Klas 3K, T1, paragraaf 4, Chromosomen

Thema 1, paragraaf 4
Chromosomen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 1, paragraaf 4
Chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

Goedemorgen
  • Telefoon in de tas of kluis
  • Chromebook op de tafel, dicht
  • Kauwgom in de prullenbak
  • En sssst...!!!

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
1.4.1 Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

In deze lesson up:
  • Controle huiswerk
  • Begrippentoets paragraaf 4 en 5
  • Instructie paragraaf 4

Slide 4 - Tekstslide

Controle huiswerk
  • Rode opdrachten nog een keer maken
  • Samenvattings-opdracht in schrift?

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen toets
paragraaf 4 en 5

Slide 6 - Tekstslide

Kan je het DNA veranderen?
A
Ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag


DNA uit bijv. haar of bloed kan als bewijsmateriaal dienen
De politie gebruikt DNA, omdat iedereen uniek
DNA heeft
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Verandert het aantal chromosomen door gewone celdeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag


Wat zijn chromosomen?
A
lange dunne draden in de celkern
B
het zijn kernen
C
Kleine dikke draden in de celkern
D
erfelijke eigenschappen

Slide 10 - Quizvraag

10.
Een lichaamscel deelt in tweeën. Hoe noem je deze delende lichaamscel?
A
dochtercellen
B
eicellen
C
moedercellen
D
vadercellen

Slide 11 - Quizvraag

Wat bevat DNA?
A
Informatie voor je erfelijke eigenschappen
B
Bloed

Slide 12 - Quizvraag

Deze chromosomen zijn van een:
A
Man
B
Vrouw

Slide 13 - Quizvraag

Wat is celdeling?
A
Vorming van nieuwe cellen
B
Vorming van nieuw DNA
C
Vorming van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
Vorming van een nieuw leven

Slide 14 - Quizvraag

Plasmagroei gebeurt voor celdeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Bij celdeling is de juiste volgorde:
A
celdeling - dochtercellen - plasmagroei - kerndeling
B
dochtercellen - plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
kerndeling - celdeling - dochtercellen - plasmagroei
D
Cellen delen niet

Slide 16 - Quizvraag

heeft een lichaamscel van een mens 46 chromosomen?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Moleculen, organellen, cellen, weefsel, organen en organenstelsels, even herhalen!!!

Slide 18 - Tekstslide

Cellen wat weet je nog? 

Slide 19 - Tekstslide

Chromosomen
Wij mensen hebben 46 chromosomen.
Ze zitten altijd twee aan twee in je lichaam, een paar.
Je hebt 23 chromosomen paren.
In iedere cel zitten er 46
met daarop al je erfelijke 
eigenschappen.


je chromosoompaar is net een tweeling

Slide 20 - Tekstslide

Chromosomen
Zijn opgebouwd uit DNA en eiwit. 


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Chromosomenparen
Je chromosomen komen altijd in paren

Je chromosoompaar is net een tweeling. Ze lijken bijna precies op elkaar. 

De ene komt van je vader en de andere van je moeder. Dat gebeurt al tijdens de voortplanting. 

Slide 23 - Tekstslide

Chromosomenportret
Het complete portret van erfelijke eigenschappen van 1 mens.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Lichaamscellen
Mensen zijn opgebouwd uit lichaamscellen. 
Denk maar aan;
huidcellen
hartcellen
botcellen

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk:

Paragraaf 4 en 5,
Lezen paragraaf 6
Zie magister.learn voor de juiste opdrachten. 

Slide 27 - Tekstslide