuisapotheek
  • Het uitvoeren van medicatieverificatie bij opname in het ziekenhuis ​


  • Het opstellen van een duidelijk ontslagrecept​
- Welke geneesmiddelen zijn gestart in het ziekenhuis en moeten thuis door gebruikt worden​
- Welke geneesmiddelen zijn gestart in het ziekenhuis en moeten thuis gestopt worden​
- Welke geneesmiddelen zijn gestopt (en waarom?)​
- Welke doseringen zijn gewijzigd (en waarom?)





Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

medicatie verificatiegesprek bij opname in ziekenhuis
"Fout gesprek"                                             "Goed gesprek"

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij ontslag uit het ziekenhuis?

Slide 18 - Open vraag

Laat de studenten nadenken over welke informatie belangrijk is vanuit de overdracht uit het ziekenhuis.

Denk aan:

Is de thuismedicatie weer herstart bij ontslag?
welke medicatie is gewijzigd, gestopt of gestart?
Is de gebruiksduur bekend, eventueel tot aan controle specialist?
Actueel medicatieoverzicht (AMO)
Registratie per patiënt van alle in
gebruik zijnde geneesmiddelen (al
dan niet op recept) en relevantie 
gegevens over het gebruik van 
geneesmiddelen

Slide 19 - Tekstslide

Benoem de definitie van een AMO en laat de studenten hier over nadenken.

Vraag daarna aan een paar studenten waar ze dan aan denken. Wat staat er allemaal op zo'n AMO? Welke gegevens zie je op het voorbeeld op de dia?
Welke belangrijke rol speelt de patiënt zelf hierin?

Slide 20 - Open vraag

laat de studenten invullen hoe zij de rol van de patiënt zien en bespreek dit met elkaar.

Waar ze aan kunnen denken is:
Patiënt moet regelmatig de wijzigingen en/of toevoegingen doorgeven aan de apotheek en dit zelf actief bijhouden.
Actueel medicatieoverzicht regelen als hij/zij een ziekenhuisbezoek gepland heeft of op vakantie gaat.
Vragen stellen/ goed luisteren aan de balie in de apotheek bij ontvangen van nieuwe geneesmiddelen ect.....
Kortom.....
Als er niet goed wordt gecommuniceerd kan er veel mis gaan!​

 
Een hulpmiddel is de LESA actueel medicatieoverzicht in de eerste lijn​
LESA = Landelijke Eerstelijns Samenwerkings AfspraakCommunicatie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESA richtlijnen
Er zijn drie basisafspraken​:​

  • Bij elk contact met een voorschrijver is altijd een actueel medicatie-overzicht beschikbaar waarop het medisch handelen wordt gebaseerd​
  • Bij een spoedopname is er zo snel mogelijk, maar zeker binnen 24 uur, een actueel medicatieoverzicht beschikbaar​
  • Bij overdracht aan een andere zorgverlener is zo snel als nodig is voor verantwoorde zorg, maar zeker binnen 24 uur, het actuele medicatie-overzicht beschikbaar



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Farmacotherapeutisch overleg (FTO)
Overleg tussen artsen en apothekers waarin samen afspraken gemaakt kunnen worden over:​

  • Welke middelen zijn eerste en tweede keus bij veelvoorkomende aandoeningen​
  • Hoe kunnen we de beste zorg leveren voor de laagste prijs​
  • Hoe worden MFB’s afgehandeld en door wie​

Soms zijn er ook ziekenhuisapothekers bij aanwezig​
  • Farmacotherapeutisch transmuraal overleg (FTTO)​
  • Dit leidt tot betere samenwerking en afstemming tussen de zorgverleners in de eerste en tweede lijn






Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formularium
Het overleg tussen huisartsen en apothekers heeft in een aantal plaatsen geleid tot de ontwikkeling van een formularium​


Formularium -> voorschriftenboek met de middelen van eerste keus bij een bepaalde aandoening​

Dit sluit vaak aan op behandelstandaarden zoals de NHG-standaarden​

Het is niet verplicht om de ​standaarden te volgen, ​ maar het wordt wel geadviseerd ​





Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les
  • Medicatiebewaking inhoud bij risicogroepen
  • samenwerking tussen apotheek en artsen bij een goede medicatiebewaking
  • welke rol heeft de (huis)arts, apotheek & patiënt
  • een AMO (actueel medicatie overzicht)
  • MFB's medisch farmaceutisch beslisregels

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Inventariseer bij de studenten of alle lesstof duidelijk was en of er nog vragen zijn.
waarom zijn we erg voorzichtig (in Nederland) met doseringen bij kinderen en zie je dit bijvoorbeeld in het Kinderformularium terug bij leeftijdscategorieën?
A
Omdat er geen onderzoeksgegevens zijn van doseringen bij kinderen
B
bij kinderen moet je altijd voorzichtiger zijn
C
uit voorzichtigheid i.v.m. toxiciteit
D
omdat de organen minder ver ontwikkeld zijn

Slide 27 - Quizvraag

Het juiste antwoord op deze vraag is A