quiz planten
Voor fotosynthese heeft de plant ..... nodig?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en licht
C
Water, koolstofdioxide en licht
D
Licht, zuurstof en koolstofdioxide
1 / 27
Onderdelen in deze les
Voor fotosynthese heeft de plant ..... nodig?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en licht
C
Water, koolstofdioxide en licht
D
Licht, zuurstof en koolstofdioxide
Slide 1 - Quizvraag
Welke organismen leven van het voedsel dat de bladeren van planten maken?
A
De planten zelf
B
Dieren
C
Planten en dieren
D
De kinderen van de plant, de plant zelf en dieren
Slide 2 - Quizvraag
Fotosynthese vindt plaats in de?
A
Wortels
B
Bladeren
C
Bloemen
D
Vruchten
Slide 3 - Quizvraag
Waarom kan fotosynthese niet in de wortels plaatsvinden?
Slide 4 - Open vraag
In de nacht kan een plant ook fotosynthese doen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wij ademen koolstofdioxide uit en de plant ademt dit in. Met zuurstof is dit andersom.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Planten slaan het gemaakte voedsel op in de wortels, stengels of bladeren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Als de plant eten opslaat in de bladeren noem je dit een "knol"
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Uit welke 4 onderdelen bestaat een plant?
Slide 9 - Open vraag
Welk onderdeel zorgt voor de opname van water en mineralen?
A
Wortel
B
Bloem
C
Bladeren
D
Stengel
Slide 10 - Quizvraag
Welke onderdeel vervoert water en voedingsstoffen?
A
Wortel
B
Bloem
C
Stengel
D
Bladeren
Slide 11 - Quizvraag
Waar in de bladeren worden de voedingsstoffen voor de hele plant gemaakt?
A
Bladgroenkorrels
B
Nerven
C
Celkern
D
Bladsteel
Slide 12 - Quizvraag
Hoe komen bladeren aan hun water?
A
Via de cellen aan de buitenkant
B
Via de vaatbundels en de nerven
C
Via de huidmondjes
D
Ze maken zelf water
Slide 13 - Quizvraag
Hebben planten ook organen?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quizvraag
Een plant heeft een levenscyclus
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quizvraag
Planten maken hun eigen voedsel. Ze nemen meer CO2 op dan ze opnemen
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Een kruidachtige plant krijgt stevigheid van water
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Een houtachtige plant krijgt zijn stevigheid van water
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Waar kan in de plant reservevoedsel worden opgeslagen?
A
in de wortel
B
in de stengel
C
in de bladeren
D
in de wortel, stengel en bladeren
Slide 19 - Quizvraag
In de winter vinden dieren reservevoedsel meestal in de
A
stengels
B
bladeren
C
wortels
Slide 20 - Quizvraag
Waarom zitten er in de stengel vaten?
A
vervoer van water en voedingsstoffen
B
stevigheid
C
om eigen voedsel te maken
D
om reservevoedsel op te slaan
Slide 21 - Quizvraag
wat lopen er door de nerven van een plant?
A
bladmoes
B
vaten
C
hout
D
draden
Slide 22 - Quizvraag
Van welke plant eet je de wortel?
A
asperges
B
sla
C
rode biet
D
prei
Slide 23 - Quizvraag
Van welke plant eet je de stengel?
A
sla
B
bieten
C
asperges
D
andijvie
Slide 24 - Quizvraag
Als je een plant in een nieuwe pot zet, let dan vooral op dat...…..
A
de hoofdwortel niet
beschadigt
B
de wortelharen niet beschadigen
C
de zijwortel niet beschadigt
D
de pot niet breekt
Slide 25 - Quizvraag
Van welke plant eet je de bladeren?
A
aardappels
B
bieten
C
asperges
D
spinazie
Slide 26 - Quizvraag
Het lid van een stengel is...….
A
het einde van de stengel
B
het stukje waar een nieuwe tak groeit
C
het stukje stengel tussen 2 zijtakken
D
de wortel van de plant
