Startrekenen 1F Domein 3 H 12 oppervlakte

Startrekenen 1F
Domein 3 meten en meetkunde
Hoofdstuk 13 Lengte en oppervlakte
oppervlakte
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startrekenen 1F
Domein 3 meten en meetkunde
Hoofdstuk 13 Lengte en oppervlakte
oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
Bereken de omtrek?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de
omtrek?
A
25 cm
B
10 cm
C
15 cm
D
20 cm

Slide 5 - Quizvraag

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel
Aan het eind van de les:
Je weet wat de oppervlakte van een figuur is en je kan deze uitrekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Succescriteria
  • Je schrijft de berekening als je de oppervlakte uitrekent.
  • Als je de berekening uitrekent door het aantal hokjes te tellen dan geef je dat aan. Bijv. geteld 30 hokjes = 30 cm2
  • Je rekent het antwoord uit indien nodig maak je gebruik van een rekenmachine.
  • Je schrijft de juiste eenheid op (cm2 of m2) 

Slide 9 - Tekstslide

Nu jullie

Slide 10 - Tekstslide

Hoe reken je ook alweer de oppervlakte uit?
A
lengte x breedte
B
lengte+ breedte x 2
C
lengte + breedte + lengte + breedte
D
Er een rondje om lopen

Slide 11 - Quizvraag

Welk getal zetten we boven de m als we oppervlakte berekenen?
A
1
B
geen
C
2
D
3

Slide 12 - Quizvraag


Wat is de oppervlakte van dit figuur?
Tellen
A
10 cm²
B
12 cm²
C
15 m²
D
18 m²

Slide 13 - Quizvraag

Een weiland heeft lengte van 200 m en een breedte van 100 m. Hoeveel vierkante meter oppervlakte heeft dit weiland?
A
100 x 200 = 20.000 m2
B
100 + 200 x 2 = 60.000 m2
C
100 + 200 = 300 m2
D
100 x 200 : 2 = 10.000 m2

Slide 14 - Quizvraag

Het grasveld is 35m breed en 20m lang. Wat is het oppervlakte?
A
600m2
B
650m2
C
700m2
D
750m2

Slide 15 - Quizvraag


Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?
A
2 m²
B
8 m²
C
30 m²
D
42 m²

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

En nu moeilijker

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Wat is de oppervlakte van deze tuin?
A
12 m²
B
13 m²
C
14 m²
D
15 m²

Slide 20 - Quizvraag

Nog een keer

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Nu jullie

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte?
A
180m2
B
200m2
C
188m2
D
172m2

Slide 25 - Quizvraag

Bereken de oppervlakte van dit vlakke figuur. Alle afmetingen zijn in m.
A
25m2
B
29m2
C
24m2
D
30m2

Slide 26 - Quizvraag

wat is de oppervlakte van A?

Slide 27 - Open vraag

Succescriteria
  • Je schrijft de berekening als je de oppervlakte uitrekent.
  • Als je de berekening uitrekent door het aantal hokjes te tellen dan geef je dat aan. Bijv. geteld 30 hokjes = 30 cm2
  • Je rekent het antwoord uit indien nodig maak je gebruik van een rekenmachine.
  • Je schrijft de juiste eenheid op (cm2 of m2) 

Slide 28 - Tekstslide

Hoofdstuk 13
Boek
oppervlakte
opdracht 21-30

Studiemeter
Lengte en oppervlakte geheel af

Slide 29 - Tekstslide